Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
4.De beslissing
PRO FORMAaan tot
12 mei 2016;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarin het gezamenlijk ouderlijk gezag over twee minderjarige kinderen werd vastgesteld. De moeder, vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Heuvel, verzoekt de beschikking te vernietigen, specifiek de beslissing over het gezamenlijk ouderlijk gezag. De vader, vertegenwoordigd door mr. J.L.P. Heuts, verzoekt de beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 november 2015 zijn beide ouders gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De rechtbank had eerder bepaald dat het gezag over de kinderen, geboren in 2011 en 2012, gezamenlijk aan de ouders toekomt. De moeder is van mening dat de vader niet in staat is om samen te werken en verzoekt om het gezag te beperken, zodat zij zelfstandig beslissingen kan nemen over belangrijke zaken zoals medische zorg voor de kinderen. Het hof heeft kennisgenomen van de situatie en de onderlinge communicatie tussen de ouders, die onvoldoende verbeterd is, ondanks begeleiding van Combinatie Jeugdzorg.
Het hof heeft besloten om de ouders te verwijzen naar een ouderschapsreorganisatie en de behandeling van de zaak zes maanden aan te houden om de resultaten van deze reorganisatie af te wachten. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn in de gelegenheid gesteld om op het verslag van de ouderschapsreorganisatie te reageren. De zaak zal op 12 mei 2016 opnieuw worden behandeld, afhankelijk van de voortgang van de ouderschapsreorganisatie.