In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 januari 2016 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. A.J. Kromhout, die als raadsheer-commissaris (RC) betrokken was bij de behandeling van belastingzaken. Verzoeker, die zich in een procespositie benadeeld voelde, had het wrakingsverzoek ingediend op 7 januari 2016, naar aanleiding van een regiezitting waar mr. Kromhout had besloten dat een CD-rom met geluidsopnamen als op de zaak betrekking hebbend stuk moest worden ingediend door de Inspecteur van de Belastingdienst. Verzoeker stelde dat deze beslissing de schijn van partijdigheid opriep en dat mr. Kromhout zijn bevoegdheden te buiten was gegaan.
Tijdens de zitting op 13 januari 2016 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, terwijl mr. Kromhout schriftelijk heeft gereageerd op het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoeker en de schriftelijke verdediging van mr. Kromhout zorgvuldig gewogen. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde gronden onvoldoende waren om te concluderen dat mr. Kromhout niet onpartijdig was. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk heeft het Hof het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaken voortgezet kan worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden onmiddellijk op de hoogte gesteld van de uitspraak.