3.2.Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Partijen hebben hieraan ter zitting het volgende toegevoegd.
Belanghebbende:
De radiator is na de peildatum geplaatst. Er is heel veel onderzoek gedaan in de woning van belanghebbende. Maar een paar huizen verderop, bij een vriendin van belanghebbende, zijn geen problemen.
De Heffingsambtenaar zegt dat rekening is gehouden met de problemen met de verwarming. Maar door die lage prijs per kubieke meter kom je wel wat lager, maar dat is maar € 2.500. Naar mijn mening is dat te weinig, dit zou € 15.000 moeten zijn.
De heer Vermeule van [bedrijf 2] heeft ook gezegd dat hij zich niet kan vinden in het vonnis van GIW. De aannemer heeft zich met hand en tand verzet. Alleen belanghebbende heeft een procedure gestart terwijl in de wijk ook dure huizen staan, waarvan de eigenaren de middelen hebben om een advocaat in te schakelen. Toch is dat niet gebeurd. Als in de slaapkamer de verwarming op 25 graden wordt gezet, wordt het in badkamer ook warm. Maar wanneer de temperatuur op de normale temperatuur voor de slaapkamer wordt gezet, wordt het in de badkamer niet warmer dan 18 graden.
Het euvel wordt veroorzaakt doordat er te weinig leidingen liggen voor de vloerverwarming in de badkamer. Dat hebben de andere huizen niet. Een optie was om de hele badkamer af te breken, alle leidingen eruit en een compleet nieuwe installatie aan te leggen. Ik heb die kosten becijferd op € 15.000; ik kan me voorstellen dat er wat afschrijving is in het gebrek. Naar mijn mening is de waarde van de onroerende zaak niet hoger dan € 232.000.
Ik ben gemachtigde voor mijn zus en zwager. De kosten van deze procedure zullen door mij aan hen gefactureerd worden.
Heffingsambtenaar:
De correctie van € 15.000 is genoemd in de procedure betreffende het jaar 2007, vanwege het algemeen bekende probleem in de wijk dat de verwarming het niet deed. Dit probleem is dus niet pas in 2012 bekend geworden, zoals belanghebbende stelt. Het probleem met de centrale verwarming was vanaf het begin al bekend.
Reeds in 2007/2008 is er in de pers aandacht geweest voor deze hele wijk. De verkopende partijen van 33 en 49 waren daarvan ook op de hoogte. En in de verkoopakten is niets vermeld van bouwkundige gebreken. De enige die dat wel zegt is belanghebbende.
In deze wijk vindt verwarming plaats doordat aardwarmte wordt opgehaald, maar het probleem is dat het water niet de temperatuur haalt die zou worden verwacht. Dat is wel degelijk een probleem in deze wijk. De rechter heeft in de vorige procedure beslist dat het verschil in verwarmingssysteem van deze woning met referentieobjecten het verschil in waarde rechtvaardigt. In de rapporten van GIW en IAC is vermeld dat de pomp die de verwarming moet aansturen, wordt aangestuurd via de kamerthermostaat. Er wordt niet gezegd dat de temperatuur niet haalbaar is, maar er wordt gezegd dat in het geval de kamerthermostaat hoger wordt gezegd, dat de temperatuur dan hoger wordt. Dan wordt het dus warmer in de kamer.
We hebben twee vergelijkingsobjecten, taxateur heeft de laagste m3-prijs genomen. Nummer 49 heeft hetzelfde probleem. We hebben de m3-prijs van nummer 49 en van nummer 33 berekend aan de hand van de verkoopprijs en om belanghebbende tegemoet te komen hebben we van die twee m3-prijzen de laagste genomen. Daarmee is voldoende rekening gehouden met het gebrek, de waarde is hierdoor met ongeveer € 6.000 euro verminderd.
Uit het dossier blijkt ook dat de heer Vermeule, van [bedrijf 2] heeft verklaard dat dit een probleem is dat voor de hele wijk geldt. Ik heb nergens gelezen dat er voor deze woning een specifiek probleem zou zijn. Het verhaal dat er te weinig leidingen zouden liggen hoor ik nu voor het eerst. Ik vind dit een nieuw feit.