Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
- het door de toenmalige rechtbank ’s-Hertogenbosch onder zaaknummer 206366 en rolnummer HA ZA 10-268 gewezen tussenvonnis van 27 juni 2012;
- het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, onder zaaknummer C/01/206366 en rolnummer HA ZA 10-268 gewezen eindvonnis van 16 april 2014.
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 20 oktober 2015;
- de akte schriftelijk bewijs van Isobouw van 15 december 2015 met acht producties (genummerd 85 tot en met 92);
- het ambtshalve royement van de zaak op 9 februari 2016, waarna de zaak op 22 maart 2016 weer ter verdere behandeling op de rol is geïntroduceerd;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] 22 maart 2016, met één productie (nr. 83);
- de depotakte van 31 maart 2016, waaruit blijkt dat [geïntimeerde] ter griffie van het hof een NDA Inkoopboek heeft gedeponeerd.
6.De verdere beoordeling
- grief 2, om de redenen genoemd in rov. 3.7 van het tussenarrest;
- grief 3, om de redenen genoemd in rov. 3.8 van het tussenarrest;
- grief 4, om de redenen genoemd in rov. 3.21 van het tussenarrest;
- grief 5, om de redenen genoemd in rov. 3.32 van het tussenarrest;
- grief 6, om de redenen genoemd in rov. 3.31 van het tussenarrest;
- grief 9, om de redenen genoemd in rov. 3.15 van het tussenarrest;
- grief 10, om de redenen genoemd in rov. 3.23 van het tussenarrest;
- grief 13, om de redenen genoemd in rov. 3.16 en 3.17 van het tussenarrest;
- grief 14, om de redenen genoemd in rov. 3.18 van het tussenarrest;
- grief 15, om de redenen genoemd in rov. 3.23 van het tussenarrest.
- dat zij in 1994 haar algemene voorwaarden heeft gewijzigd;
- dat zij al haar relaties die per 15 december 1994 aan een debiteurennummer waren gekoppeld, daarover destijds heeft geïnformeerd door hen de nieuwe algemene voorwaarden met een begeleidende brief toe te zenden;
- dat in dat relatiebestand destijds 1207 Nederlandse adressen voorkwamen;
- dat [geïntimeerde] en de inkoopcombinatie NDA per 15 december 1994 tot het betreffende relatiebestand behoorden;
- dat het zeer onwaarschijnlijk is dat [geïntimeerde] de algemene voorwaarden met de begeleidende brief destijds niet heeft ontvangen
- dat Isobouw gelet op de aangevoerde omstandigheden geacht kan worden bekend te zijn met de algemene voorwaarden.
- een door de heren [hoofd PR en Reclame] (hoofd PR en Reclame) en [secretariaatsmedewerker] (voor werkzaamheden secretariaat) ondertekende verklaring van 21 december 1994 (prod. 18 bij conclusie van antwoord);
- een bijbehorend memo van 16 december 1994;
- een niet van een adres voorzien voorbeeld van de begeleidende brief, die volgens Isobouw destijds samen met de algemene voorwaarden aan haar relaties is verzonden (prod. 18 bij conclusie van antwoord);
- blz. 27 van de uitdraai van een relatiebestand (volgens Isobouw haar relatiebestand per 15 december 1994), op welke bladzijde ‘ [geïntimeerde] Dakbedekkingen’ voorkomt (prod. 86 bij akte schriftelijke bewijs);
- blz. 22 van de uitdraai van genoemd relatiebestand, op welke bladzijde NDA voorkomt (prod. 87 bij akte schriftelijk bewijs);
- een formulier van PTT Post, gedateerd 16 december 1994, waaruit volgens Isobouw blijkt dat zij op die dag 1207 poststukken ter verzending in Nederland heeft aangeboden (prod. 89 bij akte schriftelijk bewijs);
- een “Bevestiging Vervoersopdracht” van PTT Post, gedateerd 16 december 1994, ter zake onder meer de verzending van de genoemde 1207 poststukken (prod. 90 bij akte schriftelijk bewijs).
Grief 7voert dus uiteindelijk niet tot een andere uitkomst van de onderhavige procedure.
grief 1.
grieven 8, 11 en 12kunnen dus geen doel treffen.
- € 640.000,-- ter zake de hoofdsom die [geïntimeerde] als schadevergoeding heeft moeten voldoen aan [bedrijf] ;
- € 52.825,38 ter zake de wettelijke rente die [geïntimeerde] heeft moeten vergoeden aan [bedrijf] ;
- € 19.750,72 ter zake de proceskosten die [geïntimeerde] ter zake de arbitrageprocedure heeft moeten vergoeden aan [bedrijf] ;
- € 6.086,95 ter zake de kosten voor het inschakelen van de deskundige PRC Zuid.
grief 16geen doel treffen.
grief 17.
grief 18.
7.De uitspraak
- het door de toenmalige rechtbank ’s-Hertogenbosch onder zaaknummer 206366 en rolnummer HA ZA 10-268 tussen partijen gewezen tussenvonnis van 27 juni 2012;
- het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, onder zaaknummer C/01/206366 en rolnummer HA ZA 10-268 tussen partijen gewezen eindvonnis van 16 april 2014;