Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Tempo-Team Projecten B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],
Waterschap Brabantse Delta,gevestigd te [vestigingsplaats],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 2816501 VV EXPL 14-29)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
‘(…) Eindoordeel: Zeer goed Motivering: (…) Zowel als medewerker en als collega ben je een topper. Het is dan ook bijzonder teleurstellend dat we jou na 1 januari 2014 niet voor onze organisatie kunnen behouden. We zullen je missen. (…)’.
‘(…) is er inmiddels al iets bekend voor [appellante]? Ik heb het even nagekeken, zij kan tot en met 21 maart 2014 gedetacheerd worden. Daarnaast wil ik graag bij je informeren of de CAO Waterschappen qua salarisschalen nog wijzigt in 2014. Ik verneem het graag van je alvast bedankt voor de terugkoppeling’.
‘Wat is jouw laatste werkdag bij het Waterschap? Werk jij komende dinsdag op 24/12? (…)’.
‘Ik ben blij met de verruiming van 6 uur zodat ik ondersteuning kan bieden aan mijn collega’s zonder mijn huidige werkzaamheden uit het oog te verliezen. (…) Ik zie het als een uitdaging om met je samen te werken (…).’.
‘(…) In december 2013 hebben (…) [personeelslid 2 van Brabantse Delta] en jij (…) gesproken over de einddatum voor jouw verlengde detachering. Dit onder andere gelet op de overgang in maart 2014 naar fase C uit de uitzendcao. Je vroeg of [personeelslid 2 van Brabantse Delta] bereid was om mee te werken aan een detachering tot 1 juni 2014. [personeelslid 2 van Brabantse Delta] gaf aan dat hij bereid was om Tempo-Team hierom te verzoeken mits ik (…) daarmee akkoord ging. Je was er dus van op de hoogte dat een verlenging later dan maart een onzekere factor was. Tijdens ons overleg op vrijdag 20 december jl. heb ik aangegeven bereid te zijn om P&O te verzoeken om verlenging van je contract tot 1 april 2014. Uit de mail van [personeelslid 2 van Brabantse Delta] van 7 januari 2014 blijkt dat (…) 1 april 2014 niet mogelijk is maar dat de detachering tot uiterlijk 21 maart 2014 kan duren. (…) Je bent nu aan het werk in het kader van detachering tot 21 maart en niet tot 1 april. (…)’
‘(…) Hierbij bericht ik u dat waterschap Brabantse Delta niet gekomen is tot een overeenkomst met uitzendbureau Tempo-Team over uw inzet na 31 december 2013. Ook stel ik vast dat er geen directe rechtsverhouding bestaat tussen u en het waterschap. Dit maakt dat er geen grond bestaat voor het door u verrichten van werkzaamheden voor waterschap Brabantse Delta en de toegang tot diens gebouwen (…)’.
‘naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet is komen vast te staan dat door Tempo-Team aan [appellante] een aanbod is gedaan tot verlenging van de uitzendovereenkomst, ook niet via Brabantse Delta. Bij gebreke van een aanbod kan van aanvaarding geen sprake zijn, ook niet van stilzwijgende aanvaarding.’In haar toelichting op deze grief betoogt [appellante] niet dat Tempo-Team een (uitdrukkelijk) aanbod heeft gedaan, maar dat de kantonrechter heeft miskend dat sprake is van een driehoeksrelatie en dat iedere handeling van de ene partij doorwerkt in de verhouding met de andere partij. Volgens [appellante] kan de uitlener (Tempo-Team) zich niet verschuilen achter de inlener (Brabantse Delta) en vice versa.
‘Wat is jouw laatste werkdag bij het Waterschap? Werk jij komende dinsdag op 24/12? (…)’.Het hof is voorshands van oordeel dat, ook als tijdens het gesprek tussen [personeelslid 1 van Tempo-Team] en [appellante] op 24 december 2013, geen afscheid is genomen, dat niet tot een toewijzing van de vorderingen kan leiden. Immers, [appellante] heeft niet gesteld, en daar is ook geen enkele aanwijzing voor, dat tijdens dat gesprek mededelingen zijn gedaan waaruit zij heeft kunnen of mogen afleiden dat de overeenkomst ook na 31 december 2013 zou worden voortgezet.