ECLI:NL:GHSHE:2013:834

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 maart 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
HD 200.071.907-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijwaring bij arbeidsongeval en aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 maart 2013, betreft het hoger beroep van Intercession Reinigingsdiensten B.V. tegen de afwijzing van haar vordering in vrijwaring door de kantonrechter. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een arbeidsongeval, waarbij Intercession als eiseres in vrijwaring optrad tegen [Bouw] Bouw B.V. en de Gemeente Heerlen. De vordering van Intercession was gericht op het verkrijgen van een schadevergoeding in verband met het arbeidsongeval, waarbij zij aansprakelijkheid claimde op basis van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek, dat werkgevers verplicht om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving.

De procedure in eerste aanleg had geleid tot een vonnis van de kantonrechter, die de vordering van Intercession afwees. In hoger beroep heeft Intercession 13 grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis en toewijzing van haar vorderingen. De Gemeente Heerlen heeft in het hoger beroep een incidentele conclusie tot voeging ingediend, waarbij zij verzocht om samenvoeging van deze zaak met een andere aanhangige zaak die betrekking had op een vordering van de Gemeente in ondervrijwaring tegen Combinatie [combinatie] Bouw / Homij Technische Installaties VOF.

Het hof heeft geoordeeld dat beide zaken met elkaar verknocht zijn en heeft de voeging van de zaken bevolen. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de einduitspraak. Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 7 mei 2013 voor memorie van antwoord, waarbij iedere verdere beslissing in het incident en de hoofdzaak is aangehouden. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 maart 2013.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.071.907/01
arrest van 12 maart 2013
gewezen in het incident tot voeging in de zaak van
Intercession Reinigingsdiensten B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. W.A.M. Rupert,
tegen:

1.[Bouw] Bouw B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J. Streefkerk,
2.
Gemeente Heerlen,
zetelende te Heerlen,
geïntimeerde,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. H.A.J. Stollenwerck,
op het bij exploten van dagvaarding van 12 januari 2010 ingeleide hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen, gewezen vonnissen van 30 juli 2008 en 14 oktober 2009 tussen appellante (Intercession) als eiseres in vrijwaring en geïntimeerden (respectievelijk [Bouw] en de Gemeente) alsmede RPS Advies BV te [vestigingsplaats] als gedaagden in vrijwaring.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 269074 CV EXPL 07-2865)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij memorie van grieven heeft Intercession onder overlegging van vijf producties in totaal 13 grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep van 14 oktober 2009 en, kort gezegd, tot het alsnog toewijzen van haar vorderingen (in vrijwaring), met veroordeling van [Bouw] en de Gemeente in de kosten van beide instanties.
2.2.
Ter rolle van 4 december 2012 heeft de Gemeente een incidentele conclusie tot voeging genomen van de onderhavige zaak met de eveneens bij het hof aanhangige zaak (zaaknummer HD 200.117.787/01) tussen de Gemeente enerzijds en Combinatie [combinatie] Bouw / Homij Technische Installaties VOF., alsmede haar vennoten [Bouw] en Homij Technische Installaties BV te [vestigingsplaats], anderzijds (hierna: Combinatie VOF).
2.3.
Bij memorie van antwoord in het incident heeft Intercession zich niet verzet tegen de gevorderde voeging van de beide zaken en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.4.
Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd in het incident.

3.De vordering tot voeging en de beoordeling daarvan

3.1.
De onderhavige zaak betreft het hoger beroep van het vonnis waarbij de kantonrechter de vordering van Intercession in vrijwaring tegen [Bouw] en de Gemeente heeft afgewezen. De zaak met nummer HD 200.117.787/01 betreft het hoger beroep van het vonnis waarbij de kantonrechter heeft beslist op de vordering van de Gemeente in ondervrijwaring tegen Combinatie VOF. Gelet daarop zijn beide zaken met elkaar verknocht en kan de gevraagde voeging worden bevolen.
3.2.
Het hof zal de beslissing over de kosten van het incident aanhouden tot de einduitspraak.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident:
beveelt de voeging van de onderhavige zaak (zaaknummer HD 200.071.907/01) met de bij dit hof aanhangige zaak met zaaknummer HD 200.117.787/01 tussen Gemeente Heerlen als appellante en Combinatie [combinatie] Bouw / Homij Technische Installaties VOF., alsmede haar vennoten [Bouw] en Homij Technische Installaties BV te [vestigingsplaats], als geïntimeerden;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 7 mei 2013 voor memorie van antwoord;
in het incident en de hoofdzaak:
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 maart 2013.