Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
- de kantoorruimte en de parkeerruimte duurzaam ter beschikking zijn gesteld aan [H] om te worden gebruikt als kantoorruimte voor haar directeur respectievelijk als parkeerruimte voor de bedrijfsauto; en
- deze ruimten ook daadwerkelijk hiervoor worden gebruikt.
- Zo is de huur niet per maand en bij vooruitbetaling overgemaakt op het in de huurovereenkomst genoemde bankrekeningnummer (art. 3, lid 1 van huurovereenkomst);
- Zo is niet gesteld of gebleken dat de lasten zoals elektriciteit ten laste van de huurder zijn gebracht (art. 3, lid 2 van huurovereenkomst);
- Zo heeft belanghebbende niet onverwijld de huurovereenkomst laten ontbinden en heeft zij deze ruimten niet onmiddellijk laten ontruimen op het moment dat de huurprijs niet maandelijks werd betaald (art. 8, lid 1 van huurovereenkomst); en
- Heeft belanghebbende de direct opeisbare boete van € 200 per dag niet opgeëist (art. 11 van huurovereenkomst)
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.