3.2.[appellant] en [appellante] vorderden in eerste aanleg:
a. een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] primair tekort is geschoten in de nakoming van de
op hem rustende (garantie)verbintenissen uit hoofde van de tussen partijen gesloten
overeenkomst van opdracht dan wel subsidiair onrechtmatig heeft gehandeld jegens
[appellant] en [appellante] , en daarmee schadeplichtig is jegens [appellant] en [appellante] ;
b. de veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van:
- een bedrag van € 48.179,66, althans een in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 3.052,-, zijnde kosten ter beperking van de schade, te vermeerderen met
de wettelijke rente vanaf de dag dat de kosten ten laste van het vermogen van [appellant] en
[appellante] zijn gekomen tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 1.565,60, althans een in goede justitie te bepalen bedrag aan kosten ter
vaststelling van de schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente
vanaf de dag dat de kosten ten laste van het vermogen van [appellant] en [appellante] zijn
gekomen tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 1.788,-, zijnde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der
algehele voldoening;
- de kosten van de procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over
de proceskosten vanaf veertien dagen na het wijzen van het vonnis tot aan de dag der
algehele voldoening.