Toen het uit was met [betrokkene 4], ergens in mei 2007 belde [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) mij op een dag op. [verdachte] vroeg hoe het met mij ging. Hij toonde interesse in mij. Ik vertelde dat ik [betrokkene 4] heel erg miste. Ik vertelde ook dat ik hier veel verdriet van had, dat ik me rot voelde en dat ik me afzonderde. Ik vertelde dat ik even geen zin meer had in het leven.
Een week later belde hij weer en toonde weer interesse over hoe het met me ging. Ik vertelde [verdachte] dat ik ondertussen behoorlijke huurschulden had. Ik vertelde dat ik nog een week had om mijn huurschuld te betalen en dat ik erg aan het stressen was. Ik vertelde dat ik hoofdpijn had en dat ik het een niet meer wist. Ik vroeg aan [verdachte] of hij mij kon helpen. [verdachte] vroeg me of ik er nooit aan gedacht had om achter het raam te gaan werken. Ik vroeg aan hem wat hij bedoelde. [verdachte] zei me dat hij naar me toe zou komen en dat hij dan wel even met me zou praten.
[verdachte] kwam omstreeks 18.30 uur naar me toe. Hij vertelde me dat achter het raam betekende seks hebben voor geld. Ik had op dat moment 2500 euro aan schulden. Dit heb ik ook tegen [verdachte] gezegd. Ik heb [verdachte] precies uitgelegd hoe mijn financiële situatie was en waar ik de schulden precies had.
Op een zondag in mei kwam mijn huisbaas naar me toe. Hij zei me dat ik nog 2 dagen had om 220 euro voor de huur te betalen. Ik wist niet waar ik dat geld vandaan moest halen in twee dagen tijd. Niemand kon mij echter helpen. Ik moest toen iets, anders werd ik dinsdag op straat gezet. Ik zat helemaal stuk, ik wist echt niet meer wat ik moest doen. Ik was erg bang dat ik op straat gezet zou worden. In uiterste noodzaak heb ik toen [verdachte] gebeld.
Ik heb toen diezelfde zondag naar [verdachte] gebeld. Ik weet nog dat ik zei: “ik doe het”. [verdachte] begon over het Baekelandplein in Eindhoven. Hij legde mij uit dat ik daar zou kunnen gaan werken. [verdachte] vertelde mij dat hij mij over twee uur kwam halen. Hij vertelde me dat ik mooie lingerie en mooie schoenen mee moest nemen. Dit voor het geval er plaats was en ik daar meteen zou kunnen gaan werken.
[verdachte] stopte voor mijn deur, belde op mijn gsm dat hij er was en ik ben bij hem in de auto ingestapt.
In Eindhoven bij het plein aangekomen is [verdachte] uitgestapt. [verdachte] vertelde me dat hij een huis wist waar waarschijnlijk een plek vrij was waar ik kon gaan zitten en werken als prostituee. Hij zei dat hij daar ging vragen of dit nog vrij was.
Na ongeveer vijf minuten kwam [verdachte] terug naar de auto en hij vertelde mij dat er een plek voor me vrij was bij pandnummer 16. Ik ben uitgestapt en naar dat huis gelopen samen met [verdachte].
[verdachte] en ik liepen naar nummer 16 en een meisje deed de deur open. Dit meisje stelde zich binnen voor als [betrokkene 5] (het hof begrijpt: [betrokkene 5]). [betrokkene 5] zei me dat de huur 100 euro kostte. [verdachte] gaf dat meisje vervolgens 100 euro. In de auto had hij ook al tegen mij verteld dat hij de huur zou betalen. Ik vroeg aan [verdachte] of ik dat terug moest betalen. Hij vertelde me toen dat ik dat niet terug hoefde te betalen, dat ik eerst maar mijn eigen leven op orde moest brengen.
Ik ben naar de ruimte achter het raam gegaan en ben in een stoel gaan zitten. Toen ik daar even zat, belde [verdachte] mij op. Hij vroeg me hoe het ging. [verdachte] had me in de auto al verteld dat hij me rond 02.00 uur zou ophalen. Hij had me al eerder verteld dat hij me elke dag zou brengen en ophalen.
Rond 24.00 uur belde [verdachte] weer om te vragen hoe het ging. [verdachte] zei “ik bedoel hoe gaat het op het plein”. Ik heb toen gezegd dat ik al een paar klanten had gehad. Hij vroeg hoeveel ik verdiend had. Ik zei dat ik 400 euro had verdiend.
[verdachte] belde mij dat hij er was. Ik ben in de auto ingestapt. [verdachte] vroeg hoeveel ik verdiend had en ik zei 400 euro. Hij bracht mij naar huis.
De volgende dag werd ik door [verdachte] gebeld. [verdachte] vertelde me dat ik naar het station in Den Bosch moest gaan en dat hij me daar zou ophalen. Op het station aangekomen zag ik [verdachte] in zijn personenauto zitten. Ik ben bij hem ingestapt en [verdachte] bracht mij naar Eindhoven .Hij reed naar het Baekelandplein.
Ik ben vervolgens gaan werken. [verdachte] heeft mij die avond een paar keer gebeld. Hij belde mij dan met de vragen of het druk was, of ik al veel had verdiend, hoe het ging daar.
Die nacht rond 2 uur ben ik gestopt met werken. [verdachte] heeft mij naar huis gebracht.
Zo ging het de komende tijd door .[verdachte] bracht en haalde mij op het werk.
Toen ik ongeveer 1 à 2 maanden hier werkte, vertelde ik tegen [verdachte] dat ik graag wilde stoppen met werken om op vakantie te gaan. [verdachte] vertelde mij dat als ik op vakantie wilde gaan ik hem dan de helft van het geld dat ik verdiende moest geven. [verdachte] had mij al eerder verteld dat ik zodra ik mijn financiën op orde had, ik hem geld moest geven. [verdachte] vond dat hij recht op de helft had omdat hij veel voor mij betekend had de afgelopen maanden. Hij vertelde mij dat hij ervoor gezorgd had dat ik nu geld kon verdienen. Hij vertelde dat hij de kamer op het Baekelandplein had geregeld .Hij vertelde dat hij mij altijd had gebracht en gehaald naar het werk. Hij vertelde dat hij de enigste vriend was die ik nog had en dat ik verder toch niemand had. Ik had op dat moment ook geen andere vrienden of mensen waar ik terug op kon vallen.
Ik wilde mijn geld eigenlijk niet geven. [verdachte] vertelde dat hij de helft moest hebben en dat hij er anders voor zou zorgen dat ik niet meer hier kon werken. [verdachte] was voor mij een grote man. Voor mijn gevoel kon hij dit allemaal ook regelen.
[verdachte] wilde de helft van het geld en als ik hem dat niet zou geven dan moest ik stoppen met het werk. Ik raakte in paniek. Ik begreep dat ik [verdachte] wel dat geld moest geven, anders had ik geen werk meer en zou ik financieel weer in de put komen.
Ik heb vervolgens na elke werkdag al mijn geld aan hem gegeven. Dit heb ik ongeveer twee weken gedaan. [verdachte] kwam ook vaak langs bij mijn werkplek. Ik liet hem dan binnen en nam hem mee naar boven. Bovengekomen wilde hij dan mijn geld hebben. Hij vroeg dan hoeveel ik verdiend had en nam dit mee.
Na ongeveer twee weken al mijn geld te hebben afgegeven aan [verdachte] wilde ik dit niet meer. Vanaf dat moment gaf ik voortaan de helft van mijn geld aan [verdachte]. [verdachte] vertelde mij wel dat ik hard moest werken.
[verdachte] zei dat ik hard moest werken, want dan verdiende ik meer geld. Hij vertelde mij ook dat ik moest afvallen. Ik zou dan mooier zijn en meer klanten kunnen krijgen. [verdachte] zei me ook dat ik zwarte lingerie aan moest trekken omdat ik dan beter zou opvallen. Ik mocht ook nooit een weekend vrij nemen of zo. Ik moest gewoon 6 dagen per week werken. Ik deed alles wat hij mij vroeg, tenminste bijna alles. Ik deed dit omdat ik bang voor hem was. Ik ben bang voor hem omdat hij heel goed kan schelden. Hij gebruikte goede woorden om iemand bang te maken. Hij zei: “ik haal je uit het werk. Dat hij genoeg mensen kende om te zeggen wat voor werk ik deed”. Hij zei dat hij mijn familieleden kende en dat hij deze dan kon vertellen wat voor werk ik deed. Hij vertelde dat hij zo kon zeggen waar mijn familie woonde. Dat vond ik best eng.
[verdachte] belde mij geregeld om te horen of ik wel aan het werk was en als dat niet zo was dan zei hij dat ik moest gaan werken. Ik zou anders misschien klanten mislopen. [verdachte] liep ook wel eens met een vriend op het plein. Ik heb ook wel eens gezien dat hij bij een ander meisje naar binnen is gegaan. [verdachte] vertelde mij ook dat er een ander meisje op het plein was dat mij in de gaten hield. Ik ging daardoor nog meer stressen, omdat ik in de gaten gehouden werd of ik mijn werk wel goed deed.
Op 15 en 16 september 2007 ging ik een weekend weg met mijn toenmalige vriend [naam] naar mijn ouders. Ik had aan [verdachte] gevraagd of ik een weekend vrij was. Ik moest altijd toestemming vragen om vrij te zijn. Ik mocht toen van [verdachte] het weekend weg maar moest wel beloven op tijd terug te zijn op maandag.
Ik nam toen voor mezelf het besluit om [verdachte] niet meer te betalen. Ik was wel bang voor [verdachte] om dat te zeggen.
Op 17 september 2007 kreeg ik een sms’je van [verdachte] met de tekst: “Hey op tijd vandaag zijn he niet zeggen ruzie op wat dan ook ok”. (noot verbalisanten: aangeefster toont ons deze sms)
Op 18 september om 00.30 uur kreeg ik de volgende sms van [verdachte]: “Ik ben fucking boos vandaag telt mee 150 erbij ok en als je nee zegt dan word het 250”. [verdachte] bedoelde hiermee dat ik 150 euro extra aan hem moest geven omdat ik deze maandag te laat was begonnen. Ik was bang voor [verdachte]. Ik heb toen ook een paar dagen niet gewerkt. Ik was bang dat hij ineens voor het raam zou staan. Ik was als de dood voor hem.
19 september kreeg ik de volgende sms van [verdachte]: “Ik wil die 160 nog hebben”. Dat zou de helft zijn van mijn verdiende geld en ik sms’te terug dat ik dat geld niet meer had. Hierna kreeg ik de volgende sms terug van hem: “wat op die warren van mij ik wil ze volgende week of zo ok nu niet”. Ik heb terug ge-sms’t dat hij mij me met rust moest laten en dat ik anders wel naar de politie zou kunnen gaan.
Op 19 september om 20.15 uur kreeg ik de volgende sms terug van [verdachte]: “Bedrijg me niet. Jij weet hoe ik ben. Die warren van mij klaar hoor je me. Fucking 160 maak het niet moeilijk voor 160 ik heb jefucking vaak geholpen ik moet die hebben”.
Die dag kreeg ik nog diverse dreigende sms’jes van [verdachte], namelijk:
“Doe het en ga naar je vrienden als je denkt dat ze vrienden zijn jij weet ik ben van niemand bang ik wil mijn 160 klaar volgende week”.
“Ok doe het lekker moeilijk voor 160 euro jij krijgt spijt van ik niet”.
“Ga dan lekker naar politie mijn 160 wil ik hebben ook als je naar hemel gaat kom ik mijn geld halen onthou dat”.
Ik voelde het als een bedreiging.
Ik ben op 20 september naar de politie gegaan. Ik heb die donderdag [betrokkene 6] (de exploitant) verteld dat ik de helft van mijn geld moest aangeven aan [verdachte]. Diezelfde dag ben ik samen met [betrokkene 6] naar de politie gekomen.
[verdachte] dwong mij om de helft van het door mij verdiende geld aan hem te betalen. Ik voelde me gedwongen en ik heb geprobeerd aan u uit te leggen waardoor. [verdachte] had voor mijn gevoel gewoon veel macht over me. Ook zat ik door mijn schulden in een kwetsbare positie.