Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de man],wonende te [woonplaats],
[de vrouw],wonende te [woonplaats],
1.[de man],wonende te [woonplaats],
[de vrouw],wonende te [woonplaats],
6.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 24 juni 2014, waarbij het hof een comparitie van partijen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 25 augustus 2014.
7.De beoordeling
Tussen de woningen van partijen ligt een strook grond die grotendeels eigendom is van [geïntimeerde] en deels van [appellant]. De strook grond van [geïntimeerde] is onverhard en circa 90 cm breed.” Partijen hebben tijdens de comparitie verklaard, zoals ook is opgenomen in het door hen ondertekende proces-verbaal van comparitie, dat de bedoelde strook grond tussen hun woning grotendeels eigendom is van [appellant]. De strook grond die eigendom is van [appellant] is ongeveer 3,5 meter breed en bestraat en breed genoeg voor een auto.