ECLI:NL:GHSHE:2016:5004

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 oktober 2016
Publicatiedatum
10 november 2016
Zaaknummer
200.149.941_01 H
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake deskundigenvoorschot in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2016 een arrest gewezen in een civiele procedure. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.J.L. Tacx, heeft op 17 oktober 2016 een brief gestuurd naar de griffier van het hof, waarin hij aangeeft dat het dictum van het arrest een kennelijke fout bevat. Deze fout betreft het niet opnemen van het deskundigenvoorschot dat ten laste van 's Rijks kas zou moeten komen, zoals bepaald in artikel 195 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Op 20 oktober 2016 heeft de advocaat van de geïntimeerden, mr. M.W.C. Schreurs, de gelegenheid gekregen om haar mening over deze kwestie te geven. Zij heeft binnen de gestelde termijn aangegeven zich te refereren aan het oordeel van het hof. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de conclusie van mr. Tacx juist is en dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout in het eerdere arrest.

Het hof heeft bepaald dat het dictum van het arrest van 11 oktober 2016 moet worden verbeterd. De wijziging houdt in dat het voorschot van de deskundigen, dat eerder ten laste van de appellant werd gebracht, nu ten laste van 's Rijks kas komt, aangezien aan de appellant een toevoeging is verleend. De verbetering zal worden vermeld op de minuut van het arrest van 11 oktober 2016, met de datum van 8 november 2016. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 november 2016.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.149.941/01
arrest van 8 november 2016 strekkende tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 11 oktober 2016
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is tussen

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,
appellant in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. P.J.L. Tacx te Someren,
tegen:
1.
[geïntimeerde 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
2.
[geïntimeerde 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden in principaal appel,
appellanten in incidenteel appel,
hierna aan te duiden als [geïntimeerden c.s.] ,
advocaat: mr. M.W.C. Schreurs te Venlo.
Bij brief van 17 oktober 2016 heeft mr. P.J.L. Tacx aan de griffier van het hof bericht dat het hem voorkomt dat het dictum van het arrest een kennelijke fout bevat, te weten dat daarin niet is opgenomen dat het in genoemd arrest bepaalde deskundigenvoorschot ten laste van ‘s Rijks kas wordt gebracht zoals in artikel 195 Rv is bepaald.
Bij brief van 20 oktober 2016 is mr. M.W.C. Schreurs in de gelegenheid gesteld namens haar cliënten haar mening hierover aan het hof kenbaar te maken. Mr. Schreurs heeft binnen de haar gestelde termijn van veertien dagen bericht dat zij zich refereert aan het oordeel van het hof.
Het hof is van oordeel dat mr. Tacx terecht heeft geconcludeerd dat sprake is van een kennelijke fout. In het arrest van 11 oktober 2016 (r.o. 6.13) heeft het hof overwogen dat het voorschot van de beide deskundigen ten laste van [appellant] wordt gebracht. Vaststaat dat aan partij [appellant] een toevoeging is verleend en dat in het dictum van het arrest van 11 oktober 2016 niet is opgenomen dat het in genoemd arrest bepaalde deskundigenvoorschot ten laste van ‘s Rijks kas wordt gebracht zoals in artikel 195 Rv is bepaald.
Vermeld arrest zal mitsdien op de volgende wijze worden verbeterd.
Het hof:
Bepaalt dat in het dictum van het tussen bovenvermelde partijen gewezen arrest van 11 oktober 2016 de vermelding in 7.5 “bepaalt dat partij [appellant] genoemde bedragen zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden” moet worden verbeterd en gewijzigd in: “bepaalt dat partij [appellant] wordt belast met genoemd voorschot van in totaal
€ 8.829,00 incl. btw (€ 5.929,00 incl. btw en € 2.900,00 incl. btw) en bepaalt dat dit voorschot, nu aan partij [appellant] een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt;“
Bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van 8 november 2016 wordt vermeld op de minuut van het arrest van 11 oktober 2016.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.W. Vermeulen, M.J.H.A. Venner-Lijten en J.H.M. van Erp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 november 2016.
griffier rolraadsheer