ECLI:NL:GHSHE:2015:354
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overschrijding van de termijn en gebrek aan inhoudelijke gronden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten [appellant 1] en [appellant 2] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, dat op 16 december 2014 was uitgesproken. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep te laat was ingediend, aangezien dit pas op 29 december 2014 was ingediend, terwijl de termijn voor het instellen van hoger beroep op 24 december 2014 was verstreken. Het hof heeft de appellanten niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep, omdat zij geen gronden hebben aangevoerd die de termijnoverschrijding als verschoonbaar konden kwalificeren. Het hof benadrukt dat de termijnen voor het aanwenden van rechtsmiddelen strikt dienen te worden nageleefd, tenzij er sprake is van een door de rechtbank begane fout of verzuim, wat in deze zaak niet het geval was.
Daarnaast heeft het hof opgemerkt dat een beroepschrift in beginsel de gronden moet bevatten waarop het appel berust. De appellanten hadden in hun beroepschrift geen inhoudelijke gronden geformuleerd, maar slechts een verzoek gedaan om een nadere termijn voor het indienen van deze gronden. Het hof heeft geoordeeld dat een dergelijke verwijzing naar de stellingen in eerste aanleg onvoldoende is en dat er geen deugdelijk voorbehoud tot aanvulling van de gronden was gemaakt. Hierdoor zijn de appellanten ook om deze reden niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Ten slotte heeft het hof opgemerkt dat de jaarstukken van de onderneming van appellanten ontbraken, waardoor niet kon worden getoetst of zij te goeder trouw waren ten aanzien van het ontstaan van de schulden.