ECLI:NL:GHSHE:2015:3931

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 oktober 2015
Publicatiedatum
6 oktober 2015
Zaaknummer
HD 200.134.122_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opdracht tot verrichten van werkzaamheden aan een auto en geschil over facturering

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in een geschil met Profile Tyrecenter B.V. over de betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden aan een auto. [appellant] had zijn Audi A4 bij Profile achtergelaten voor het vervangen van de waterpomp en de distributieriem. Na het uitvoeren van de werkzaamheden, die ook andere reparaties omvatten, ontving [appellant] een factuur van € 3.647,43. Hij heeft de betaling van deze factuur betwist, met als argument dat hij geen opdracht had gegeven voor de extra werkzaamheden en dat de auto nog functioneerde toen hij deze bij Profile achterliet.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [appellant] wel degelijk opdracht heeft gegeven voor het vervangen van de waterpomp en de distributieriem, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de opdracht voor de overige werkzaamheden en de APK. Het hof heeft Profile toegelaten tot bewijslevering om aan te tonen dat de overige schade aan de motor reeds bestond op het moment dat [appellant] de auto bij Profile achterliet. Tevens heeft het hof geoordeeld dat Profile onvoldoende onderbouwd heeft dat er buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

De zaak is aangehouden voor bewijslevering en verdere behandeling van de grieven. Het hof heeft een roldatum vastgesteld voor het opgeven van getuigen en verhinderdata, en heeft de advocaat van Profile in de gelegenheid gesteld om bij memorie na enquête de factuur verder te onderbouwen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.134.122/01
arrest van 6 oktober 2015
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. P.C.H. Jansen te Roosendaal,
tegen
Profile Tyrecenter [profile tyrecenter] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Profile,
advocaat: mr. R.P.G. Schelvis te Tilburg,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 26 november 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, kanton, zittingsplaats Middelburg (hierna: de kantonrechter), onder zaaknummer 249431 / 13-408 gewezen vonnis van 21 augustus 2013.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 26 november 2013 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 5 december 2013;
  • de memorie van grieven met producties;
  • de memorie van antwoord met producties.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

6.De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

7.De beoordeling

7.1.
In dit hoger beroep wordt uitgegaan van de volgende feiten.
In een weekend in 2010 heeft [appellant] zijn auto, te weten een Audi A4 met kenteken [kenteken] (hierna: de auto), bij Profile achtergelaten. Op dat moment waren er geen medewerkers van Profile aanwezig.
De maandag die daar op volgde, is er telefonisch contact geweest tussen een medewerker van Profile, te weten de heer [medewerker van profile] (hierna: [medewerker van profile] ), en [appellant] . Tijdens dit gesprek heeft [appellant] (in elk geval) opdracht gegeven de waterpomp en de distributieriem van de auto te vervangen.
Profile heeft de waterpomp en distributieriem van de auto vervangen, overige werkzaamheden met betrekking tot de motor van de auto uitgevoerd en een APK verricht; een deel van de werkzaamheden heeft Profile uitbesteed aan revisiebedrijf [revisiebedrijf] (hierna: [revisiebedrijf] ).
Bij een op 17 juni 2011 gedateerde en door [appellant] ontvangen factuur heeft Profile voor de door haar verrichte werkzaamheden en materialen een bedrag van € 3.647,43 in rekening gebracht (prod. 1 inl. dagv.). Deze factuur vermeldt de volgende posten, met in de laatste kolom bedragen in euro’s:

WATERPOMP AUDI/VW WP 6995 […] 55,40
MICRO-V RIEM XF 6PK1590 […] 29,42
Manuren Automonteur 29,00 […] 1.669,24
Manuren Automonteur, credit ivm foute
nokkenas-afstelling door revisiebedrijf -8,00 […] -460,48
11-1665 Kopbouten […] 39,61
CT909K5 Distributieriemkit […] 143,48
KLEP V94083 […] 398,72
KOPPAKKINGSET PH8090 […] 233,70
Koprevisie […] 392,86
SPANROL VAG VKM 11018 […] 71,40
APK-aktie benzine bj 1993 -> […] - 22,15
EH8059 Hydr. Klepstoter […] 140,80
EH8058 Hydr. Klepstoter […] 272,28
4 Gas Meting Personenwagen […] 15,55
Apk Keuring […] 41,81
Afmeldtarief Apk Goedkeurmelding […] 3,45
SILENCIO RW.SET 2X550MM VM211 […] 39,98
Bij brieven van 13 augustus 2012, 26 en 30 oktober 2012 (prod. 2a-c inl. dagv.) heeft Profile [appellant] gesommeerd tot betaling van voormeld factuurbedrag, buitengerechtelijke kosten en rente. [appellant] heeft aan deze sommaties geen gehoor gegeven.
7.2.
Profile heeft in eerste aanleg gevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van € 4.303,56 (bestaande uit € 3.647,43 aan hoofdsom, € 450,- aan buitengerechtelijke incassokosten en € 206,13 aan rente tot 10 januari 2013), vermeerderd met rente en kosten. Aan de gevorderde hoofdsom heeft Profile ten grondslag gelegd dat [appellant] haar opdracht heeft gegeven tot het verrichten van werkzaamheden aan zijn auto, dat zij deze werkzaamheden heeft verricht en in rekening heeft gebracht bij voormelde factuur.
7.3.
Nadat [appellant] verweer had gevoerd, heeft de kantonrechter in het vonnis waarvan beroep de vorderingen van Profile toegewezen en [appellant] veroordeeld in de proceskosten.
7.4.
[appellant] heeft in hoger beroep acht grieven aangevoerd, geconcludeerd tot vernietiging van het beroepen vonnis en tot het alsnog afwijzen van de vorderingen van Profile, met veroordeling van Profile in de proceskosten van het hoger beroep en de eerste aanleg.
7.5.
Vaststaat dat [appellant] aan Profile opdracht heeft gegeven tot A) het vervangen van de waterpomp en de distributieriem. Tussen partijen is in geschil of [appellant] tevens opdracht heeft gegeven tot B) het herstel van de schade die als gevolg van de defecte distributieriem is ontstaan en of deze schade reeds bestond ten tijde van de door [appellant] aan Profiel gegeven opdracht; en C) voor een APK. Met de grieven 1 tot en met 7 zijn deze geschilpunten aan het hof ter beoordeling voorgelegd. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
7.6.
Profile stelt dat de auto niet meer reed op het moment dat zij deze op haar terrein aantrof. De monteurs [monteur 1] en [monteur 2] hebben de auto op de brug gezet, geconstateerd dat (nagenoeg) alle tanden van de distributieriem af waren en deze nagenoeg glad was. Het defect aan de distributieriem heeft tot meer schade aan de motor van de auto geleid, aldus nog steeds Profile. In het in r.o. 7.1 onder b bedoelde telefoongesprek heeft [medewerker van profile] dit met [appellant] besproken. De precieze schade, zo heeft [medewerker van profile] volgens Profile aan [appellant] medegedeeld, zou pas na nader onderzoek kunnen worden vastgesteld. [medewerker van profile] heeft daarom een richtprijs van tussen de € 1.000,- (in het gunstigste geval) en de € 4.000,- tot € 4.200,- (in het ongunstigste geval) meegegeven. Profile stelt dat [appellant] hier begrip voor had en opdracht heeft gegeven de waterpomp en distributieriem te vervangen, alsmede de schade te herstellen die het gevolg was van de defecte distributieriem. Volgens Profile was de volledige schade aan de motor reeds aanwezig op het moment dat [appellant] de auto bij haar achterliet. Daarnaast wijst Profile erop dat zij een opdracht van [appellant] om alleen de waterpomp en de distributieriem te vervangen, nooit zou hebben aanvaard, omdat dat in de toestand waarin de motor zich bevond technisch onmogelijk was. Voorts stelt Profile dat [appellant] in meergenoemd telefoongesprek tevens opdracht heeft gegeven tot het verrichten van een APK.
[appellant] betwist dat hij opdracht heeft gegeven tot het herstellen van de overige motorschade (naast de defecte waterpomp en de distributieriem) en het verrichten van een APK. In het in r.o. 7.1 onder b bedoelde telefoongesprek heeft [medewerker van profile] helemaal geen gewag gemaakt van andere schade dan aan waterpomp en distributieriem, en evenmin is een richtprijs genoemd. Pas veel later heeft [appellant] naar eigen zeggen van Profile vernomen dat niet alleen de waterpomp en distributieriem zijn vervangen, maar dat Profile veel meer werkzaamheden aan de auto heeft verricht. Volgens [appellant] is de overige schade aan de motor pas ontstaan nadat hij de auto bij Profile had achtergelaten, door toedoen van Profile dan wel een door haar ingeschakelde derde. Hij voert in dit verband aan dat de auto nog reed op het moment dat hij en zijn partner (mw. [partner van appellant] ) deze bij Profile achterlieten. Dit wordt volgens [appellant] ook bevestigd door een collega van hem (mw. [collega van appellant] ), die nog iemand met de auto heeft zien rijden de dinsdag nadat deze bij Profile was ingeleverd. Gelet op de ouderdom van de auto en het aantal kilometers dat ermee was gereden, zou [appellant] naar eigen zeggen ook nooit opdracht hebben gegeven om kostbare herstelwerkzaamheden te doen plaatsvinden. Verder hoefde de auto pas een half jaar nadien APK gekeurd te worden, aldus [appellant] .
7.7.
Ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv rust op Profile de stelplicht en, na gemotiveerde betwisting, de bewijslast dat [appellant] tevens opdracht heeft gegeven tot het verrichten van de in r.o. 7.5 onder B) en C) genoemde werkzaamheden. In dit kader dient Profile, ten bewijze van de omvang van de opdracht van [appellant] met betrekking tot de onder B) genoemde werkzaamheden, ook te bewijzen dat de overige motorschade reeds bestond op het moment dat [appellant] de auto bij Profile achterliet (en Profile deze aantrof). Profile zal, gelet op het door haar gedane gespecificeerde bewijsaanbod, worden toegelaten tot bewijslevering.
7.8.
Wat betreft het bedrag dat Profile voor de werkzaamheden heeft gefactureerd, overweegt het hof als volgt.
Weliswaar heeft [appellant] betwist dat hij opdracht heeft gegeven tot het verrichten van de onder B) en C) genoemde werkzaamheden, maar hij heeft niet, althans niet gemotiveerd, betwist dat het totaalbedrag van de factuur ziet op de onder A), B) en C) genoemde werkzaamheden en materialen. Evenmin heeft hij de hoogte van deze in rekening gebrachte werkzaamheden en materialen betwist. Het hof is daarom van oordeel dat, indien komt vast te staan dat [appellant] niet alleen opdracht heeft gegeven voor de onder A) maar ook tot de onder B) en C) genoemde werkzaamheden, [appellant] het volledige gefactureerde (en in hoofdsom gevorderde) bedrag verschuldigd is. De vraag of in het in r.o. 7.1 onder b bedoelde telefoongesprek tussen [appellant] en [medewerker van profile] een richtprijs is aangegeven, behoeft dan ook geen beantwoording.
7.9.
Uit het voorgaande volgt tevens dat het, indien Profile slaagt in de in r.o. 7.7 bedoelde bewijsvoering, niet noodzakelijk is dat zij de factuur nader specificeert. Een dergelijke specificatie van de factuur, waarbij Profile toelicht welke bedragen (inzake materialen en manuren) moeten worden toegerekend aan het vervangen van waterpomp en distributieriem, is echter wel aangewezen indien Profile niet in de in r.o. 7.7. bedoelde bewijsvoering slaagt. Vanuit het oogpunt van efficiëntie bepaalt het hof dat Profile in de gelegenheid zal worden gesteld om reeds bij memorie na enquête te onderbouwen welke bedragen op de factuur moeten worden toegerekend aan het vervangen van waterpomp en distributieriem.
7.10.
Voor zover grief 2 mede inhoudt dat de kantonrechter op enkele punten buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden, behoeft dit, gelet op hetgeen hiervoor in r.o. 7.5 tot en met r.o. 7.9 is overwogen, geen bespreking meer.
7.11.
Grief 8 is gericht tegen de toewijzing door de kantonrechter van de door Profile gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
Naar het oordeel van het hof heeft Profile onvoldoende onderbouwd dat voorafgaand aan de onderhavige procedure meer of andere werkzaamheden zijn verricht dan die waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. Dit betekent dat grief 8 slaagt.
7.12.
In afwachting van de bewijsvoering wordt de verdere behandeling van de grieven 1 tot en met 7 aangehouden.

8.De uitspraak

Het hof:
laat Profile toe feiten en omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat:
  • [appellant] in het in r.o. 7.1 onder b bedoelde telefoongesprek opdracht heeft gegeven tot het verrichten van een APK;
  • [appellant] in het in r.o. 7.1 onder b bedoelde telefoongesprek opdracht heeft gegeven tot het herstellen van de overige motorschade van de auto als gevolg van de defecte distributieriem, en dat die schade reeds bestond op het moment dat de auto werd achtergelaten bij Profile (en Profile deze aantrof);
bepaalt, voor het geval Profile bewijs door getuigen wil leveren, dat de getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. J.J. Janssen als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van 20 oktober 2015 voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
bepaalt dat de advocaat van Profile tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
stelt Profile in de gelegenheid bij memorie na enquête te onderbouwen welke bedragen op de factuur moeten worden toegerekend aan het vervangen van waterpomp en distributieriem;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S. Riemens, P.M. Arnoldus-Smit en J.J. Janssen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
6 oktober 2015.
griffier rolraadsheer