Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/261817 HAZA 13-216)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- de akte van [geïntimeerde] ;
- de antwoordakte van de Ontvanger.
3.De beoordeling
“Op zichzelf is juist dat de Ontvanger volgens artikel 25.2.6 de Leidraad Invordering 2008 geen onherroepelijke invorderingsmaatregelen treft zolang niet onherroepelijk is beslist tegen de aanslag of aansprakelijkstelling waartegen bezwaar is gemaakt. Maar uit de tweede volzin van artikel 25.2.6 volgt dat daarvan kan worden afgeweken. Zonder een daartoe strekkende mededeling van de Ontvanger in het (exploot van betekening van het) dwangbevel of het bevel tot betaling, kan een belastingschuldige of aansprakelijkgestelde als [geïntimeerde] niet zeker weten dat geen onherroepelijke invorderingsmaatregelen worden getroffen. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. [geïntimeerde] had er dan ook belang bij verzet in te stellen, ook al wordt het verzet ongegrond verklaard. Omdat de Ontvanger eerst in dit proces heeft medegedeeld niet tot onherroepelijke invorderingsmaatregelen over te zullen gaan zolang niet onherroepelijk op de aansprakelijkstelling is beslist, is sprake van door de Ontvanger nodeloos veroorzaakte kosten aan de zijde van [geïntimeerde] . De Ontvanger zal dan ook worden veroordeeld in de door [geïntimeerde] gemaakte proceskosten.”
“tot tenuitvoerlegging van dit dwangbevel tot verhaal”heeft [geïntimeerde] in redelijkheid zo kunnen begrijpen dat de Ontvanger in afwijking van het in artikel 25.2.6. van de Leidraad Invordering 2008 neergelegde uitgangspunt wel aanstonds tot executie zou overgaan en onherroepelijke invorderingsmaatregelen zou treffen, indien [geïntimeerde] de belastingschuld niet binnen twee dagen na betekening van het dwangbevel zou betalen. In het dwangbevel is bovendien gewezen op de mogelijkheid om tegen de executie in verzet te komen.