ECLI:NL:GHSHE:2016:1570
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een vrijstaande woning met paardenweide en paardenstal
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, waarin de waarde van een onroerende zaak, een vrijstaande woning met bijbehorende grond, is vastgesteld door de Heffingsambtenaar. De Heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 538.000, terwijl belanghebbende een waarde van € 289.000 bepleit. De Rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 22 januari 2016 werd de zaak behandeld. Belanghebbende stelde dat de grond bedrijfsmatig werd geëxploiteerd en dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing zou zijn. Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de grond daadwerkelijk bedrijfsmatig werd aangewend, en dat het houden van paarden op de grond een hobbymatig karakter had. Het Hof bevestigde de waarde van de onroerende zaak zoals vastgesteld door de Heffingsambtenaar en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak van het Hof benadrukt de bewijslast die op belanghebbende rust om aan te tonen dat de grond als cultuurgrond kan worden aangemerkt. Het Hof concludeerde dat de waarde van de onroerende zaak niet buiten aanmerking kan worden gelaten voor belastingdoeleinden, en bevestigde de uitspraak van de Rechtbank.