Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
8.Het verloop van de procedure
- herstelarrest van 8 november 2016;
- het deskundigenbericht van de deskundige P.J. Smit van 10 april 2017;
- de beslissing van dit hof van 26 april 2017, waarbij de schadeloosstelling en het loon van de deskundige P.J. Smit zijn begroot op € 5.929,-- inclusief btw (welk bedrag voorlopig is voldaan uit ’s Rijks kas);
- het deskundigenbericht van de deskundige J.V.M. Aelmans van 15 juni 2017;
- de beslissing van dit hof van 4 juli 2017, waarbij de schadeloosstelling en het loon van de deskundige J.V.M. Aelmans zijn begroot op € 3.509,-- inclusief btw, en waarbij bepaald is dat dit bedrag voorlopig voldaan wordt uit ’s Rijks kas;
- de memorie na deskundigenbericht van [appellant] van 18 juli 2017;
- de (antwoord)memorie na deskundigenbericht van [geïntimeerden c.s.] van 15 augustus 2017 met drie producties.
9.De verdere beoordeling
- dat tussen partijen is overeengekomen dat de door [appellant] aan [geïntimeerden c.s.] verkochte onroerende zaak bij de eigendomsoverdracht de eigenschappen zou bezitten die, na wijziging van de bestemming, nodig zijn voor gebruik als woonhuis met atelier en tuin (zie r.o. 3.8.8 en 3.9.3);
- dat de kwaliteit van de bodem vanwege de daarin aanwezige verontreinigingen in hoge mate afwijkt van hetgeen als “normaal” kan worden beschouwd, en dat het perceel in zoverre niet beantwoordt aan hetgeen [geïntimeerden c.s.] op grond van de koopovereenkomst mochten verwachten (rov. 3.9.5 en 3.9.8);
- dat deze tekortkoming aan [appellant] kan worden toegerekend (rov. 3.10.3).
- enkele uitgangspunten genoemd aan de hand waarvan de door [appellant] aan [geïntimeerden c.s.] te betalen schadevergoeding moet worden begroot (rov. 3.13.1 en verder);
- overwogen voornemens te zijn een deskundigenonderzoek te gelasten naar de saneringskosten en de waardevermindering, zoals door de rechtbank bepaald in het vonnis van 24 september 2011 (zie r.o. 3.13.9).
- 1. Welke (sanerings)werkzaamheden moeten worden verricht om het normaal gebruik van het weiland aan de voorzijde als tuin c.q. paardenwei mogelijk te maken?
- 2. Welke wet- en regelgeving en welke formaliteiten (overheidsvoorschriften, goedkeuringen) hangen hiermee samen? Het gaat hier om de wet- en regelgeving en de formaliteiten ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst d.d. 19 december 2003. Was op dat moment toekomstige wet- en regelgeving (meer in het bijzonder: het Besluit bodemkwaliteit) al relevant voor het beantwoorden van de onder 1 genoemde vraag?
- 3. Welke kosten zijn aan de bovengenoemde (sanerings)werkzaamheden verbonden? Daarbij dient de deskundige deze vraag te beantwoorden naar het prijspeil ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst en naar het huidige prijspeil.
- 4. Is het noodzakelijk om de zich in het weiland aan de voorzijde bevindende zinkput mee te saneren, en zo ja, welke kosten zijn hieraan verbonden?
- 5. Op welk bedrag begroot u de kosten verband houdend met het verwijderen van de bebouwing, het opnieuw inrichten van het erf, het betonnen dek en de verharding naar het prijspeil ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst (19 december 2003) en naar het huidige prijspeil?
- 6. Was het zijterrein ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst (19 december 2003) geschikt voor het normaal gebruik als tuin en zo neen, wat is de omvang van de saneringskosten naar het prijspeil van dat moment (19 december 2003) en naar het huidige prijspeil?
- 7. Is de ondergrond na verwijdering van de bebouwing en (semi)verharding geschikt voor normaal gebruik als woonhuis met tuin? Wat is de omvang van eventuele saneringskosten naar het prijspeil ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst (19 december 2003) en naar het huidige prijspeil?
- 8. Wat acht u verder nog dienstig in het kader van uw onderzoek te vermelden?
- A. de grondverontreiniging met lood boven de interventiewaarde op het onverharde voorterrein;
- B. de grondverontreiniging met pentachloorfenol boven de interventiewaarde ter plaatse van de zinkput buiten;
- C. de grondverontreiniging met gewogen asbest boven de interventiewaarde onder de loods.
- 1. Wat is de vrije verkoopwaarde in het economische verkeer van de onroerende zaak gelegen aan de [adres] te [postcode] te [plaats] (kadastraal bekend als gemeente Beesel, sectie [sectieletter] , nummer [sectienummer] ) vast te stellen op 19 december 2003 (peildatum)?
- 2. Is de sanering van gedeelten van het perceel van invloed op de eventuele waardevermindering van dat deel of het geheel van het door [appellant] aan [geïntimeerden c.s.] verkochte object; zo ja, in hoeverre? Wilt u deze vraag beantwoorden naar het prijspeil ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst (19 december 2003) en naar het huidige prijspeil?
2. De verontreiniging van het onbebouwde gedeelte staat op zichzelf aan een normaal gebruik daarvan als tuin niet in de weg maar leidt mogelijk wel tot een waardevermindering van de grond. In die zin is er dan toch sprake van non-conformiteit. Deze mogelijk als gevolg van de verontreiniging opgetreden waardevermindering moet als schade worden aangemerkt. (…)”
- € 27.965,-- inclusief btw;
- € 2.311,58 inclusief btw;
- € 5.274,08 inclusief btw.
- € 363,60 ter zake in 2005 gemaakte beslagkosten;
- € 549,10 ter zake in 2013 gemaakte beslagkosten.
- € 36.179,-- (rov. 9.2.14);
- € 19.000,-- (rov. 9.3.8);
- € 27.965,-- (rov. 9.4.5);
- € 2.311,58 (rov. 9.4.5);
- € 5.274,08 (rov. 9.4.5.);
- € 565,25 (rov. 9.4.6.);
- € 363,10 (rov. 9.4.10).
10.De uitspraak
- in conventie voor recht is verklaard dat het door [appellant] geleverde onroerend goed niet conform de koopovereenkomst van 19 december 2013 is, dat er sprake is van non-conformiteit en dat [appellant] gehouden is de geleden schade te vergoeden;
- [appellant] in de proceskosten van het geding in conventie is veroordeeld;
- de vorderingen van [appellant] in reconventie zijn afgewezen;
- [appellant] in de proceskosten van het geding in conventie is veroordeeld;