ECLI:NL:GHSHE:2016:5007
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake premieplicht voor de Algemene Ouderdomswet, Algemene nabestaandenwet en Algemene Kinderbijslagwet
In deze zaak gaat het om de premieplicht van belanghebbende voor de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Belanghebbende, geboren in 1960, ontving in 2011 een Belgische arbeidsongeschiktheidsuitkering en stelde dat hij niet premieplichtig was omdat hij in België premies had betaald. De inspecteur van de Belastingdienst legde echter een aanslag op, die belanghebbende aanvechtte. De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het oordeelde dat belanghebbende terecht premieplichtig was voor de AOW, Anw en AKW, omdat hij in Nederland woonde en geen ontheffing had van de volksverzekeringen. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de regels van de Europese Verordening nr. 883/2004 van toepassing waren, en dat belanghebbende onder de Nederlandse wetgeving viel. Het Hof oordeelde dat de SVB geen ontheffing had verleend voor het onderhavige jaar, en dat belanghebbende niet had aangetoond dat hij in België premies had betaald. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.