Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 508213 CV EXPL 13 -216)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, met producties en een wijziging van eis;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
- De voorzijde van het pand is voorzien van een rolluik en een loket met gewapend glas;
- Het loket heeft een overvalalarm;
- Op de ramen aan de voorzijde bevinden zich stickers waarmee wordt aangegeven dat het pand elektronisch is beveiligd, alsmede stickers met de mededeling dat sprake is van camerabewaking;
- De achterzijde van het pand is voorzien van goed afgesloten deuren, goed hang- en sluitwerk, dubbele beglazing, ramen die niet geopend konden worden en een deurbel met ingebouwde camera;
- De achterzijde van het pand was goed verlicht en de verlichting was adequaat aangebracht;
- De parkeerplaats die zich aan de achterzijde van het pand bevindt, grenst aan een woonwijk met straatverlichting;
- Het pand maakt deel uit van een gesloten rij van meerdere panden;
- Vanaf 18.00 uur gaat aan de voorzijde het rolluik dicht en is alleen contact met klanten mogelijk via een gepantserd loket;
- In de apotheek is een mobiel overvalalarm aanwezig, een beveiligingscamera en een centraal alarmsysteem dat ingeschakeld wordt als er niemand meer in het pand aanwezig is;
- De deur aan de achterzijde van het pand gaat om 18.00 uur op slot. De deuren die zich daarachter in het pand bevinden, gaan ook op slot;
- Er is ’s nachts één kassa in gebruik en de in de apotheek aanwezige kluizen bevatten op elk moment maar weinig geld; de meeste transacties in de apotheek zijn niet contante betalingen maar pinbetalingen;
- De werknemers hebben de instructie bij een overval niet de held uit te hangen en de overvaller te geven wat hij wil.
a) Had [de apotheek] rekening moeten houden met een overval?
€ 71,00
€ 308,00