ECLI:NL:HR:2012:BW4208

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04140
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toepassing schuldsanering wegens ontbreken goede trouw

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 11/04140. De zaak betreft een verzoeker die in cassatie is gegaan tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder geoordeeld in een zaak die voortvloeide uit een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2011. De verzoeker had een verzoek tot schuldsanering ingediend, maar dit verzoek werd afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatierekest naar voren zijn gebracht, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep van de verzoeker dan ook verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand zijn gebleven.

Uitspraak

27 april 2012
Eerste Kamer
11/04140
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 490256/FT-RK 11.1085 van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2011,
b. het arrest in de zaak 200.091.596/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 6 september 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 27 april 2012.