3.1.Tegen de door de voorzieningenrechter vastgestelde feiten is geen grief aangevoerd, zodat het hof deze feiten tot uitgangspunt van zijn oordeel zal nemen, zo nodig aangevuld met andere feiten.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
- Tussen partijen bestond sedert 6 november 2012 een huurovereenkomst met betrekking tot de woning, staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats].
- Vanwege herhaalde huurachterstand heeft de kantonrechter te Eindhoven bij vonnis van 24 oktober 2013, kort weergegeven, de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en [appellante] veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van onder andere de onbetaalde huurachterstand. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
- Het vonnis is op 18 november 2013 aan [appellante] betekend.
- Op enig moment na de betekening heeft [appellante] de huurachterstand betaald. Bij brief van 9 december 2013 heeft Stichting Woonbedrijf [appellante] medegedeeld dat zij bereid is om met haar in gesprek te gaan over het aangaan van een zogenaamde laatste kanscontract onder bepaalde voorwaarden waardoor [appellante] de aangezegde ontruiming kon voorkomen.
- Op 17 december 2013 heeft Stichting Woonbedrijf [appellante] gelet op haar uitzonderlijke situatie een laatste kansovereenkomst aangeboden. Met deze laatste kans overeenkomst heeft [appellante] ondanks het vonnis van 24 oktober 2013 de mogelijkheid gekregen om voorlopig in de woning te blijven wonen onder zeer strikte en zorgvuldig door Stichting Woonbedrijf opgestelde voorwaarden. In de overeenkomst heeft Stichting Woonbedrijf neergelegd dat [appellante] zich volledig aan alle voorwaarden moet houden en dat anders de ontruiming alsnog doorgaat en dat Stichting Woonbedrijf geen uitstel of coulance meer zal geven als [appellante] zich niet houdt aan de voorwaarden. Stichting Woonbedrijf behield zich uitdrukkelijk het recht voor om het vonnis tot ontruiming alsnog ten uitvoer te leggen.
- In de voorwaarden is – voor zover hier relevant - het volgende opgenomen:
‘Voor alle partijen is duidelijk dat vooralsnog GEEN nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten noch stilzwijgend tot stand kan en zal komen:
(…).
Voor het in gebruik hebben van de woning betaalt u maandelijks een bedrag die gelijk is aan de voorheen geldende totale huurprijs. U ontvangt van ons ook nota’s waarop staat “huur”, maar dit betreft juridisch gezien een vergoeding voor het voortgezet gebruik van uw woning. Uw huurovereenkomst is en blijft immers ontbonden.
Dit bedrag betaalt u volledig en voor de 1e van iedere maand. Gebeurt dit niet, dat gaat de ontruiming alsnog door. Jaarlijks wordt de vergoeding aangepast met het percentage dat ook van toepassing was geweest als er wel nog een huurovereenkomst zou zijn.
Betaalt een andere persoon voor u dit bedrag, dan moet dit bedrag ook op de 1ste van iedere maand bij Woonbedrijf binnen zijn. Gebeurt dit niet, dan gaat de ontruiming alsnog door.
U sluit een betalingsregeling af voor de huurachterstand. (Zie bijlage). Deze achterstand betaalt u ook op de 1ste van de maand.
U aanvaardt alle hulp, in het bijzonder van: Lumens in de buurt om de problematiek op te lossen waardoor de achterstand is ontstaan. Deze instantie bepaalt wanneer de hulpverlening kan stoppen. U geeft toestemming voor overleg tussen Woonbedrijf en de hulpverlenende instantie.
Bent u niet bereid om hulp te aanvaarden, verleent u geen toestemming tot overleg of breekt u zelf de hulp voortijdig af, dan gaat de ontruiming alsnog door.
(…).
Voor de overige verplichtingen van partijen jegens elkaar wordt verwezen naar de inhoud van de ontbonden huurovereenkomst. Op deze overeenkomst worden tevens de Algemene Huurvoorwaarden Woonruimte van 1 november 2004 van toepassing verklaard, welke als bijlage bij deze overeenkomst zijn toegevoegd. (…).
Deze overeenkomst is een jaar geldig, te rekenen vanaf de datum van het vonnis tot (...).
Na een periode van 12 maanden zal door Woonbedrijf worden besloten of onder de op dat moment nader te bepalen voorwaarden, een nieuwe huurovereenkomst met u zal worden gesloten. U wordt een paar weken voor de einddatum uitgenodigd voor een gesprek met een medewerker van Woonbedrijf;
Als u binnen dit jaar op welke wijze dan ook één of meerdere afspraken en voorwaarden niet nakomt, eindigt deze overeenkomst direct zonder nadere sommatie. In dat geval geven wij de deurwaarder onmiddellijk opdracht een nieuwe datum voor ontruiming te bepalen en uw woning te ontruimen;
U verklaart bij deze uitdrukkelijk en onherroepelijk dat u akkoord gaat dat wij in dat geval alsnog het genoemde vonnis onmiddellijk ten uitvoer zullen doen leggen.’
- Als producties 5, 8 en 9 heeft Stichting Woonbedrijf diverse betalingsherinneringen en sommaties overgelegd in verband met betalingsachterstanden van [appellante] vanaf februari 2014.
- Als productie 10 heeft Stichting Woonbedrijf een overzicht overgelegd waaruit naar voren komt dat de door [appellante] in de periode 1-1-2014 tot en met 1-11-2014 betaalde huurtermijnen telkens werden gestorneerd. Per 1 november 2014 bedroeg de betalingsachterstand € 685,-.
- In een gesprek van 13 oktober 2014 heeft Stichting Woonbedrijf [appellante] medegedeeld dat zij [appellante] gelet op opnieuw ontstane betalingsachterstanden geen nieuwe huurovereenkomst zal aanbieden en dat de ontruiming zal worden aangezegd.
- Bij exploot van 5 november 2014 is [appellante] door Stichting Woonbedrijf aangezegd dat de woning op 13 november 2014 door de deurwaarder zal worden ontruimd.
In afwachting van de uitspraak in kort geding in eerste aanleg heeft Stichting Woonbedrijf besloten de ontruiming van de woning op te schorten.
3.2.1.In de onderhavige procedure heeft [appellante] in eerste aanleg in kort geding, kort gezegd, gevorderd Woonbedrijf te verbieden het tussen partijen gewezen vonnis van 24 oktober 2013 ten uitvoer te leggen dan wel Woonbedrijf te veroordelen de tenuitvoerlegging van het vonnis met minimaal één maand na de betekening van het vonnis op te schorten, althans totdat de hulpverlening van [appellante] passende woonruimte voor haar heeft gevonden, met veroordeling van Woonbedrijf in de proceskosten en de nakosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellante], kort samengevat, primair ten grondslag gelegd dat zij aan het vonnis van 24 oktober 2013 en aan de met Woonbedrijf afgesloten overeenkomst van 17 december 2013 heeft voldaan en dat Woonbedrijf nu, meer dan een jaar na de datum van voornoemd vonnis, geen recht en belang heeft om alsnog tot ontruiming over te gaan. Subsidiair heeft zij aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de ontruiming zal leiden tot een medische noodtoestand aan haar zijde, nu het gelet op haar psychische toestand van groot belang is dat zij kan blijven wonen in de voor haar stabiele en vertrouwde omgeving.
3.2.3.Woonbedrijf heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.