4.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. [geïntimeerde 2] is eigenaar van een perceel grond, kadastraal bekend gemeente [plaats], [sectieletter], nummer [sectienummer] (hierna perceel A). [geïntimeerde 1] c.s. gebruiken perceel A. Perceel A grenst aan een perceel grond dat eigendom is van [appellante 3] (hierna perceel B). Perceel B is in gebruik bij de Vof.
b. Op perceel A staan bomen nabij de erfgrens met perceel B. In december 2012 zijn drie daarvan van de soort zoete kers omgewaaid.
c. Bij brief van 22 mei 2013 aan [mede-gedaagde] (productie 3 dagvaarding in eerste aanleg) schrijft [geïntimeerde 1] , voor zover van belang:
“(…) Afgelopen winter zijn er zoals jij weet een drietal bomen omgewaaid op een ons in eigendom toebehorend perceel. (…)
Tezamen hebben wij de situatie besproken en geconcludeerd dat de bomen zijn omgewaaid als gevolg van door jouw uitgevoerde werkzaamheden. Door het bewerken van de grond heb jij namelijk de wortels beschadigd. (…)”
d. Bij brieven van 5 juni 2013 (productie 4 dagvaarding in eerste aanleg) zijn [mede-gedaagde] en [appellante 3] gesommeerd om aansprakelijkheid te erkennen voor de schade die [geïntimeerde 1] c.s. hebben geleden door de door [mede-gedaagde] en [appellante 3] uitgevoerde werkzaamheden. Bij genoemde brieven zijn zij tevens verzocht om een deskundige de betreffende schade te laten vaststellen, welke schade zij vervolgens dienen uit te keren. Bij gebreke daarvan zal op kosten van [mede-gedaagde] en [appellante 3] een deskundige worden ingeschakeld.
e. In opdracht van [geïntimeerde 1] c.s. heeft het bedrijf HBZ in de persoon van [vertegenwoordiger HBZ] een rapport uitgebracht d.d. 29 september 2013 (productie 6 dagvaarding in eerste aanleg). Het rapport houdt in, voor zover relevant:
“Fam. [geïntimeerde 1] heeft een perceel cultuurgrond in hun bezit. (…)
Op dit perceel bevindt zich parallel aan de erfgrens een aantal bomen.
Het aangelegen stuk grond eveneens cultuurgrond is afgelopen winter zwaar bewerkt door de heer [mede-gedaagde].
Nu zijn na deze bewerking de bomen omgewaaid.
Hierdoor ben ik benadert door de Fam. [geïntimeerde 1] (…) om een expertiseverslag te maken, met de volgende vragen
(…)
In dit geval is het van belang dat de wederpartij uitdrukkelijk de gelegenheid krijgt het onderzoek bij te wonen. Dit hebben we gemeld via een aangetekende brief dat het onderzoek plaats zou vinden op (…) 24 september 2013 om 15:30.
Hierop heeft de tegenpartij (…) laten weten dat ze hier niet bij zouden zijn. (…)
Het onderzoek
(…)
Op de perceelgrens staat een groep van 8 bomen met zeer hoge ecologische waarde waarvan er drie zijn omgewaaid. (…)
2 De oorzaak van het omwaaien van de bomen is volgens mij.
De wortels vertonen geen aanwijzingen van schimmels of zwamaantastingen. Ze lijken mij door een kraan of ander werktuig bewust te zijn afgetrokken.
Gezien de bomen zijn omgegaan in het najaar, lijkt het er mij nog meer op dat ze een duwtje mee hebben gehad.
3 is er sprake van achterstallig onderhoud als gevolg waarvan de bomen kunnen zijn omgewaaid?
Deze bomen staan in een landschappelijke omgeving waar deze minimaal onderhoud nodig hebben. Er heeft zeker onderhoud in het verleden plaats gevonden, dit is te zien aan oude snoeiwonden.
Er is absoluut geen sprake van dat de bomen zijn omgewaaid door natuurlijke invloeden.
4 Hoeveel kost het om bomen van soortgelijke omvang kwaliteit en terug te laten plaatsen?
Deze bomen zijn 30 jaar oud of ouder, het is niet mogelijk om dit formaat terug te plaatsen.
(…)
De omgewaaide bomen hebben een doorsnede van 40 cm. Dit is dan een omtrek van ongeveer 120 cm, dit formaat is niet te verkrijgen. De ideaalste maat voor het aanplanten is 16/18 cm stamdoorsnede. (…)
Kosten per boom = € 3.951,90 (…)
Totaal waarde bomen = € 11.855,69 excl. BTW en overige gemaakte kosten (…)”
f. Bij brief van 10 oktober 2013 (productie 7 dagvaarding in eerste aanleg) aan de rechtsbijstandverzekeraar van de Vof en/of [appellante 3] wordt gesommeerd aan schadevergoeding te betalen € 11.855,69 vermeerderd met btw, buitengerechtelijke kosten en expertisekosten binnen 14 dagen.
g. Het in opdracht van de Vof gemaakte rapport van Cobra boomadviseurs b.v., van 29 januari 2014 (productie 6 bij conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
Doelstelling
Het doel van deze taxatie is het vaststellen van de boomtechnische schade en financiële waardevermindering aan de bomen als gevolg van het omvallen (…)
Schade
Schadedatum Zomer/herfst 2012
Schadeomschrijving Bomen zijn omgewaaid
Oorzaak Wortelschade
(…)
3 Onderzoek
(…)
Omvang schade
Op circa één meter vanaf de stam van de bomen is ernstige wortelschade ontstaan. Langs de kluiten van de bomen heeft diepe mechanische grondbewerking plaatsgevonden. Bij meerdere wortels is duidelijk zichtbaar dat deze mechanisch zijn beschadigd. Dit is herkenbaar aan het afgeschaafde vlak dat bij meerdere wortels aanwezig is. (…) Meer dan 40% van de wortels is beschadigd geraakt.
(…)
4 Schadeberekening
Als gevolg van het omwaaien van de bomen zijn deze volledig verloren gegaan.
(…)
Actuele boomwaarde
De actuele boomwaarde op het moment vóór de schade is weergegeven in onderstaande tabel. Er is gekozen om de waarde van de gemiddelde bomen te berekenen. Dat betekent dat de waarde van de individuele sierkers € 2.345,- bedraagt. Dit maakt een totaal voor de drie bomen van € 7.035,- vrij van btw. De kosten van taxatie zijn hierin niet opgenomen. (…)”
h. De door [broer appellante 3] ondertekende en met de hand geschreven verklaring d.d. 9 april 2014 (productie 1 conclusie van antwoord in reconventie) houdt in, voor zover relevant:
“Eind 2012 (…) heb ik (…) gezien dat mijn broer [mede-gedaagde] de wortels van de bomen met een hakbijl doorhakte en de wortels op een bakje achter de traktor opladen. (…)”
4.2.1[geïntimeerde 1] c.s. hebben in eerste aanleg gevorderd dat de kantonrechter, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de Vof c.s. hoofdelijk zal veroordelen:
a. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geïntimeerde 1] c.s. te betalen € 14.345,38 aan hoofdsom, althans een door de kantonrechter in redelijkheid vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2013, althans vanaf een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
b. om aan [geïntimeerde 1] te betalen de tot aan de dagvaarding door [geïntimeerde 1] gemaakte buitengerechtelijke kosten ad € 1.439,25, althans een door de kantonrechter in redelijkheid vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2013, althans vanaf een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
c. in de kosten van de procedure.
4.2.2De Vof c.s. hebben in reconventie gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad,
veroordeling van [geïntimeerde 1] c.s. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Vof c.s. te betalen € 1.566,95 en de wettelijke rente vanaf de dag van de conclusie antwoord in conventie, tevens eis in reconventie tot en met de dag der algehele voldoening plus salaris gemachtigde.
4.2.3De kantonrechter heeft in het bestreden eindvonnis vastgesteld dat de bomen bij de kluiten ernstige wortelschade hebben door mechanische bewerking en dat de hiervoor in r.o. 4.1 sub h vermelde verklaring niet is weersproken. Gelet daarop hebben de Vof c.s. een onrechtmatige daad gepleegd. De kantonrechter is vervolgens tot het oordeel gekomen dat voor de vaststelling van de schade moet worden uitgegaan van de berekening in het rapport van HBZ (door de kantonrechter ook aangeduid als het rapport van HBG). De Vof c.s. zijn vervolgens in conventie veroordeeld om aan [geïntimeerde 1] c.s. te betalen € 12.369,94 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2013, en de proceskosten. De vordering tegen [mede-gedaagde] is afgewezen. De vordering in reconventie is eveneens afgewezen, met veroordeling van de Vof in de kosten daarvan. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.