Uitspraak
8.De tussenarresten van 27 februari en 20 maart 2014.
Is ex artikel 349a Fw verlenging mogelijk indien de in artikel 349a lid 1 Fw bedoelde termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling reeds is beëindigd?;
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: wat betekent dat voor de verplichtingen van de schuldenaar na afloop van de in artikel 349 a lid 1 Fw bedoelde termijn, maar voorafgaand aan de definitieve rechterlijke beslissing over de gevraagde verlenging?
9.Het arrest van de Hoge Raad
10.Het verdere verloop van de procedure.
In verband met de te nemen beslissing omtrent het al dan niet verlengen van de termijn van de schuldsaneringsregeling van [appellante] bericht ik u omtrent de gang van zaken in de voorbije periode (sinds 19 februari 2014) als volgt. De schuldenares heeft het solliciteren in de voorbije periode voortgezet en heeft haar sollicitatieactiviteiten maandelijks inzichtelijk gemaakt middels toezending van een mailbericht met daarin een opsomming van de verrichte activiteiten. (…) Het inzichtelijk maken van de door haar verrichte activiteiten (is) op dezelfde wijze voortgezet als dat zij deed gedurende de 36 maanden sinds 19 november 2010. Dit, ondanks het feit dat haar bij brief mijnerzijds d.d. 9 oktober 2013 (…) werd medegedeeld dat zij het e.e.a. dient in te vullen op een daarvoor bestemd formulier, dat daarop ook adresgegevens/een telefoonnummer en bijvoorbeeld een contactpersoon e.d. ingevuld dienen te worden (ter volledigheid en voor een eventuele controle).
Ik heb kennis genomen van de brief aan uw Hof van 7 november 2014 van de bewindvoerder. Daaruit blijkt dat mijn cliënte in de periode van 19 februari 2014 (de datum van de mondelinge behandeling van het hoger beroep) tot heden wel heeft voldaan aan de uit de schuldsaneringsregeling voor haar voortvloeiende verplichtingen. Mocht uw Hof besluiten dat de termijn verlengd wordt, dan verzoek ik uw hof bij de bepaling van de duur van de verlenging er mee rekening te houden dat mijn cliënte ook al vanaf 19 februari 2014 aan de verplichtingen voldoet.
11.De verdere beoordeling
12.De uitspraak
18 november 2015;