ECLI:NL:GHSHE:2015:677
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- M.G.W.M. Stienissen
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake overeenkomst van geldlening zonder rentepercentage
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Financiering Maatschappij “Zuid-Holland” C.V. (hierna: Finmij) tegen een vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. Finmij had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de broers [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] wegens een overeenkomst van geldlening. De rechtbank had de vordering van Finmij afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. Finmij heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd en vordert nu hoofdelijke veroordeling van de broers tot betaling van een bedrag van € 136.977,66, vermeerderd met rente en kosten. De broers hebben de vordering bestreden en stellen dat zij niets meer aan Finmij verschuldigd zijn.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de overeenkomst van geldlening niet de hoogte van de rente bevatte, wat volgens artikel 7A:1804 BW vereist is. Hierdoor is de overeenkomst op het punt van het rentepercentage nietig, en moet de wettelijke rente worden toegepast. Het hof heeft Finmij in de gelegenheid gesteld om zich hierover bij akte uit te laten, waarna de broers kunnen reageren. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden en de zaak naar de rol verwezen voor de akte.