3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
( i) [appellante] heeft op 22 januari 2010 (via haar assurantietussenpersoon) bij NN een aanvraag gedaan voor het afsluiten van een motorrijtuigenverzekering voor een Volkswagen Transporter.
(ii) Op het aanvraagformulier (prod. 1 inleidende dagvaarding) is [appellante] als aanvrager vermeld en haar dochter [dochter appellante] (hierna: [dochter appellante] ) als regelmatige bestuurder. Op dit door [appellante] ondertekende aanvraagformulier is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“Voorgeschiedenis
Bij deze vragen dienen feiten vermeld te worden over het schadeverloop van de aanvrager/het bedrijf van de aanvrager en/of andere personen van wie het belang wordt meeverzekerd op deze verzekering, die zijn voorgevallen in de laatste acht jaar (..)
Zijn er schaden veroorzaakt/geleden door gebeurtenissen Ja
waarvoor de gevraagde verzekering dekking biedt?
Aantal schaden? 1
(..)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Is er door een verzekeraar enige vorm van verzekering Nee
geweigerd of opgezegd (..)?
Is er sprake geweest van een aanraking met politie/justitie Nee
ter zake (van verdenking) van het plegen van een misdrijf?
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wordt de rijvaardigheid van u en/of de regelmatige Nee
bestuurder beïnvloed door een lichaamsgebrek, een ziekte
of het gebruik van medicijnen?
Is er sprake (geweest) van voorwaardelijke ontzeggingvan Nee
de rijbevoegdheid aan u of de regelmatige bestuurder?
ToelichtingAuto wordt gebruikt voor gehandicap-
tenvervoer van aanvrager+echtgenoot,
dochter is regelmatige bestuurder,
schoonzoon rijdt incidenteel
(..)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- (..)
Mededelingsplicht
Aanvrager is verplicht de vragen in deze aanvraag volledig en naar waarheid te beantwoorden voor zichzelf én voor iedere andere persoon wiens belangen worden meeverzekerd, over wat hij zelf weet én wat die andere persoon weet. Aanvrager is hiervoor zelf verantwoordelijk, ook al beantwoordt een ander die vragen namens hem.”
(iii) [appellante] en haar inmiddels overleden echtgenoot kampten met lichamelijke aandoeningen. De te verzekeren Volkswagen Transporter was geschikt voor gehandicaptenvervoer. [appellante] noch wijlen haar echtgenoot kon of mocht een auto besturen; daarom werd hun dochter [dochter appellante] opgevoerd als regelmatige bestuurder.
(iv) De verzekeringsovereenkomst tussen NN en [appellante] (als verzekeringnemer) is op 8 januari 2010 tot stand gekomen (prod. 3 inleidende dagvaarding).
( v) Op 2 of 3 oktober 2010 is de Volkswagen Transporter gestolen. [appellante] heeft de diefstal gemeld bij haar assurantietussenpersoon en aanspraak gemaakt op uitkering onder de verzekeringsovereenkomst.
(vi) NN heeft naar aanleiding van de claim een onderzoek naar de toedracht laten instellen. Uit dit onderzoek is gebleken dat in 2008 aan [dochter appellante] een inboedelverzekering is geweigerd. De weigering hield verband met een verzwijging door [dochter appellante] van het strafrechtelijke verleden van haar partner [partner appellante] . Dit strafrechtelijke verleden bestond onder meer hieruit dat [partner appellante] de auto van [appellante] had beschadigd.
(vii) NN heeft bij brief van 10 januari 2011 (prod. 7 inleidende dagvaarding) dekking onder de verzekeringsovereenkomst geweigerd en de overeenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd.