Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond, en
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg. De zaak betreft een geschil over de tenaamstelling van een WOZ-beschikking en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting. De Heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [a-straat] 40 te [plaats], vastgesteld op € 47.000 voor het tijdvak van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Belanghebbende, eigenaar van het pand en handelend onder de naam van zijn eenmanszaak [A], stelde dat de beschikking en de aanslag niet correct waren opgelegd, omdat deze waren gericht aan [A] in plaats van aan hem persoonlijk. Het Hof oordeelde dat er geen misverstand kon bestaan over de bestemming van de beschikking en de aanslag, aangezien belanghebbende zelf onder de naam [A] handelde en ook in zijn correspondentie deze naam gebruikte. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing houdt in dat de onjuiste tenaamstelling niet leidt tot vernietiging van de beschikking en de aanslag, omdat de Heffingsambtenaar voldoende duidelijkheid had verschaft over de belastingplichtige.