Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
1.[appellant] h.o.d.n. [handelsnaam] ,wonende te [vestigingsplaats 1] ,
[appellant] Onroerend Goed B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
1.Hala Zeeland B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 2],
Hamar Touring B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer/rolnummer C/02/290126/KG ZA 14-750)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi op 10 september 2015, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd en waarbij Hala c.s. een kleurenkopie van haar productie 7 heeft overgelegd. Voor [appellant] c.s. heeft mr. P.M. Leijten gepleit.
3.De beoordeling
[appellant] Travelling” en “
Touringcarbedrijf [appellant]” en het beeldmerk “
Travelling” gedeponeerd bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele eigendom. Hamar heeft de volgende handelsnamen in het handelsregister ingeschreven: “
Hamar Touring B.V.”, “
[appellant] Travelling” en “
Touringcarbedrijf [appellant]”.
[handelsnaam]” een touringcarverhuurbedrijf. [appellant] OG houdt zich bezig met verhuur van onroerend goed en beheer van onroerend goed en heeft als bestuurder en enig aandeelhouder Holding Gato-88 B.V. [appellant] is bestuurder en enig aandeelhouder van laatstgenoemde vennootschap.
Touringcarbedrijf [appellant] B.V.”. Bij vonnis d.d. 21 juli 2009 van de rechtbank [vestigingsplaats 2] werd dit bedrijf failliet verklaard. De curator heeft bij koopovereenkomst d.d. 7 augustus 2009 de activa en de handelsnaam “
Touringcarbedrijf [appellant] B.V.” verkocht aan Hala, die de activa uit het faillissement ter beschikking heeft gesteld aan Hamar.
“
om met ingang van de tiende dag na betekening van dit vonnis, direct dan wel indirect, de naam “ [appellant] ” in combinatie met “ [handelsnaam] ” als teken en/of onderdeel van een handelsnaam in de branche van touringcarbedrijven en/of personenvervoer en/of het verzorgen van (bus)reizen te gebruiken, onder meer op de navolgende wijzen: verwerkt in stukken voor zakelijk gebruik, daaronder (mede) begrepen briefpapier, facturen, logo’s, overig drukwerk, verwerkt in advertenties/reclame, daaronder (mede) begrepen reclame op websites, bedrijfskleding en overige reclame-uitingen en verwerkt in aanduidingen op de bussen, in aanduidingen op (het) pand(en), waaronder het pand aan de [adres] [vestigingsplaats 1]”
indien [appellant] c.s. aan het onder 5.1. weergegeven verbod geen gevolg zal geven, zij een dwangsom verbeurt van € 500,-- per dag tot een maximum van € 50.000,--”.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en heeft kracht van gewijsde.
…de nieuwe naam met de vertrouwde faam van [appellant] ”en op het gebouw van [appellant] OG een lichtbak met de tekst “
Touringcars”. Op 19 september 2014 hebben [appellant] c.s. deze teksten veranderd in “
[handelsnaam] …de nieuwe naam met de vertrouwde faam van [handelsnaam].” en in de lichtbak het onderdeel “
Touring” afgeplakt met wit plastic.
“
Kent u ons al?[handelsnaam] is uw vertrouwde touringcaronderneming vanuit Zeeland. [handelsnaam] is een gerenommeerd touringcarbedrijf met Fam. [appellant] aan het “stuur”. De familie [appellant] staat in de touringcarwereld al meer dan 80 jaar bekend om haar goede vakmanschap. [handelsnaam] biedt zoals u gewend bent; veilig, comfortabel en betaalbaar personenvervoer.(…)Met [handelsnaam] kunt u alle kanten op zoals u van de familie [appellant] gewend bent! (…)De familie [appellant] werkt graag op maat. De medewerkers van [handelsnaam] nemen u graag alle zorg uit handen. U bent van harte welkom om geheel vrijblijvend contact met ons op te nemen.Voor info & boekingen: Neem contact op met Mw. [appellant] .[handelsnaam], [vestigingsplaats 1] [telefoonnummer](…)Hartelijke groet, Fam. [appellant]”.
[appellant]” is een familienaam en gebruik daarvan is toegestaan. Voortzetting van de executie betekent een forse aanslag op de liquiditeit van de onderneming. De door Hala c.s. gelegde beslagen zijn volgens [appellant] c.s. onterecht en buitenproportioneel.
[appellant]” te gebruiken in combinatie met “
[handelsnaam]” en dat dat niet is beperkt tot de handelsnaam. Volgens de voorzieningenrechter gaat het om de naam “
[appellant]” in het algemeen in combinatie met “
[handelsnaam]”. Voorts oordeelde de voorzieningenrechter dat [appellant] c.s. met de naam “
Fam. [appellant]” in de tekst op de homepage van de website verwijzen naar het bedrijf dat zij tot aan het faillissement in 2009 exploiteerden en dat zij refereren aan de naamsbekendheid van dat bedrijf, terwijl juist met het oog op die naamsbekendheid Hala c.s. de handelsnaam “
”kochten. Het gebruik van de naam “
Fam. [appellant]” op de homepage van de website is ook niet noodzakelijk, aldus de voorzieningenrechter. De subsidiair gevorderde verwijzing naar de rechtbank wees de voorzieningenrechter als onvoldoende onderbouwd af.
[appellant]” in combinatie met “
[handelsnaam]” te gebruiken in (i) het teken, lees het logo, en (ii) (een onderdeel van) de handelsnaam (mvg 4). Het is dus slechts verboden om in de handelsnaam en in het logo te verwijzen naar de naam “
[appellant]” (mvg 6). Het door Hala c.s. aangevallen gebruik door [appellant] c.s. van de naam “
”valt niet onder dat verbod. De naam wordt immers niet als onderdeel van het logo noch van de handelsnaam “
[handelsnaam]” gebruikt. De binnen [handelsnaam] werkzame personen heten nu eenmaal [appellant] en het kan [appellant] c.s. niet worden verboden deze familienaam te gebruiken, aldus [appellant] c.s.
[appellant]” gebruikt in combinatie met het teken “
[handelsnaam]”, daarbij verwijzend naar het touringcarbedrijf van [handelsnaam] en dat is nu juist in het vonnis van 28 augustus 2014 verboden, aldus Hala c.s.
[handelsnaam]” op zichzelf geen inbreuk op de merk- c.q. handelsnaamrechten van Hala c.s. opleverde, maar wel indien dat gebruik plaatsvindt in combinatie met gebruik van de naam “
[appellant]”, omdat in dat geval verwarring bij het publiek is te duchten. De voorzieningenrechter overwoog in dit verband onder meer (onder 4.4): “
Echter, indien [appellant] c.s. het teken “ [handelsnaam] ” gebruikt in combinatie met de naam “ [appellant] ” (…), is naar voorlopig oordeel wel sprake van gevaar voor verwarring (…). (…) volgt dat het teken “ [handelsnaam] ” op zichzelf niet voldoende gelijkenis vertoont met de merken van Hala c.s. om verwarringsgevaar op te leveren, maar dat dat wel geldt voor dat teken in combinatie met de naam “ [appellant] ”.En voorts (onder 4.5): “
(…) dat met het gebruik van slechts de handelsnaam “ [handelsnaam] ” bij het publiek geen verwarring te duchten is, maar indien deze naam wordt gecombineerd met de naam “ [appellant] ” wel verwarringsgevaar te verwachten valt tussen de ondernemingen van partijen.”
[appellant]” in combinatie met “
[handelsnaam]” wanneer die
combinatieals teken of als (onderdeel van) een handelsnaam wordt gebruikt, maar is ook het gebruik van de naam “
[appellant] ”enerzijds in combinatie met het teken “
[handelsnaam] ”en/of de handelsnaam “
[handelsnaam]” verboden, en wel, kort gezegd, in de branche van touringcarbedrijven/ personenvervoer/ (bus)reizen en verwerkt in stukken voor zakelijk gebruik en/of in reclame en/of in aanduidingen op de bussen en panden. Het komt er dus op neer dat na de verkoop van de handelsnaam “
Touringcarbedrijf [appellant] B.V.” aan Hala c.s., de familienaam [appellant] niet mag worden gebruikt ter aanduiding van het bedrijf van [appellant] in de genoemde branche en de door dat bedrijf geleverde diensten. Het enkele feit dat het ook de achternaam is van de bij [handelsnaam] werkzame personen maakt dat niet anders. Dat is nu eenmaal de consequentie van het feit dat deze familienaam destijds is gekozen als handelsnaam, welke vervolgens tezamen met het bedrijf aan een derde is verkocht.
[handelsnaam]” en de handelsnaam “
[handelsnaam]” en wel in de desbetreffende branche van touringcarbedrijven en verwerkt in reclame. Ten aanzien van dat gebruik kan in ernst niet worden betwijfeld dat het, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, een inbreuk als door de rechter (die het vonnis van 28 augustus 2014 wees) verboden oplevert.
”zoals zij dat in ieder geval tot 19 november 2014 deden op onder meer hun website, niet in strijd is met het vonnis van 28 augustus 2014.
boetes” in de toelichting op deze grief, doelen op de dwangsommen voor zover zij die verbeurd hebben. Volgens hen is het niet redelijk indien zij aan verbeurde dwangsommen een bedrag van € 50.000,-- dienen te betalen, omdat het dictum van het vonnis van 28 augustus 2014 onnauwkeurig en dubbelzinnig is. Volgens [appellant] c.s. kan van een andere voorzieningenrechter worden verlangd dat deze onderzoekt of de overtreding van een vonnis zo ernstig is dat daarmee dwangsommen zijn verbeurd. [appellant] c.s. hebben zich in dit verband beroepen op een uitspraak van de Hoge Raad van 15 februari 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BB8095). Deze toets is volgens [appellant] c.s. een andere toets dan de toets van artikel 611d Rv.