Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in hoger beroep
- [appellant 2] , tevens verschenen voor [appellante 1] alsmede voor de heer en mevrouw [vennoten van Oude Kerk] ,
- De griffier, in de persoon van de heer [griffier] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen de beslissing van de Griffier tot heffing van griffierecht. Het verzet is ingesteld door [appellant 2] tegen de bijheffing van € 4.662,00 die op 12 februari 2014 door de Griffier was opgelegd. [appellant 2] stelde dat hij pas geruime tijd na de heffing op de hoogte was gesteld van deze bijheffing, wat in strijd zou zijn met het beginsel van rechtszekerheid. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 mei 2016, waarbij [appellant 2] zijn standpunten toelichtte en de Griffier zijn verweer voerde. Het hof oordeelde dat de bijheffing in beginsel terecht was, maar dat de Griffier zich niet aan de rechtszekerheid had gehouden door [appellant 2] niet tijdig te informeren. Het hof verwees naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad uit 1993, waarin het rechtszekerheidsbeginsel werd benadrukt. Uiteindelijk werd het verzet gegrond verklaard, omdat [appellant 2] niet tijdig op de hoogte was gesteld van de bijheffing, wat hem in zijn rechten had benadeeld.