ECLI:NL:GHSHE:2013:CA4016
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.A.G.M. Waaijers
- L.Th.L.G. Pellis
- A.J. Coster
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en de beoordeling van goede trouw van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van appellanten om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling. Appellant sub 1 en appellante sub 2, beiden gehuwd in gemeenschap van goederen, hadden eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank, dat was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat appellant sub 1 door zijn huwelijk met appellante sub 2 zijn oorspronkelijke schuldeisers had benadeeld, en dat er onvoldoende bewijs was dat appellanten te goeder trouw waren ten aanzien van hun schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 12 juni 2013 gehouden, waarbij beide appellanten en hun advocaat, mr. H. Sanli, aanwezig waren. De curator, mr. P.C.H.H. Kager, was ook ter zitting aanwezig, terwijl de beschermingsbewindvoerder niet verscheen.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de verzoeken van appellanten niet afzonderlijk had beoordeeld, wat volgens het hof noodzakelijk was. Het hof oordeelde dat de enkele omstandigheid dat appellant sub 1 gehuwd was met appellante sub 2, geen reden was om zijn verzoek af te wijzen. Echter, het hof concludeerde dat appellanten niet voldoende aannemelijk hadden gemaakt dat zij te goeder trouw waren geweest met betrekking tot hun schulden. De belastingschuld van € 7.708, die voortkwam uit onterecht ontvangen kinderopvangtoeslagen, werd als bewijs van deze slechte trouw gezien. Het hof oordeelde dat appellante sub 2, die nog steeds in behandeling was voor haar borderline persoonlijkheidsproblematiek, niet in staat was om de schuldsaneringsregeling succesvol te doorlopen.
Uiteindelijk heeft het hof de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, omdat niet was aangetoond dat appellanten de omstandigheden die tot hun schulden hadden geleid, onder controle hadden gekregen. De uitspraak benadrukt het belang van individuele beoordeling van verzoeken tot schuldsanering en de noodzaak van goede trouw van de schuldenaar.