2.1.De gemeente Veldhoven heeft bij besluit van 14 juli 2009 van de raad van die gemeente vastgesteld de ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010’ (hierna: de Verordening). Deze Verordening luidt, voor zover te dezen van belang, als volgt:
‘Artikel 1. begripsomschrijvingen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
(…)
Artikel 2. Belastbaar feit.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste staanplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam "Toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
Artikel 3. Belastingplicht.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4. Vrijstellingen.
De belasting wordt niet geheven ter zake van verblijf:
1. door degene die:
a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
b. tijdelijk in de gemeente verblijft in een daarvoor geoutilleerde accommodatie en die van wege een lichamelijke of sociale handicap, dan wel door financiële c.q. sociaal maatschappelijke omstandigheden in de thuissituatie voor een vakantiebeleving is aangewezen op initiatieven van derden, zoals buurthuizen, scholen en vakantiecomités;
Artikel 6. Maatstaf van heffing.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 7. Belastingtarief.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,60.
Artikel 8. Belastingjaar.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9. Wijze van heffing.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel.
1. De "Verordening toeristenbelasting 2003" van 11/12 november 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zijn (sic) van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2010". (…).’.