In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schuldsaneringsregeling van de appellant, een man die in een niet-zelfredzame toestand verkeerde. De rechtbank had eerder op 23 december 2014 geoordeeld dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, waardoor hem geen 'schone lei' werd verleend. De appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. L.C. van Kasteren, heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet voldoende op de hoogte was van de regels van de schuldsaneringsregeling en dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het standpunt van de beschermingsbewindvoerder. Het hof heeft de zaak gevoegd behandeld met een andere zaak en de mondelinge behandeling vond plaats op 28 januari 2015.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant, nu hij de 65-jarige leeftijd heeft bereikt, geen sollicitatieplicht meer heeft in het kader van de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft ook geconstateerd dat de beschermingsbewindvoerder op de hoogte was van het verzoek van de appellant om een schone lei en dat de appellant in voldoende mate aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Het hof oordeelde dat de tekortkomingen van de appellant in de nakoming van zijn verplichtingen gezien hun geringe betekenis buiten beschouwing kunnen blijven. Hierdoor heeft het hof besloten om de eerdere uitspraak van de rechtbank te vernietigen en de appellant alsnog de 'schone lei' te verlenen.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van de omstandigheden van het geval en de rol van de beschermingsbewindvoerder in het proces. Het hof heeft de appellant in het gelijk gesteld en hem de kans gegeven om zijn schuldenlast opnieuw te herzien, wat een belangrijke stap is in het kader van de schuldsaneringsregeling.