ECLI:NL:GHSHE:2015:1882
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- M.G.W.M. Stienissen
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Vervolg op tussenarrest inzake overeenkomst van geldlening zonder rentepercentage en schriftelijkheidsvereiste
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Financiering Maatschappij “Zuid-Holland” C.V. tegen twee geïntimeerden. De zaak is een vervolg op een tussenarrest van 3 maart 2015, waarin het hof oordeelde dat er geen bewijs was van een schriftelijke vastlegging van het rentepercentage, zoals vereist door artikel 7A:1804 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft Financiering Maatschappij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de schriftelijke vastlegging van de overeengekomen rente.
Financiering Maatschappij heeft in een akte laten weten dat zij geen bewijs kan overleggen van de schriftelijke vastlegging van het rentepercentage. Hierdoor is artikel 7A:1805 BW van toepassing, wat betekent dat de wettelijke rente verschuldigd is. De berekening die Financiering Maatschappij heeft overgelegd, sluit per 31 maart 2015 op een saldo van € 88.762,91. De geïntimeerden hebben deze berekening niet betwist, waardoor het hof van de juistheid ervan uitgaat.
Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de geïntimeerden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van € 88.762,91, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2015. Daarnaast heeft het hof de vordering van Financiering Maatschappij voor buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat onvoldoende onderbouwing was gegeven voor deze kosten. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is uitgesproken op 26 mei 2015.