ECLI:NL:GHSHE:2013:3090
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijkheid wegens niet indienen memorie van grieven
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep dat was ingeleid door een vrouw, appellante, tegen een man, geïntimeerde. De zaak was eerder behandeld door de rechtbank 's-Hertogenbosch, waar vonnissen waren gewezen op 21 december 2011 en 17 oktober 2012. De appellante had op 17 januari 2013 een exploot van dagvaarding ingediend om hoger beroep aan te tekenen. Echter, na het verlenen van een termijn van zes weken en een uitstel van vier weken voor het indienen van de memorie van grieven, had appellante deze memorie niet ingediend. Op de rolzitting van 25 juni 2013 constateerde de rolraadsheer dat het recht van appellante om de memorie van grieven te nemen was vervallen, omdat deze niet binnen de gestelde termijn was ingediend en er geen verzoek om uitstel was gedaan. Hierdoor werd aan de geïntimeerde akte van niet-dienen verleend.
Het hof oordeelde dat appellante geen grieven had aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, wat leidde tot de conclusie dat zij niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep. De uitspraak van het hof was dat appellante als de in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die aan de zijde van geïntimeerde waren begroot op € 683,- aan verschotten en € 447,- voor salaris advocaat. Deze uitspraak werd gedaan op 16 juli 2013 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.