Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
De tenaamstelling van de aanslag is onjuist.
De gemeente heeft ten onrechte niet voldaan aan het in het Wob-verzoek uitdrukkelijk gemaakte voorbehoud om voorafgaande aan het in behandeling nemen van het verzoek een begroting te geven van de eventuele kosten.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Heffingsambtenaar;
- vernietigt de aanslag;
- gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 166 vergoedt;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het bezwaar aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 244; en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 1.225.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.