Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/182429/HA ZA 13-293)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep en het herstelexploot;
- de memorie van grieven van 6 oktober 2015 met producties;
- de memorie van antwoord van 15 december 2015 met producties.
3.De beoordeling
Zolang jullie – ondersteund door adviezen van externe deskundigen – constateren dat de boel veilig is, hebben we volgens mij geen titel voor bestuursdwang (c.q. sluiten c&a).”
(…) Vanwege de problematiek rond winkelcentrum [winkelcentrum] is sinds 29 november jongstleden een tiental winkels onbereikbaar geworden. (…) Nadien, vanaf 2 december, is door de noodverordening het hele winkelcentrum gesloten verklaard voor het publiek. In het winkelcentrum bevinden zich in totaliteit vijftig zaken.
Wij merken in de eerste plaats op dat de vergoedingsregeling slechts een vergoeding van de kosten als gevolg van de ontruiming (…) tot maximaal € 50.000,00 per ondernemer toestaat. Dit maximale bedrag geldt ook voor de 10 ondernemers die in het geheel niet meer terug kunnen naar hun oude winkelruimte. Er is geen sprake van een 2e tranche van € 50.000,-- in de huidige vergoedingsregeling. Dit is u ook al verteld door de leden van het ondernemersteam [winkelcentrum] en wel op 21 december 2012(hof: 2011).
(…)
“niet als acute dreiging van de constructieve veiligheid beschouwd”. Zonder bijkomende, bijzondere omstandigheden, die niet zijn gebleken en evenmin door [appellante] zijn gesteld, valt niet in te zien dat de Gemeente door in die aan augustus 2011 voorafgaande periode geen (bodem)onderzoek te (doen) verrichten, onrechtmatig jegens [appellante] handelde.
standaardregeling” van € 50.000,--. Ook in de pers heeft de Gemeente het volgens [appellante] doen voorkomen als zou zij de tien zwaarst getroffen ondernemers ruimhartig tegemoet treden en soepel omgaan met het vergoeden van schade en het anderszins faciliteren (mvg 56).
Voorzitter, ik hoor dat ik een fout heb gemaakt. (…) Het gaat om een regeling met verschillende onderdelen. (…) Maar voor iedereen een maximum van 50.000 euro”). Op die eerdere, door [appellante] bedoelde uitlating van de wethouder kon [appellante] dus redelijkerwijs niet het door haar gestelde vertrouwen baseren.
aan de ontruiming geen beslissing binnen het kader van de uitoefening door verweerder(hof: de Gemeente)
dan wel een ander bestuursorgaan van een door dat orgaan aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid ten grondslag ligt” (rov. 11)
.
Het hof kan evenwel desondanks beslissen in deze zaak, nu het hof het inhoudelijk eens is met het in de aangehaalde uitspraak gegeven oordeel; het was niet de Gemeente die tot de ontruiming besloot en deze feitelijk effectueerde.
vanaf dag één bij alles betrokken is geweest” en daarom over meer informatie beschikte dan [appellante] als huurder van een bedrijfsruimte leidt, anders dan [appellante] stelt (mvg 23), niet tot de kwalificatie “
onterecht onderscheid” wat de Gemeente zou zijn aan te rekenen en de Gemeente aansprakelijk zou maken. Dat Q-park als eigenaar een andere positie in nam (anders dan [appellante] was Q-park als eigenaar verantwoordelijk voor de veiligheid van het bouwwerk) met als gevolg dat Q-park direct bij de gang van zaken na de melding op 30 augustus 2011 betrokken is geweest, betekent niet dat [appellante] onevenredig is benadeeld, als [appellante] dat met de aangehaalde stelling bedoelt. En dat op de Gemeente in die periode geen plicht rustte om rechtstreeks de winkeliers te informeren, is hiervoor al overwogen.
een enorme logistieke operatie(zou)
zijn waarbij vrachtauto’s af en aan zouden rijden en als er dan daadwerkelijk een instorting plaatsvond zou dit de toegang van hulpdiensten ernstig bemoeilijken” en dat het “
voor de hand lag” dat de toegang werd geweigerd; mvg 43). Zou toegang inderdaad zijn geweigerd, dan zou dat onder de gestelde omstandigheden ook naar het oordeel van het hof niet onrechtmatig zijn. Evenmin zou dat tot de kwalificatie “onevenredig hard getroffen” leiden; het hof verwijst kortheidshalve naar de eerste alinea van deze overweging.