ECLI:NL:GHSHE:2014:4742

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 november 2014
Publicatiedatum
18 november 2014
Zaaknummer
20-002172-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de betrouwbaarheid van verklaringen in de Zoutzuurmoorden

In deze zaak, die betrekking heeft op de Zoutzuurmoorden, heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 november 2014 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar voor moord. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen om rechtspsychologisch onderzoek te laten verrichten naar de betrouwbaarheid van verklaringen die zijn afgelegd door een inmiddels overleden medeverdachte. Dit onderzoek is noodzakelijk om de waarheidsgetrouwe aard van deze verklaringen te kunnen vaststellen, aangezien deze verklaringen cruciaal zijn voor de beoordeling van de zaak.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gepleit voor vernietiging van het eerdere vonnis en een veroordeling van de verdachte voor het medeplegen van moord. De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van voorbedachte raad en heeft betoogd dat de verdachte heeft gehandeld in een situatie van putatief noodweer. Het hof heeft tijdens de beraadslaging in raadkamer vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft daarom besloten om deskundigen te benoemen die het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de verklaringen van de overleden medeverdachte zullen uitvoeren.

Daarnaast heeft het hof bepaald dat getuigen moeten worden gehoord en dat relevante processen-verbaal aan het dossier moeten worden toegevoegd. Het hof heeft de zaak geschorst tot de volgende zitting op 11 februari 2014, waarbij het onderzoek verder zal worden voortgezet. Dit tussenarrest benadrukt het belang van een grondig en volledig onderzoek in strafzaken, vooral wanneer de verklaringen van getuigen en medeverdachten van cruciaal belang zijn voor de uitkomst van de zaak.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002172-13
Uitspraak : 18 november 2014
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Limburg van 26 juni 2013 in de strafzaak met parketnummer 03-700689-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954,
thans verblijvende in PI Zuid Oost - HvB Ter Peel Evertsoord te Evertsoord.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van “moord” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde, te weten: het medeplegen van moord, zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren met aftrek van voorarrest.
De verdediging heeft:
  • bepleit dat de verdachte van de ten laste gelegde voorbedachte raad zal worden vrijgesproken;
  • zich terzake van bewezenverklaring van “doodslag” gerefereerd aan het oordeel van het hof, maar bepleit dat de verdachte te dier zake zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat zij heeft gehandeld in een situatie van putatief noodweer dan wel putatief noodweerexces;
  • voorts bepleit dat bij de strafoplegging rekening zal worden gehouden met onder meer de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze uit de haar betreffende rapporten naar voren komen, hetgeen dient te leiden tot een lagere gevangenisstraf dan in eerste aanleg is opgelegd.
Heropening van het onderzoek
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is het hof gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Het hof acht het op de eerste plaats noodzakelijk dat door een deskundige, te weten: een rechtspsycholoog, een onderzoek zal worden ingesteld naar de mate van betrouwbaarheid van de door (de inmiddels overleden) [medeverdachte 1] gedurende het opsporingsonderzoek en de strafprocedure in eerste aanleg afgelegde verklaringen, zoals die zijn neergelegd in de betreffende processen-verbaal en de verbatim uitgewerkte verslagen die zich in het procesdossier bevinden. De stukken zullen daartoe in handen van de raadsheer-commissaris in dit gerechtshof worden gesteld, met als opdracht een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren door (afhankelijk van hun beschikbaarheid):
- prof. dr. P.J. van Koppen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam
of
- prof. dr. H.L.G.J. Merckelbach, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht.
Het hof zal daarbij bepalen dat een kopie van het gehele procesdossier alsmede van de gegevensdragers houdende (audiovisuele) registraties van politieverhoren (voor zover voorhanden) van [medeverdachte 1] aan de deskundige ter beschikking zullen worden gesteld. Aan de advocaat-generaal zal worden verzocht om te bevorderen dat voormelde gegevensdragers, voor zover die zich nog niet in het dossier bevinden, alsnog daaraan zullen worden toegevoegd.
Daarnaast acht het hof het noodzakelijk dat de hierna te noemen getuigen ter terechtzitting van het hof worden gehoord.
Tot slot acht het hof het noodzakelijk dat de processen-verbaal houdende de verklaringen van [medeverdachte 2] alsmede [medeverdachte 3], afgelegd in eerste aanleg, aan het dossier worden toegevoegd en zal aldus bevelen.
Het hof zal om voornoemde redenen het onderzoek ter terechtzitting heropenen.

BESLISSING

Het hof:

Heropent het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.

Schorsthet onderzoek, in het belang daarvan, tot de terechtzitting van het hof van
11 februari 2014 te 13.30 uur, welke zitting uitsluitend het karakter van een pro forma zitting zal hebben.
Beveelt de oproepingvan de verdachte, tegen laatstgenoemde terechtzitting, met
bevel tot kennisgevingdaarvan aan de raadsvrouwe.
Voor de schorsing voor een langere duur dan één maand bestaat de klemmende reden dat het hierna aan de raadsheer-commissaris op te dragen onderzoek niet binnen die termijn zal zijn afgerond.
Steltde stukken in handen van de raadsheer-commissaris in dit gerechtshof met als opdracht om (afhankelijk van hun beschikbaarheid) als deskundige te benoemen:
- prof. dr. P.J. van Koppen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam,
of
- prof. dr. H.L.G.J. Merckelbach, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht,
en door deze deskundige een onderzoek te laten instellen naar de mate van betrouwbaarheid van de door (de inmiddels overleden) [medeverdachte 1] gedurende het opsporingsonderzoek en de strafprocedure in eerste aanleg afgelegde verklaringen, zoals die zijn neergelegd in de betreffende processen-verbaal en de verbatim uitgewerkte verslagen die zich in het procesdossier bevinden.
Bepaaltdat ten behoeve van het uit te voeren onderzoek een kopie van het gehele procesdossier alsmede van de gegevensdragers houdende (audiovisuele) registraties van politieverhoren (voor zover voorhanden) van [medeverdachte 1] aan de deskundige ter beschikking zullen worden gesteld.
Verzoektde advocaat-generaal om, voor zover dat nog niet is geschied, te bevorderen dat vorenbedoelde gegevensdragers aan het procesdossier worden toegevoegd.
Beveeltvoorts
de oproepingtegen een nog nader te bepalen terechtzitting van de getuigen:
- [medeverdachte 2], geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats], verblijvende in een voor het hof onbekende Penitentiaire Inrichting in Nederland (gegevens op te vragen bij de advocaat-generaal);
- [medeverdachte 3], geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats], wonende [woonplaats];
- [getuige], geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats], wonende [woonplaats].
Beveeltde griffier van het hof er voor zorg te dragen dat de processen-verbaal houdende de in eerste aanleg afgelegde verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aan het dossier worden toegevoegd.
Aldus gewezen door
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. H. Eijsenga en mr. P.M. Frielink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R.H. Boekelman, griffier,
en op 18 november 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.