7.2.De raadsheer-commissaris ten overstaan van wie Delta Lloyd de eerste vier van genoemde zeven getuigen in enquête heeft doen horen, wijst dit arrest niet mee vanwege zijn vertrek bij het hof.
7.3.1.Getuige [schaderegelaar] (hierna “ [schaderegelaar] ”) heeft verklaard medio 2009 als schaderegelaar werkzaam te zijn geweest bij Acura Assuradeuren, destijds gevolmachtigd agent voor Delta Lloyd. [schaderegelaar] behandelde de schades die onder de verzekeringen van Delta Lloyd vielen. [schaderegelaar] heeft aan de hand van een digitaal aangemaakte, op 27 mei 2009 gedateerde notitie van een telefoongesprek verklaard te hebben gesproken met een persoon die zich [geïntimeerde] noemde. [schaderegelaar] heeft daarbij naar voren gebracht zich niet meer te herinneren wat er precies is besproken tijdens dit gesprek, maar de strekking daarvan nog wel te weten: genoemde persoon meldde dat hagel schade had toegebracht aan de verzekerde auto en vroeg of deze schade onder de dekking van de ten behoeve van de auto gesloten verzekering viel. [schaderegelaar] heeft naar zijn verklaring de gespreksnotitie direct nadat het gesprek was gevoerd opgesteld. Volgens [schaderegelaar] kan de datum van deze gespreksnotitie niet zijn gewijzigd. De inhoud daarvan kan wel zijn veranderd.
7.3.2.Een zogenaamd screenshot van genoemde gespreksnotitie is aan het proces-verbaal gehecht. De tekst van deze (al eerder bij productie 4 inleidende dagvaarding in de procedure gebrachte) notitie luidt als volgt:
“VN heeft hagelschade opgelopen aan zijn voertuig door de storm van de nacht van 25.05.2009. Aangegeven dat wij helaas niets voor hem kunnen betekenen daar hij uitsluitend een WA dekking heeft op zijn auto.”
7.3.3.Getuige [buurman van geïntimeerde] (hierna “ [buurman van geïntimeerde] ”) heeft verklaard dat de auto van [geïntimeerde] hagelschade heeft opgelopen bij de hagelbui in [woonplaats] van 25 mei 2009. [buurman van geïntimeerde] was op deze datum buurman van [geïntimeerde] . Hij heeft deze schade in de dagen dan wel weken na 25 mei 2009 op enig moment voor het eerst gezien. Getuige [buurvrouw van geïntimeerde] (hierna “ [buurvrouw van geïntimeerde] ”), de echtgenote van [buurman van geïntimeerde] naar het hof uit de dossierstukken begrijpt, heeft verklaard dat de auto van [geïntimeerde] door de hagelbui van 25 mei 2009 is beschadigd. Zij heeft verder verklaard dat zij meent deze schade nog op dezelfde dag te hebben gezien. Beide getuigen hebben verklaard een (zeer) slechte verstandhouding te hebben met [geïntimeerde] .
7.3.4.Getuige [kennis van geïntimeerde] (hierna “ [kennis van geïntimeerde] ”) kent de familie [familie geïntimeerde] uit het AZC [plaats] . Zij heeft verklaard de familie [familie geïntimeerde] te hebben uitgenodigd voor een bezoek in haar nieuwe woning in [plaats] . De heer en mevrouw [familie geïntimeerde] (naar het hof begrijpt [geïntimeerde] en zijn echtgenote) hebben een aantal maanden na december 2008 [kennis van geïntimeerde] in haar nieuwe woning in [plaats] bezocht. Zij hebben toen daar gelogeerd. Mevrouw [vrouw van geïntimeerde] heeft volgens [kennis van geïntimeerde] na dit bezoek per telefoon aan [kennis van geïntimeerde] verteld dat er in hun woonplaats een hagelbui was geweest, waarbij tuinmeubilair en ramen van hun woning kapot waren gegaan. Naar de verklaring van [kennis van geïntimeerde] was de auto van de familie [familie geïntimeerde] vanwege de logeerpartij in [plaats] onbeschadigd gebleven.
7.3.5.[geïntimeerde] heeft als door Delta Lloyd opgeroepen getuige verklaard op 25 mei 2009 met zijn auto tussen 15.00 uur en 16.00 uur van zijn woning te zijn vertrokken met zijn echtgenote en zijn drie kinderen. Zij gingen op bezoek bij een kennis in [plaats] die [geïntimeerde] uit het AZC kende en die een nieuwe woning had betrokken. Op 26 mei 2009 zijn zij om 8.30 uur weer teruggekeerd uit [plaats] . Toen [geïntimeerde] thuis kwam, bleek hij schade te hebben opgelopen in zijn achtertuin. Ter zake de schade aan zijn tuinmeubelen heeft [geïntimeerde] vervolgens een claim ingediend bij de verzekering, maar er volgde geen uitkering. [geïntimeerde] heeft verklaard dat hij slechts eenmaal een schadeclaim heeft ingediend betreffende zijn auto. Deze claim betrof hagelschade die de auto had opgelopen tijdens een autorit die zijn zoon [zoon 1 van geïntimeerde] in 2010 naar Polen heeft gemaakt. [zoon 1 van geïntimeerde] , die in 2008 zijn rijbewijs heeft gehaald, had de bij aankoop van de auto gesloten autoverzekering uitgebreid naar een verzekering die beter bij de familie paste, een zogenaamde WA-Plus verzekering. De bij de aankoop van de auto gesloten verzekering was een minimale verzekering. [geïntimeerde] begreep het verschil in verzekeringen toen niet goed, aldus [geïntimeerde] .
7.3.6.Getuige [zoon 1 van geïntimeerde] (hierna “ [zoon 1 van geïntimeerde] ”) is een zoon van [geïntimeerde] . Hij heeft verklaard dat de Opel Vectra van zijn vader hagelschade heeft opgelopen tijdens een autorit naar Polen in 2010. [zoon 1 van geïntimeerde] bestuurde toen de auto. Hij bracht spullen naar zijn stageverblijf aldaar en kwam onderweg naar zijn verklaring in een flinke hagelbui terecht, waarbij de auto allemaal kleine deukjes opliep. [zoon 1 van geïntimeerde] had eerder de autoverzekering uitgebreid, omdat hij vaker met de auto op pad ging en daarbij ook naar het buitenland ging. Bij vertrek naar Polen vertoonde de auto nog geen deukjes. De auto was in goede staat en had alleen wat kleine gebruiksbeschadigingen. Volgens [zoon 1 van geïntimeerde] had de auto bij de hagelbui in [woonplaats] geen schade opgelopen. Na uitzoekwerk achteraf (het hof begrijpt: in het kader van onderhavig geschil) is gebleken dat de familie [familie geïntimeerde] op de dag van de hagelbui in [woonplaats] in mei 2009 in [plaats] was, zo heeft [zoon 1 van geïntimeerde] ten slotte nog verklaard.
7.3.7.Getuige [zoon 2 van geïntimeerde] (hierna “ [zoon 2 van geïntimeerde] ”), eveneens een zoon van [geïntimeerde] , heeft bevestigd dat de auto van [geïntimeerde] schade heeft opgelopen toen [zoon 1 van geïntimeerde] daarmee naar Polen reed en in een hagelbui terecht kwam. Bij terugkomst van de auto uit Polen heeft [zoon 2 van geïntimeerde] over de hele auto kuiltjes waargenomen. De auto had voorafgaand aan deze rit geen schade opgelopen, op wat kleine bumperschade na. Tijdens een eerdere hagelbui in [woonplaats] was het gezin van [geïntimeerde] in [plaats] met de auto. Deze hagelbui heeft de tuinmeubelen volledig verwoest. Bij aankoop van de auto werd een standaard WA-verzekering geadviseerd. [zoon 1 van geïntimeerde] heeft later het initiatief genomen deze verzekering om te zetten in een WA-Plus verzekering. Dit leek verstandig, omdat [zoon 1 van geïntimeerde] veel met de auto op weg was. Het prijsverschil is daarbij meegewogen. [zoon 2 van geïntimeerde] kan zich naar zijn verklaring niet meer herinneren of hij het door hem verklaarde betreffende de wijziging van de autoverzekering destijds reeds heeft vernomen of pas op een later moment.
7.3.8.Getuige [medewerker van Vluchtelingenwerk] (hierna “ [medewerker van Vluchtelingenwerk] ”) kent de familie [familie geïntimeerde] via Vluchtelingenwerk. Zij heeft de familie [familie geïntimeerde] geholpen met hun papieren, huisvesting e.d.. Zij heeft verklaard de auto van [geïntimeerde] nooit zorgvuldig te hebben bekeken. Ernstige schade zou haar volgens haar verklaring wel zijn opgevallen. Op enig moment heeft [medewerker van Vluchtelingenwerk] gehoord dat [zoon 1 van geïntimeerde] schade aan de auto had opgelopen. [zoon 1 van geïntimeerde] was op reis naar Polen in noodweer terecht gekomen. Er waren grote hagelstenen op het dak van de auto gevallen, waardoor grote butsen waren ontstaan. [medewerker van Vluchtelingenwerk] heeft zelf deze schade nooit gezien. Het voorval in Polen heeft plaatsgevonden na de
“hageltoestand”in [woonplaats] , waar [medewerker van Vluchtelingenwerk] zelf ook mee te maken heeft gehad, omdat zij in de omgeving van [woonplaats] woont. Zij heeft toen van de familie [familie geïntimeerde] gehoord dat zij schade hadden in de tuin en aan een luifel, maar haar is toen niets verteld over schade aan de auto. Volgens [medewerker van Vluchtelingenwerk] zou zij dit laatste wel hebben gehoord als dat het geval was geweest.
7.3.9.Getuige [baas van zoon 1 van geïntimeerde] (hierna “ [baas van zoon 1 van geïntimeerde] ”) is eigenaresse van een uienverwerkingsbedrijf. Naar haar verklaring werkt [zoon 1 van geïntimeerde] al jaren voor haar bedrijf. [baas van zoon 1 van geïntimeerde] kent ook de familieleden van [zoon 1 van geïntimeerde] . [zoon 1 van geïntimeerde] is naar Polen gereisd om daar een stage te lopen in een vestiging van het bedrijf van [baas van zoon 1 van geïntimeerde] . Toen hij terugkwam van een reis naar Polen, heeft hij [baas van zoon 1 van geïntimeerde] opvallende hagelschade aan de auto laten zien. [baas van zoon 1 van geïntimeerde] zag overal deuken, kleine putjes. [baas van zoon 1 van geïntimeerde] had deze Opel Vectra al vaak eerder gezien. [zoon 1 van geïntimeerde] kwam voorafgaand aan zijn reis naar Polen wekelijks met deze auto op het bedrijf van [baas van zoon 1 van geïntimeerde] . De staat van de auto was steeds goed. [baas van zoon 1 van geïntimeerde] heeft voor de hagelschade nooit eerdere schade aan de auto gezien, aldus [baas van zoon 1 van geïntimeerde] .
7.3.10.Delta Lloyd heeft bij de door haar genomen memorie na enquête onder meer nog gewezen op het feit dat [geïntimeerde] zijn opstal en inboedel elders had verzekerd en dat bij de schademelding in augustus 2010 is meegedeeld dat [geïntimeerde] zelf de schade zou hebben opgelopen. Ook heeft Delta Lloyd nog rapporten van de weersomstandigheden in het gebied waar [zoon 1 van geïntimeerde] op 6 augustus 2010 zou hebben moeten gereden. Daaruit blijkt slechts van regen, maar niet van hagelbuien.