Over verdachte zijn twee gedragsdeskundige rapporten opgemaakt.
In het rapport van J. de Veth, psycholoog, van 14 juni 2014 is onder meer het navolgende
gesteld:
Betrokkene is lijdend aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, zijnde een
stoornis in het autistisch spectrum. Dwangklachten en onaangepaste denk- en
gedragspatronen worden als secundair aan deze ASS gezien.
Ook ten tijde van het ten laste gelegde was sprake van deze problematiek. Ondergetekende
heeft niet kunnen vaststellen of en hoe de gevonden stoornis een relevante en sturende
invloed heeft gehad op gedrag(skeuzes) van betrokkene ten tijde van het ten laste gelegde.
Gewelddadig gedrag in de toekomst kan niet uitgesloten worden. Ingeschat wordt dat
Risico’s toenemen naarmate frustraties bij betrokkene oplopen.
Het geringe ziekte-inzicht van betrokkene, in combinatie met de ASS, lijken hierbij de
grootste rol te spelen.
Wanneer gekeken wordt naar de justitiële voorgeschiedenis van betrokkene en de
anamnestische informatie komt naar voren dat er telkens sprake is van langdurende
conflicten tussen betrokkene en de omgeving, die een aantal keren hebben geleid tot
justitiële contacten vanwege bedreigingen en mishandelingen die betrokkene gepleegd heeft.
Aangezien niet geduid kan worden of en hoe de gevonden stoornis in het ten laste gelegde
heeft doorgewerkt wil ondergetekende zich onthouden van straf- of maatregeladvies.
Wel wordt vanuit gedragsdeskundig perspectief aanbevolen een aan betrokkene op te leggen
straf ten uitvoer te leggen in een penitentiair psychiatrisch centrum, zodat in de bejegening
van betrokkene rekening kan worden gehouden met zijn beperkingen.