ECLI:NL:GHSHE:2016:2692

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
200.114.931_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse cassatie mogelijk verklaard in civiele zaak tussen vennootschappen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van [de vennootschap 1] B.V. tegen [de vennootschap 2] B.V. en andere geïntimeerden. De zaak betreft een beëindiging van een vennootschap onder firma (VOF) en de afrekening daarvan. Het hof heeft eerder op 12 april 2016 een arrest gewezen waarin het de vorderingen van [de vennootschap 1] jegens [de holding] Holding en [geïntimeerde 4] afwees. In dat arrest werd ook een deskundigenonderzoek gelast, waarbij [de vennootschap 1] verantwoordelijk werd gesteld voor de kosten van de deskundige.

Op 27 mei 2016 heeft [de vennootschap 1] het hof verzocht om de uitspraak van 12 april 2016 vatbaar te maken voor tussentijdse cassatie. Dit verzoek werd herhaald op 24 juni 2016. [de vennootschap 2] c.s. maakten bezwaar tegen dit verzoek. Het hof heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het doelmatig is om tussentijds beroep in cassatie open te stellen tegen het arrest van 12 april 2016.

In de einduitspraak van 5 juli 2016 heeft het hof bepaald dat tegen het arrest van 12 april 2016 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer en is van belang voor de betrokken partijen, aangezien het hen de mogelijkheid biedt om in cassatie te gaan tegen de eerdere uitspraak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200114931/01
arrest van 5 juli 2016
in de zaak van
[de vennootschap 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante ( [de vennootschap 1] ),
advocaat: mr. H.A.J. Stollenwerck te Maastricht,
tegen

1.[de vennootschap 2] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[de holding] Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[architecten 1] Architecten B.V.,voorheen [architecten 2] Architecten B.V.,
laatstelijk gevestigd te [vestigingsplaats] ,
4.
[geïntimeerde 4] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden ( [de vennootschap 2] c.s.),
advocaat voor geïntimeerde 1, 2 en 4: mr. P.W.F. Kostons te Maastricht;
ten aanzien van geïntimeerde sub 3 is de procedure geschorst;
als aanvulling op het door het hof gewezen arrest van 12 april 2016 op het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder zaaknummer 157136/HA ZA 10-1381 gewezen vonnis van 15 augustus 2012.

8.Het arrest van 12 april 2016

8.1.
In rechtsoverweging 6.3.6 van voormeld arrest heeft het hof geoordeeld dat de vorderingen van [de vennootschap 1] jegens [de holding] Holding en [geïntimeerde 4] zullen worden afgewezen.
In het dictum van dit arrest heeft het hof een deskundigenonderzoek gelast naar de in rechtsoverweging 6.4.8 vermelde opdracht, bepaald dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [de vennootschap 1] moeten worden voldaan, en iedere verdere beslissing aangehouden.

9.Het verzoek

9.1.
Bij brief van 27 mei 2016 heeft [de vennootschap 1] het hof verzocht de uitspraak van 12 april 2016 vatbaar te maken voor tussentijdse cassatie. Bij brief van 24 juni 2016, ingekomen op 27 juni 2016, heeft [de vennootschap 1] haar verzoek herhaald.
9.2
Bij brief van 27 juni 2016, ingekomen op 27 juni 2016, heeft [de vennootschap 2] c.s. tegen het verzoek van [de vennootschap 1] bezwaar gemaakt.

10.De beoordeling van het verzoek

10.1
Het hof heeft zich beraden op het verzoek en acht het doelmatig thans cassatieberoep open te stellen tegen het tussen partijen gewezen arrest van 12 april 2016.

11.De beslissing

Het hof:
bepaalt dat tegen het arrest van 12 april 2016 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, S.M.A.M. Venhuizen en S. Riemens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 juli 2016.
griffier rolraadsheer