Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] als gemachtigde van belanghebbende alsmede, namens de Heffingsambtenaar, mevrouw [B] en de heer [C] .
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
”(hierna: de Richtlijn), die als recht in de zin van artikel 79 van de Wet op de rechterlijke organisatie geldt (HR 27 november 2015, nr. 15/02072, ECLI:NL:HR:2015:3370, V-N 2015/63.8). Volgens de Richtlijn kan, indien in (hoger) beroep uitsluitend (nog) de proceskostenvergoeding in geschil is, als wegingsfactor voor het gewicht van de zaak 0,5 worden aangehouden.
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep gegrond
, - vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
- verklaarthet beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraken van de Heffingsambtenaar,
- vermindertde waarde van de onroerende zaak naar een bedrag van € 430.000,
- vermindertde aanslag dienovereenkomstig,
- gelastdat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door dezen ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 166 vergoedt, en
- veroordeeltde Heffingsambtenaar in de kosten van de bezwaarfase, de kosten van het geding bij de Rechtbank en de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op, in totaal, € 2.584,90.