Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[Aannemingsbedrijf] Aannemingsbedrijf G.W.W. Handelsonderneming en
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
CAB Truck Trading B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats]
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/04/125568/HA ZA 13-286)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi van 8 september 2015, waarbij CAB c.s. pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
“Toen ik [ [naam 1] en [naam 2] ) medegedeeld had wat het doel van dit bezoek was, werd ons op niet mis te verstane toon gesommeerd om het kantoor en het terrein te verlaten. Hij [ [naam 1] ] vertelde ons dat hij een jachtgeweer en jachtakte had, en dat hij de 3 waakhonden op ons zou loslaten, als wij het terrein niet onmiddellijk zouden verlaten. (..) We moesten niet in [plaats] zijn, maar het op het vestigingsadres van [Aannemingsbedrijf] Autobedrijf en Handelsonderneming B.V. [CAB [plaats] ] te (…) [plaats] (..) Ik heb hen toen aangezegd dat zij moesten toestaan dat ik de voorbereidingen voor de executieverkoop ging treffen, en dat ik terug zou komen met de sterke arm. (..) (Ik) ben toen weer, nog steeds in gezelschap van mijn 2 getuigen en (..) 3 politieambtenaren, naar het bedrijfsadres gegaan. (..) Na heel veel verbaal verzet werd ons uiteindelijk toch toegestaan om het terrein op te gaan en de inbeslaggenomen auto’s te zoeken (..) Wel werd ons uitdrukkelijk op het hart gedrukt dat er geen enkel bezichtiging door adspirant kopers op het terrein zou worden toegestaan. (..)”
De deurwaarder heeft ons gevraagd de auto’s aan te wijzen, dit hebben we toen niet gedaan omdat wij vinden dat hij bij C.A.B. [plaats] moet zijn en ons niet lastig moet vallen.”en “
We wilden niet dat de openbare verkoop plaats zou vinden op ons terrein en we hebben ons hiertegen verzet. Uiteindelijk is de openbare verkoop op 20 september 2012 niet doorgegaan”.