Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een belanghebbende die een groothandel in dieren(toebehoren) uitoefent. De Inspecteur heeft naheffingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2008, 2009 en 2010, gebaseerd op gegevens van de vijf grootste afnemers van de belanghebbende. De belanghebbende heeft op zijn facturen omzetbelasting in rekening gebracht, maar het Hof oordeelt dat hij gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om omzetbelasting te berekenen volgens artikel 28f van de Wet op de omzetbelasting 1968. Hierdoor is de margeregeling niet van toepassing. De Rechtbank had eerder de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, maar de belanghebbende heeft in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank aangevochten. Tijdens de zitting op 3 juni 2016 zijn de partijen gehoord, maar de belanghebbende en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Het Hof heeft het onderzoek gesloten en de zaak beoordeeld op basis van de overgelegde stukken. Het Hof concludeert dat de Inspecteur de juiste omzetbedragen heeft gehanteerd en dat de margeregeling niet van toepassing is. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.