Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[appellant] ,
[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2016 een arrest gewezen in een civiele procedure. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.J.L. Tacx, heeft op 17 oktober 2016 een brief gestuurd naar de griffier van het hof, waarin hij aangeeft dat het dictum van het arrest een kennelijke fout bevat. Deze fout betreft het niet opnemen van het deskundigenvoorschot dat ten laste van 's Rijks kas zou moeten komen, zoals bepaald in artikel 195 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Op 20 oktober 2016 heeft de advocaat van de geïntimeerden, mr. M.W.C. Schreurs, de gelegenheid gekregen om haar mening over deze kwestie te geven. Zij heeft binnen de gestelde termijn aangegeven zich te refereren aan het oordeel van het hof. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de conclusie van mr. Tacx juist is en dat er inderdaad sprake is van een kennelijke fout in het eerdere arrest.
Het hof heeft bepaald dat het dictum van het arrest van 11 oktober 2016 moet worden verbeterd. De wijziging houdt in dat het voorschot van de deskundigen, dat eerder ten laste van de appellant werd gebracht, nu ten laste van 's Rijks kas komt, aangezien aan de appellant een toevoeging is verleend. De verbetering zal worden vermeld op de minuut van het arrest van 11 oktober 2016, met de datum van 8 november 2016. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 november 2016.