Uitspraak
5.Het tussenarrest van 25 september 2014
6.De verdere loop van de procedure
7.De beoordeling
8.De uitspraak
20 juni 2016;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De appellant had eerder een schuldsaneringsregeling aangevraagd, maar de wettelijke termijn was inmiddels verstreken. Het hof had eerder, in een tussenarrest van 25 september 2014, de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad over de mogelijkheid van verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling. De Hoge Raad had op 10 oktober 2014 (ECLI:NL:HR:2014:2935) geoordeeld dat verlenging mogelijk is, zelfs na afloop van de wettelijke termijn. Het hof heeft vervolgens de relevante stukken en informatie van de advocaat van de appellant en de bewindvoerder beoordeeld. Het hof concludeerde dat de appellant zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling tijdig was nagekomen en dat er voldoende redenen waren om de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verlengen. Het hof heeft beslist dat de duur van de schuldsaneringsregeling wordt verlengd tot en met 20 juni 2016, waarbij de appellant verplicht is om aan alle uit de regeling voortvloeiende verplichtingen te voldoen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de appellant de kans gegeven om zijn schuldenlast te verlichten.