ECLI:NL:RBOVE:2014:905

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 februari 2014
Publicatiedatum
25 februari 2014
Zaaknummer
08.963556-13 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en misleiding van een Roemeense vrouw door verdachte vanuit detentie

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte, geboren in Roemenië en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft samen met anderen een vrouw uit Roemenië geworven en naar Nederland gebracht met het oogmerk haar in de prostitutie te laten werken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten misbruik hebben gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer, die in Roemenië in een kritieke financiële situatie verkeerde. De verdachte heeft het slachtoffer misleid door te zeggen dat zij naar Nederland zou komen voor normaal werk, terwijl het in werkelijkheid de bedoeling was dat zij in de prostitutie zou gaan werken. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de afgeluisterde telefoongesprekken als bewijs gebruikt om de intenties van de verdachte aan te tonen. Ondanks dat het slachtoffer uiteindelijk niet in de prostitutie heeft gewerkt, heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit en het feit dat het slachtoffer niet daadwerkelijk seksueel is uitgebuit, wat te danken is aan haar sterke wil.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Afdeling Strafrecht - meervoudige kamer
Locatie Zwolle
Parketnummer: 08.963556-13 (P)
Uitspraak: 25 februari 2014
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het Openbaar Ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande (voortvluchtig).
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2013, 7 januari 2014 en 11 februari 2014.
De verdachte is op 7 januari 2014 en 11 februari 2014 verschenen, bijgestaan door mr. J.O.A.N. de Vries, advocaat te Amersfoort. Verdachte heeft zich op 15 oktober 2013 doen vertegenwoordigen door mr. De Vries. Als officier van justitie was aanwezig mr. L.N. Stempher.
TENLASTELEGGING
De verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 23 juli 2013 te Hoogeveen en/of Leeuwarden en/of Wieringermeer en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of Roemenië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
een ander, te weten [slachtoffer] door (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door misleiding, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer] heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling,
(sub 3)
immers hebbende verdachte (telkens) en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- voor die [slachtoffer] een busticket geregeld en/of laten regelen en/of betaald om van Roemenië naar Nederland te komen en/of
- die [slachtoffer] vanuit Roemenië naar/in Nederland laten komen met een bus, althans haar opgehaald of laten ophalen en/of haar (vervolgens) aldaar ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen en/of
- die [slachtoffer] misleid door haar te vertellen dat ze normaal werk, niet zijnde werk in de prostitutie, zou gaan doen in Nederland en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer] verkeerde, en/of die (emotioneel) van hem, verdachte en/of verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt aangezien die [slachtoffer] de Nederlandse taal niet machtig was en/of over onvoldoende financiële middelen beschikte en/of
- voor die [slachtoffer] een werkplek geregeld of laten regelen.
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSOVERWEGINGEN
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte gevorderd ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De verdediging heeft onder verwijzing naar een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2011 (LJN: BQ5633) hiertoe onder meer aangevoerd dat de schriftelijke uitwerking van de telefoongesprekken van het bewijs dient te worden uitgesloten omdat deze telefoongesprekken zijn opgenomen in strijd met artikel 39 van de Penitentiaire Beginselenwet. Zonder deze telefoongesprekken is er volgens de raadsvouw onvoldoende wettig bewijsmateriaal om tot een bewezenverklaring te komen. Subsidiair heeft de verdediging gesteld dat bij verdachte geen sprake was van het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer].
Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte geen significante bijdrage heeft geleverd aan het strafbare feit mensenhandel.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de stelling van de verdediging dat de vanuit de penitentiaire inrichting gevoerde telefoongesprekken in strijd met artikel 39 van de Penitentiaire Beginselenwet zijn opgenomen, overweegt de rechtbank als volgt.
Artikel 39 van de Penitentiaire Beginselenwet biedt een wettelijke regeling voor contact door gedetineerden met de buitenwereld via de telefoon. Het tweede lid van dit artikel stelt dat de directeur kan bepalen dat op de door of met de gedetineerde gevoerde telefoongesprekken toezicht wordt uitgeoefend, indien dit noodzakelijk is om de identiteit van de persoon met wie de gedetineerde een gesprek voert, vast te stellen dan wel met het oog op een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Penitentiaire Beginselenwet, te weten: de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, de bescherming van de openbare orde of nationale veiligheid, de voorkoming of opsporing van strafbare feiten en de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven. Dit toezicht kan omvatten het beluisteren van een telefoongesprek of het uitluisteren van een opgenomen telefoongesprek.
Anders dan in het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2011, is in de onderhavige zaak niet gebleken dat alle telefoongesprekken die door gedetineerden worden gevoerd in de inrichting zijn opgenomen.
Voorts stelt de rechtbank vast dat de telefoongesprekken niet zijn opgenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Alleen al om die reden kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gesproken van een vormverzuim bij het voorbereidend onderzoek als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, zodat het verweer moet worden verworpen. De rechtbank verwijst in dit verband naar het arrest van de Hoge Raad d.d. 27-09-2011 ECLI:NL:PHR:2011:BQ3765).
Nog daargelaten dat geen sprake is van een vormverzuim tijdens het voorbereidend onderzoek is ook overigens niet gebleken dat bij het opnemen van telefoongesprekken in de Penitentiaire Inrichting in strijd met de toepasselijke wettelijke bepalingen is gehandeld.
Met betrekking tot het bewijs overweegt de rechtbank, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
Uit de verklaringen van verdachte en medeverdachten en het proces-verbaal van bevindingen betreffende uitgewerkte telefoongesprekken [1] blijkt het volgende:

Telefoongesprekken.

Datum 1 mei 2013 te 13:49 uur [2]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)
(…)[medeverdachte 1]: dat snap ik maar dat ik wat ik doe eh, zij gaat met je mee he als het goed is, dat is de bedoeling dus dan kan het beter op de terugweg anders zit je anderhalve week met haar opgescheept hahaha.[betrokkene]: hoe bedoel je zij gaat met mij mee?[medeverdachte 1]: dat is bijvoorbeeld iets wat ik van plan ben te regelen eigenlijk[betrokkene]: je bedoelt dat, .. is zij hier dan?[medeverdachte 1]: dan zij is nu in Roemenië maar gaat dan met je mee, ja ..op de terugweg, daarom wou ik ook graag weten wat de terugweg dag was, snap je?[betrokkene]: oh ze gaat op de terugweg mee?[medeverdachte 1]: ja dat is handiger dan toch ja[betrokkene]: ja eh ze moet wel achterin zitten.[medeverdachte 1]: ja dat maakt allemaal niets uit[betrokkene]: ja en nee dat is eh beter dan anders moet ze daar een week zien te verblijven dat schiet niet opDatum 7 mei 2013 te 19:11 uur [3]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)
(…)[medeverdachte 1] : ik heb nog een vraagje aan jou, en dan moet je maar aangeven of jij daar plek voor heeft, sowieso in de auto als zij nou een vriendin meeneemt, heb je daar plek voor in de auto[betrokkene]: als zij daar een vriendin meeneemt je bedoelt die ook achterin gaat zitten[medeverdachte 1]: ja omdat je zegt dat auto zit vrij vol (...)[betrokkene] zegt dat hij een stationwagen heeft en dat het niet zo'n probleem is[medeverdachte 1]: twee zou je in feite mee kunnen nemen[betrokkene]: ja
Datum 13 mei 2013 te 14:49 uur [4]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)
(…)
[betrokkene] vraagt of zij één van de twee was die op [medeverdachte 1] zijn lijst stonden.[medeverdachte 1]: (stilte)[betrokkene]: ik had de namen van twee dames[medeverdachte 1]: oh zo bedoel je nee, mijn zwager ...wij zijn niet de enige die meeluisteren , via wat en wanneer laat ik mijn zwager even regelen want dat hoeft verder niemand te horen snap je, niemand heeft wat te maken met...Datum 17 mei 2013 te 13:17 uur [5]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)[medeverdachte 1] zegt dat hij net op de mobiel had gebeld, even het laatste nieuws, ze is onderweg en in het busje en heeft 150 betaalt aan die man en zij leent nog geld om te eten, een tientje of twee en dat het dus 150 170 wordt. [betrokkene] zegt dat hij dacht dat het goedkoper was geworden, 125. [medeverdachte 1] dacht dat ook. [betrokkene] zegt dat hij zijn moeder dan maar gaat bellen dan. [betrokkene] zegt dat hij wel met de chauffeur praat en het wel overmaakt of zo. [medeverdachte 1] zegt dat ze dat niet zullen doen en dat ze dan weer mee terug moet omdat die dames meestal niets hebben. [betrokkene] lijkt dat sterk. De dag erna of twee dagen erna kan ze aan het werk en heeft ze 600 euro zegt [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] zegt dat zijn zwager nog belt met [betrokkene]. [betrokkene] zegt het morgen wel te zien en vraagt of ze vannacht al in Duitsland zit.
Datum 18 mei 2013 te 15:59 uur [6]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)(…)
[medeverdachte 1] zegt dat ze [slachtoffer] heet maar dat [betrokkene] dat al wist. Nee dat heb ik nu net begrepen uit het vorige telefoontje zegt [betrokkene].
Datum 19 mei 2013 te 09:09 uur [7]
[medeverdachte 1] (sh) bum [betrokkene] (sh)
(…)[betrokkene]: ik zit hier met iemand die huilend terug wil, en over twee weken ga ik haar terugbrengen[medeverdachte 1]: ik laat jou wel even met het neefje bellen want er gaat iets mis en Ik snap er geen zak van mmer, ik snap het ook niet, ik hoor ook alleen maar van jou en van [medeverdachte 2]. Ik hoor verder niets, snap je . Ik zit hier voor een telefoon snap je [betrokkene] (...)[betrokkene]: ik hoef niet te wachten ik wil er niets meer mee te doen hebben [bijnaam medeverdachte 1]
Gesprek 8 mei 2013 15:52 uur [8]
(…) [medeverdachte 1]: Ja is echt he Ja type [naam] is dat he dus ja. Nou vandaar dus ik hou je op de hoogte als er iets spannends gebeurt maar tot die tijd jah dan maar even wachten en dan bel ik jou zaterdag middag even als jij dan even informeert over hoe en wat.
[medeverdachte 2] : Ja
Datum 11 mei 2013 te 15:53 uur [9]
(…)[medeverdachte 1]: Oke dus dat is dat eh nee ik heb begrepen de eh de vrouw die komt dus eh de 19e dan he ongeveer[medeverdachte 2] : De 19e oke[medeverdachte 1]: Dus dan had je nog gekeken dan bij die huisjes of hoe heb je dat nu gedaan? Of wat heb je?[medeverdachte 2] : Daar moet ik maandag even over bellen (onverstaanbaar)Datum gesprek: 11 mei 2013 te 15:30:55 uur [10]
(…)
[medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]): Hey [medeverdachte 2] dus even met [medeverdachte 3] ik bel even voor die kleine. Want die belt jou straks ook nog even ik moest even doorgeven dat de 20e komen er even 2 vrouwen.[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3]: En die moet jij even onderdak geven of ieder geval ergens in een huisje proppen en als er in de club (onverstaanbaar) jij moet ook zorgen dat ze aan werk komen in club of escort maakt verder niets uit maar jij moet even regelen dan dat jij het geld even in ontvangst neemt snap je ?[medeverdachte 2] : Ja ja
Datum 13 mei 2013 te 16:29 uur [11]
(…)[medeverdachte 3] : Ja ja ja eh de zaken zijn wel een klein beetje veranderd er komt dus een vrouwtje[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3] : Ja en die komt vrijdag of zaterdag dan is ze hier al[medeverdachte 2] : Oh[medeverdachte 3] : Aankomen ja dus dat gaat allemaal heel snel.[medeverdachte 2] : Oh jeej ja[medeverdachte 3] : Ja eh ken jij zo snel dan eh dat meisje aan een dat huisje regelen?[medeverdachte 2]: Oh nou dat betwijfel ik[medeverdachte 3] : Ja[medeverdachte 2]: Dat is wel heel snel[medeverdachte 3] : Ja dat bedoel ik ja want het is allemaal beetje misgelopen met [betrokkene] enzo.(...)[medeverdachte 3].: Ja ja ja ik zie hem nou lopen maar ehh als. zij het wel lukt dan. moet je die mokkels gelijk dat vrouwtje moet gelijk aan het werk zetten he dat weet je want ik heb vorig jaar allemaal beetje snel gezegd he.[medeverdachte 2] ; Ja[medeverdachte 3] : en eh ja in de club of weet ik veel waar maakt verder niet uit.[medeverdachte 2] : Ja hoe oud is ze?[medeverdachte 3]: ehh weet ik eigenlijk niet volgens mij is ze 27 geloof ik 27.(...) [medeverdachte 3] : Nee nee donker haar[medeverdachte 2] : Donker haar[medeverdachte 2] : Oke Roemeens he ?[medeverdachte 3] : Ja Roemeense ja.[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3] : Ja en eh dan moet jij het dat geld in ontvangst nemen he want ze mag niks hebben ja ze mag 50 euro per dag hebben en verders rest krijgt ze niks en verder rest moet je alles in beheer houden.[medeverdachte 2] : Oh[medeverdachte 3] : Ja want ja je weet het zijn Roemeense dus (lacht) he[medeverdachte 2] : Oh (stilte) Ja.[medeverdachte 3] : En over vier weken ben ik buiten en dan ken ik jou wel even meehelpen daarin[medeverdachte 2] : Ja
Datum gesprek 18 mei 2013 te 15:21:36 uur [12] [medeverdachte 3] : Hey [medeverdachte 2] met [medeverdachte 3].[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3] : Hey die ehh [slachtoffer] komt straks bij [betrokkene] dat weet je he[medeverdachte 2] : Wie ?[medeverdachte 3]: Die [slachtoffer] die temijer he.[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3] : Ja ehh maar [betrokkene] die weet er nog niks van eigenlijk als dat want [betrokkene] die denkt dat die kleine die vrouw dan is (lacht) je moet even tegen [betrokkene] zeggen dat [betrokkene] belt jou op zodra zij daar in huis is.
[medeverdachte 2] : Ja[medeverdachte 3] : Je moet hem even heel duidelijk maken dat het zijn vrouw niet is. Dat ehh naja dat het een hoertje is. En dat het even op deze manier moet want je weet het telefoon gesprek gaat allemaal heel moeilijk. (onverstaanbaar)(...) [medeverdachte 3] : [betrokkene] tegen die kleine. Hij bedoelt het als grapje maar eh als [betrokkene] erachter komt als eh een Temijer is
Datum gesprek 18 mei 2013 te 16:12:26 uur [13] (…) [medeverdachte 3] : Hey [medeverdachte 2] even met [medeverdachte 3] hey ik moest even doorgeven van die eh die Temijer jij moet ook even tegen [betrokkene] zeggen dat eh is zogenaamd voor de telefoon het is zijn vrouw en zij werkt in een schoonheidsspecialist.
Datum gesprek 19 mei 2013 te 09:04 uur [14] (…) [medeverdachte 2] : Ja dat mens wil terug naar Roemenië jongen.[medeverdachte 1]: Wat zeg je?[medeverdachte 2] : Dat mens wil terug naar Roemenië naar haar kinderen.[medeverdachte 1]: Ik snap er niks van echt niet ik snap er geen zak van.
(...)
[medeverdachte 1]: Naja oke dat bedoel ik dan geef je hem he ik bedoel kijk ik heb hier uitgerekend die eh als zij 4 van die schoon he zij had 4 klanten gemiddeld per dag bij die schoonheidssalon praat je over 600 euro nou minus kosten eventueel wat eraf hou je sowieso per dag al over de helft zeg maar 300 euro he dus wat dat betreft he er komt geld genoeg binnen daar gaat het even om op het moment dat moet je even goed snappen dat neefje van haar belt haar nog snap je. Dan wordt het verder gewoon geregeld jij moet zeg maar even die verdere met haar overleggen hoe of wat ja ? Of in ieder geval haar daar plaatsen daar gaat het even om. Ja anders denk ik ja hij erop op de stoep zitten bij der dat schiet ook niet op.
Datum gesprek 7 mei 2013 te 12:24:20 uur [15] (…) [verdachte]: (de rechtbank begrijpt verdachte [verdachte]) Wat doe je? Wil je hiernaartoe komen?[slachtoffer]: Waar moet ik komen?[verdachte]: Hier, dat je bij mij verblijft.[slachtoffer]: In Nederland?[verdachte]: Ja.(...)[verdachte] heeft de advocaat gesproken en deze zei dat hij de woning die hij heeft voor niets betaald als hij alleen van vrijdag tot maandag daar verblijft, hij vroeg waarom hij niet iemand hiernaartoe haalt die schoonmaakt en zo.[verdachte]: Dat wilde ik met je bespreken, want als je hiernaartoe wil komen, dan neem nog iemand met je mee die bij je blijft want van maandag tot vrijdag ben ik hier, begrijp je?[slachtoffer]: Ja [verdachte] en wat moet ik daar? Jij bent van maandag tot vrijdag daar.[verdachte]: ik laat de advocaat voor je betalen hoeveel moet je betalen, ruim 1000 euro... en ik vraag of hij beroep instelt voor dat verbod, zodat je samen met mij kunt wonen want je bent toch mijn vrouw. (...)
Datum gesprek 11 mei 2013 te 12:22:57 uur [16] (…) [slachtoffer] zegt dat ze geen werk kan vinden omdat ze een strafblad heeft.[verdachte] zegt dat haar bagage klaar moet staan de 19de als 'hij' haar op komt halen. [verdachte] zegt dat ze de 19de vertrekt en kan dan daarna samen met 'hem' op bezoek komen.Datum gesprek 16 mei 2013 te 11:23:47 uur [17] (…)
[slachtoffer] vraagt of [verdachte] met de advocaat heeft gesproken over de ongewenste vreemdelingverklaring voor Nederland, [verdachte] zegt dat de advocaat in beroep zal gaan . [slachtoffer] zegt dat ze alleen wat kleding mee zal brengen. [verdachte] zegt dat ze hier het nodige kan kopen. [slachtoffer] zegt dat ze misschien ergens kan werken.
[verdachte] zegt dat er werk te vinden is in clubs, als gezelschapsdame, [slachtoffer] zegt dat ze niet in clubs gaat werken. [verdachte] zegt dat 'hij' zal proberen om werk voor haar te vinden bij de Hema of PraxisDatum gesprek 19 mei 2013 te 12:37:05 uur [18] :
[verdachte]: Ik heb je hiernaartoe gebracht om te werken, of niet?[slachtoffer]: Maar voor de prostitutie heb je me hiernaartoe gebracht?[verdachte]: Niet in de prostitutie joh...ik zei dat jein een club gaat werken.[slachtoffer]: Joh, ik werk In geen enkele club.. .voor de duidelijkheid, omdat ik kinderen heb en ik verkoop mijn lichaam niet voor zoiets... ik heb nooit in mijn leven zoiets gedaan, niet in Roemenië en ook niet hier, ja?...en je moet je schamen als je hebt gezegd dat ik twee jaar geleden in Nederland ben geweest voor de prostitutie... schaam je [verdachte].[verdachte]: Maar waarom wil je niet werken?[slachtoffer]: Wat?[verdachte]: Waarom wil je niet werken in een club?[slachtoffer]: Omdat ik mijn lichaam niet verkoop, omdat ik 4 kinderen heb, dat moet goed in je hoofd doordringen ...ik was in Roemenië en stierf van de honger maar zoiets heb ik niet gedaan, dat moet je duidelijk begrijpen, ik sterf liever dan dat ik dit ga doen, als je dacht dat ik een hoer een vagebond ben, dan heb je het bitter mis. wat heb je geen woorden meer?[verdachte]: En wat ga je nu doen?[slachtoffer]: Wat moet ik doen? Ik ga terug naar Roemenië ik had het van jou niet verwacht dat je mij zo bedondert en dat je zulke smerige dingen over mij vertelt, ik ben teruggekomen omdat ik om je gaf en jij hebt mij voor de gek gehouden. '[verdachte]: Ik begrijp niet waarom je niet in een club wil werken, waar gaat het om?[slachtoffer]: Joh, ik heb kinderen, ik ga mijn lichaam niet vuil maken voor zoiets, helder als je 't wil begrijpen goed en anders niet als jij niet weet wat het betekent om kinderen te hebben en om je eigen kinderen te belazeren is het jouw probleem. (...)[slachtoffer]: Het interesseert mij niet, schaam je voor hetgeen je gezegd hebt ik heb van je gehouden en heb je gerespecteerd en jij hebt mij misbruikt, schaam je [verdachte] als ik had geweten wat er gebeurt was ik nooit gekomen, God bewaar.[verdachte]: Maar wat de duivel zal ik met je bespreken... [slachtoffer], dacht je dat je voor vakantie komt? (...)[verdachte]: Kijk, ik stuur [medeverdachte 2] (fon) ... dat je gaat kijken waar het om gaat[slachtoffer]: Je hoeft niemand te sturen omdat ik nergens naartoe ga...dat moet je uit je hoofd zeilen, ik ga nergens heen, en dring niet aan met dat soort dingen het heeft geen zin.. .je hebt mij belogen, mijn gevoelens en mij misbruikt.[verdachte]: Ik heb je niet misbruikt, jij hebt mij altijd misbruikt, en ik had medelijden met je en zei tegen je kom hier naartoe want er is werk .. ben je wel gaan kijken waar het om gaat, dat we daarna praten?[slachtoffer]: Maar het interesseert mij niet, ik ben geen prostituée, dat moet je goed in je hoofd door laten dringen...en ook had je niet tegen meneer [betrokkene] moeten zeggen dat ik 2 jaar geleden in de prostitutie heb gewerkt, ja? Je hebt het heel erg mis. .Toen ik bij je was, waarom heb je niet de waarheid gezegd, waarom lieg je?
Datum gesprek 19-5-2013 13:20:26 uur [19]
[verdachte] (sh) bun [betrokkene] (ng).
(…)
[slachtoffer]: Je hebt me hiernaartoe gehaald voor zoiets, je moet je schamen
(…) je hebt me hiernaartoe gebracht om mijn lichaam te verkopen om je in de gevangenis te onderhouden, je moet je schamen.
[verdachte]: Luister, je had tenminste moeten gaan kijken waar het om gaat en daarna kon je tegen me zeggen, nee joh.... dat bevalt me niet.
[slachtoffer] zegt dat ze nergens naartoe gaat, ze vertrekt vanavond naar Roemenië, zij heeft kinderen die gelovig zijn, ze hebben haar gewaarschuwd om niet weg te gaan.
[verdachte] zegt dat ze op z'n minst had moeten gaan kijken wat het is. (…)
[slachtoffer]: Waarom zei je dat deze man je advocaat is?
[verdachte]: Als ik zei dat het iemand is die ik ken dan had je gezegd : "wie weet waar je me naartoe brengt wat je doet.." maar dat maakt niet uit.
(…) [slachtoffer] zegt dat hij het vanaf het begin had moeten zeggen en niet dat ze vrijdag en zaterdag bij elkaar zouden zijn.
[verdachte]: Als ik de waarheid vanaf het begin had verteld dan was je niet gekomen was je nooit van je leven gekomen had je gezegd : "laat hem stikken in de gevangenis".. .zoals je deed toen jij vrijkwam.

Verklaringen.

Getuige [slachtoffer] heeft op 1 augustus 2013 onder meer het volgende verklaard [20] :
Hij vertelde mij dat hij een uitstekende advocaat kende, die aan zijn zaak werkt en dat deze over een à twee weken naar Bulgarije zou gaan voor werkzaamheden, dat hij op de terugweg via Roemenië zou reizen en dat indien ik dat zou willen, zou hij naar mij toe komen om mij mee te nemen naar Nederland. Na een paar dagen belde [verdachte] weer terug en vertelde mij dat de advocaat [betrokkene] heette (...). (...)Deze advocaat kon echter niet meer via Roemenië reizen maar hij had geboekt bij de firma ROMFUR uit Suceava, die (met een minibus) langs Cluj zou rijden en dat ik, indien ik dat zou willen, met deze (minibus) naar de advocaat in Nederland zou kunnen reizen. Ik zei tegen [verdachte] dat ik vanwege de kritieke financiële situatie in Roemenië waarin ik mij op dat moment bevond, ik naar hem toe zou komen. Ik vermeld hierbij dat de telefonische contacten die [verdachte] met mij onderhield vanuit de P.I. te [medeverdachte 1] afkomstig waren, waar hij een straf van 5 jaar voor diefstal uitzat Ik zei tegen genoemde [verdachte] dat ik geen cent had om deze reis naar Nederland te maken. Vanuit de PI vertelde genoemde [verdachte] mij dat dit geen enkele probleem was en dat hij persoonlijk met de chauffeur van de minibus van de firma ROMFUR zou praten en hem vragen om mij €20,- te geven voor onderweg naar Nederland. Na circa twee weken na Pasen 2013 vertrok ik naar Nederland met de minibus van de firma ROMFUR, vanuit busstation BETA in Cluj-Napoca en bij aankomst in Nederland, in de stad LEEUWAARDEN werd ik door een man opgewacht die mij vertelde dat hij [betrokkene] heette. Ik vroeg hem of hij de advocaat van [verdachte] was en hij antwoordde dat hij geen advocaat was en dat hij deze [verdachte] niet kende en dat hij door een vriend van hem was gebeld vanuit de P.1. waar ook [verdachte] vastzat. Die vriend had hem verzocht om mij bij aankomst in Nederland op te komen halen en mij en werkplek te bezorgen. Eveneens bij deze gelegenheid vertelde [betrokkene] mij dat ik in een bordeel in Nederland zou werken, zonder aan te geven op welk adres dit zou zijn Ik vermeld hierbij dat die vriend van [betrokkene] die in de P.1 vastzat, tevens bevriend was met [verdachte], maar ik denk dat het een Nederlander was aangezien ik begreep dat zij Nederlands spraken tijdens hun gesprekken, een taal welke ik een beetje versta. Ik zei tegen [betrokkene] dat ik absoluut weiger om in een bordeel te gaan werken en mij te prostitueren en begon te huilen. [betrokkene] zei toen tegen mij om mij geen zorgen te maken, want als ik dit werk niet wilde doen, dan zou hij mij helpen om terug te keren naar Roemenië en dat hij dan de reiskosten voor zijn rekening zou nemen. Daar ik op een zondag in Nederland was aangekomen, was het niet mogelijk om op dezelfde dag terug naar Roemenië te reizen, maar pas de volgende donderdag was er een minibus van ROMFUR die richting Roemenië zou vertrekken. Onder deze omstandigheden nodigde [betrokkene] mij uit om bij hem thuis te logeren op het adres zoals hierboven vermeld. De volgende ochtend rond 09:00 uur kwam [betrokkene] naar mijn kamer waar ik logeerde en zei tegen mij dat die [verdachte] voor mij aan de telefoon was op de vaste lijn. Ik heb toen met [verdachte] gesproken, die mij toen recht op de man af vertelde, dat hij mij naar Nederland had gehaald, om mij in een bordeel te prostitueren, voor zijn eigen financiële gewin, aangezien hij weinig geld verdient in de PI en dat het de bedoeling was dat het door mij uit deze werkzaamheden verdiende geld bij hem in de P.I. terecht zou moeten komen. Ik zei tegen hem dat ik mij nooit zou prostitueren, zelfs al moest ik mij hiervoor tot de Nederlandse autoriteiten wenden, Desondanks bleef [verdachte] aandringen dat ik in Nederland zou blijven en mij zou prostitueren om geld voor hem te verdienen Ik heb hem gesmeekt om niet meer aan te dringen, aangezien ik op een bepaalde leeftijd ben en niet toe zal geven en tegelijkertijd heb ik [betrokkene] verzocht om mij niet meer te roepen indien [verdachte] mij weer aan de telefoon zou vragen. Ik kom terug op het feit dat tijdens mijn vertrek uit Roemenië, noch door [verdachte] noch door [betrokkene], aan mij was voorgesteld om naar Nederland te komen om mij te prostitueren in een bordeel, want indien zij mij iets dergelijks zouden hebben voorgesteld, zou ik hebben geweigerd om naar Nederland af te reizen. Op dezelfde maandagochtend dat ik door [verdachte] werd gebeld op het telefoonnummer van [betrokkene], belde [verdachte] dezelfde middag opnieuw waarbij hij aandrong dat ik in Nederland zou blijven om mij te prostitueren voor zijn materiële gewin. Dit was tevens het laatste telefonische onderhoud dat ik met [verdachte] heb gehad.
Getuige [slachtoffer] heeft op 13 januari 2014 te 14:05 uur onder meer het volgende verklaard [21] :
Ik ben dacht ik in mei of juni verhoord. (…) Ik sta nog achter deze verklaring. (…) Maar wel weet ik zeker dat voordat ik naar Nederland vertrok niet over prostitutie is gesproken. (…) Ik bedoelde dat ik niet naar Nederland zou gaan om in een club te gaan werken. Ik zei dat ik niet in een club zou gaan werken omdat ik niet de juiste leeftijd heb. De klemtoon is verkeerd uitgelegd, bij nou goed, wat denk je dat ik in een club ga werken…. Dat bedoelde ik te zeggen.
In het proces-verbaal van bevindingen aangetroffen goederen d.d. 3 september 2013 staat onder meer het volgende [22] :
Op dinsdag 23 juli 2013 te 08.45 uur heeft er een doorzoeking plaatsgevonden op het adres [adres] te [plaats], zijnde het verblijfadres van de verdachte [medeverdachte 2].
Tijdens de doorzoeking werd er een zwart mapje aangetroffen en inbeslaggenomen onder code KE03.01.01.006. In het mapje werd een visitekaartje aangetroffen van het bedrijf [taxibedrijf] te Leeuwarden. Tevens stond de naam [medeverdachte 2]' en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] er op geprint. Op de achterzijde van het visitekaartje stond de navolgende tekst geschreven: '[nachtclub] [telefoonnummer 2]'.
Blijkens navraag op internet op de website van [nachtclub], betreft het een 'erotische nachtclub' welke gevestigd is in Leeuwarden. Tevens staat op de website van de club het telefoonnummer [telefoonnummer 2] vermeld.
Blijkens navraag in het politiesysteem Blueview staan er zeer veel meldingen van overlast met betrekking tot genoemde club, welke gevestigd is op het adres [adres] te [plaats]. Ook wordt er regelmatig een prostitutiecontrole gehouden waarbij diverse vrouwen uit Oost-Europa worden aangetroffen welke aldaar als prostituee werkzaam zijn.
Getuige [getuige] heeft op 5 september 2013 te 11:15 uur onder meer het volgende verklaard [23] :
Ik ken wel een [medeverdachte 2] die op een taxi rijdt. Hij werkt voor [taxibedrijf]. (...) Hij heeft weleens t tegen mij gezegd dat als hij een meisje weet of hij haar dan bij mij mag introduceren. Dat vind ik goed. Maar uiteindelijk heeft hij nooit een meisje gebracht. Het kan zijn dat het in de maand mei is geweest maar dat weet ik niet precies.
Verdachte heeft op dinsdag 23 juli 2013, omstreeks 17.11 uur, onder meer het volgende verklaard [24] :
V: Wie is [bijnaam medeverdachte 1]?
A: [medeverdachte 1],
V: [bijnaam medeverdachte 1] is dus [medeverdachte 1]?
A: [bijnaam medeverdachte 1] of [bijnaam medeverdachte 1].
A: Vier of vijf maanden geleden kwam [bijnaam medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt dat [verdachte] hiermee medeverdachte [medeverdachte 1] bedoelt die blijkens de verklaring van medeverdachten [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en verdachte ook wel [bijnaam medeverdachte 1] genoemd wordt) bij me en vertelde dat zijn vrouw Roemeense is. Hij kwam steeds bij me, koffie drinken, vroeg of ik voor hem zijn vrouw wilde bellen. Hij begon mij foto's te laten zien van woningen en zei dat hij misschien een arbeidsovereenkomst kon sluiten voor clubs en Albert Heijn.
V: Wat voor clubs?
A: Ik denk clubnight. Ik zei dat ik niet weet waar ik mensen vandaan moet halen, ik ken nog iemand die hier samen met maatje was die in de escort werkte, ik denk dat zijn vrouw nog steeds werkt in Spanje.
Vorige zaak ben ik in de gevangenis gekomen door [slachtoffer], door haar verklaringen kwam ik in de gevangenis terecht Ik heb wel contact met haar gehouden toen zij in de gevangenis zat, zij kwam toen vrij, doei! Hij zei dat hij werk heeft met een arbeidsovereenkomst, heb ik [slachtoffer] gebeld, ze vertelde dat ze dakloos was. Ze had geen woning niks. Ik vroeg hem of [slachtoffer] in een Albert Heijn kon werken of een club. En toen kwam [betrokkene], de advocaat, zover ik het heb begrepen, ging het helemaal niet om de Albert Heijn maar om de prostitutie, ik zei dat [slachtoffer] terug moest. Ik schaamde mij hierover, ik kwam erachter dat het om prostitutie ging. (…)
Verdachte heeft op 24 juli 2013, omstreeks 14.36 uur, onder meer het volgende verklaard [25] :
V: Dus jij hebt de reis voor haar geregeld. Je hebt ook de reservering gemaakt en afgesproken dat de chauffeur [slachtoffer] zou bellen.
A: Ja dat klopt.Verdachte heeft op 12 december 2013 ten overstaan van de rechter-commissaris onder meer het volgende verklaard [26] :
Met [medeverdachte 1] heb ik wel eens over mevrouw [slachtoffer] gesproken. Hij kwam elke dag mijn kamer in en we spraken dan over de hele familie, dus ook wel over haar. [slachtoffer] had de laatste periode geen werk en was uit haar huis gezet, daar hebben we wel over gesproken. Zijn voorstel was om haar naar Nederland te brengen zodat hij wel werk voor haar zou vinden. Zo is ook het adres voor mij gemaakt. Daar bedoel ik mee, hij kwam met het papiertje met het adres van [betrokkene]. Hij zei, als je met verlof wil dan is dat je adres. Ik heb dat adres nog steeds in mijn agenda. Hij vertelde me dat de inschrijving al gedaan was. Als ik daar naartoe zou bellen dan zouden ze wel vertellen dat het zo was gegaan. (…)Dat mevrouw [slachtoffer] in een club zou gaan werken, dat kwam doordat [medeverdachte 1] na haar komst geen werk kon vinden in een schoonheidssalon maar wel achter een bar in een club. Ik heb [slachtoffer] daarover ook gesproken toen ze in Nederland was. Zij gaf aan dat ze dat werk niet zou doen. Voordat ze vanuit Roemenië naar Nederland kwam, vertelde ze dat ze overal zou werken, als het maar niet op straat zou zijn. Dat was nog voordat ik vertelde over de Hema of een schoonheidssalon. Wij hadden allerlei gesprekken daarover gehad. Ik heb met haar er over gehad dat ze in een club zou kunnen werken. Dat was hier in Nederland. Niet eerder. Haar reactie daarop was dat ze het werk niet zou doen. U houdt mij voor waarom ik dan bij de politie heb verklaard dat ze alle werk zou willen doen als ze maar niet op straat zou moeten leven. (B02 pagina 027). Het klopt wat ik daar heb verklaard. Het klopt dat ik eerder met haar daarover heb gesproken. Toen zei ze ja, dat was nog in Roemenië, in Nederland zei ze nee, dat werk doe ik niet in een club.Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 23 juli 2013, omstreeks 14:45 uur onder meer het volgende verklaard :
V: Voor wat betreft het strafbare feit waarvoor je bent aangehouden, heb je daar iets over te verklaren?
A: Je kent [medeverdachte 1] wel, die heeft aan mij gevraagd om twee dames en een auto op te halen en een auto. En zij gaan dan vrijwillig in Nederland in de prostitutie.
V: Is dat de eerste keer?
A: Nee, hij, [medeverdachte 1], heeft een tijd terug een dametje hierheen laten komen, dat ging via een vriend van hem, een Joegoslaaf (…)
V: Ben u op de hoogte van het feit dat het naar Nederland halen van personen met het oogmerk deze in de prostitutie te laten werken strafbaar is, ook al is er geen sprake van dwang?
A: Nee, dat begrijp ik niet, ze doen het toch vrijwillig.
V: Hoe ben je hierbij betrokken geraakt?
A: Ik kende [medeverdachte 1] al, we hebben samen gedetineerd gezeten. Hij noemt mij [medeverdachte 2], ik noem hem [bijnaam medeverdachte 1].
V: Heeft hij nog meer bijnamen?
A: Niet dat ik weet.
V: Heb je nog een andere manier om hem aan te duiden?
A: Nee.
V: Kleine?
A: Nee, hoor, maar hij is wel klein, 1.72 of zo.
V: Maar hij noemt jou alleen [medeverdachte 2]? Niet zwager?
A: Zwager noemt hij mij ook wel eens inderdaad,
(…)
V: samenvattend deze vrouw zou naar Nederland komen om in de prostitutie te werken?
A: Dat is wat ik heb begrepen.
V: Wat heeft [bijnaam medeverdachte 1] gevraagd aan jou
A: Of ik een adresje voor haar wist, gewoon bij een erotische club.
V: En wat moest jij bij die club?
A: Vragen of ze nog een meisje nodig hebben.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 23 juli 2013, omstreeks 16:30 uur, onder meer het volgende verklaard [27] :
"De kleine" is [medeverdachte 1]. (...)
V: Je hebt in het vorige verhoor gezegd dat je tegen uitbuiting bent, maar [medeverdachte 3] zegt in dit gesprek dat de vrouw maar 50 euro per dag mag houden en dat jij de rest moet houden. Wat kun je hierover zeggen?
A: Van mij had ze 150 euro per dag mogen hebben.
V: Wat zou er dan met de 350 euro moeten gebeuren?
A: Geen flauw idee.
V: Maar 350 euro per dag afgeven is dus wel reëel?
A: Nee, het is niet eerlijk, ik weet het, maar het is wel de harde realiteit. (...)
V: Maar het plan zoals dat hier wordt besproken dat staat dus wel vast?
A . Ja, maar ik had dat meisje wel gewoon geld gegeven. Je kan zo'n meisje niet laten werken voor een pakje shag en een telefoonkaart.
V: Maar iets van haar geld was dus wel bij jou terechtgekomen?
A: Ja, dat lijkt mij wel. Alleen ik heb er alleen nooit iets van gezien.
V: Zou jij dan geld van jouw deel aan [medeverdachte 1] geven?
A: Nee, ik zou gewoon van het deel van [medeverdachte 1] aan haar geven, Ik zou het hem dan later wel verteld hebben. Maar er is in principe niks gebeurd.
V: Nee, omdat dat meisje huilend naar huis is gegaan. Maar wij kennen ook voorbeelden dat het anders loopt en dat meisjes niet terug kunnen en wel achter de ramen belanden. Als je dit allemaal hoort wat denk je dan?
A: Ik denk dat je dan een aardig negatief beeld van me moet krijgen.
V: Begrijp je de verdenking mensenhandel dan nu wel?
A Ik vind mezelf geen mensenhandelaar. (...)
V: Maar het feit dat er niks is gebeurd kun jij je niet op beroepen, want daar had jij namelijk geen invloed op. Als ze namelijk wel had willen werken, dan had jij nu gewoon geld van haar opgestreken.
A: Waarschijnlijk wel ja. Maar de verdeling van [medeverdachte 1] was ik het echt niet mee eens.
V: Waarom hebben jullie het over een schoonheidsspecialiste?
A: Dat had [medeverdachte 1] bedacht, geen idee waarom. Hij heeft ook wel eens "nagelstudio" gezegd.
V: Waarom zei hij niet gewoon “prostituee” of “escort”?
A Dat moet je aan hem vragen.
V: Ik denk dat het is omdat jullie donders goed weten dat het niet mag wat jullie doen, anders kun je toch gewoon zeggen wat je bedoelt?
A: Ik weet dat niet.
V: Wie is [naam]?
A: Zij is ook een Roemeense prostituee, in een pand, met ramen binnen. Die heb ik inderdaad een voorstel gedaan om van Heerenveen naar Leeuwarden toe te komen. Maar dat wilde ze niet.
V: Maar je begreep tijdens dit gesprek wel dat [medeverdachte 1] niet daadwerkelijk "schoonheidsspecialiste" bedoelde?
A: Ja, dat begreep ik wel ja.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 23 juli 2013, omstreeks 11:40 uur, onder meer het volgende verklaard [28] :
(…) V: Voor ons beeld: jij zit vast met [medeverdachte 1] en dat klikt kennelijk, jij komt vrij en helpt [medeverdachte 1] van buiten met allerlei zaken. [medeverdachte 1] ontmoet op enig moment [betrokkene] en [medeverdachte 1] verwijst [betrokkene] als het ware naar jou voor hand en spandiensten. Klopt dat?
A: Ja zo is het gegaan denk ik. (…)A: [medeverdachte 1], die scheen het allemaal te regelen. Die [verdachte], heb ik nooit ontmoet, dat weet ik niet. Mijn rol en die van [betrokkene] zijn hetzelfde, hand en spandiensten zeg maar. [medeverdachte 3] ken ik verder ook niet, van een of twee telefoongesprekken of zo. (…)V: Voor de duidelijkheid, met "schoonheidssalon" bedoelen jullie een erotische club.
A: Juist. (…)A: Uitbuiting, zo zie ik dat niet Maar zoals ik gisteren ook al zei, er is helemaal nog niks gebeurd.
V: Maar zoals wij gisteren al zeiden: daar kun jij je niet op beroepen, want dat is niet te danken aan jouw handelen. Als je niet aangehouden was door ons, dan hadden de meisjes binnenkort gewoon in de prostitutie gewerkt.
A: Ja, dat klopt.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op 30 juli 2013 om 15.05 uur onder meer het volgende verklaard [29] :
(…) Op de luchtplaats kwam [bijnaam medeverdachte 1] naar mij toe. Dit was toen ik een paar dagen boven zat en meer ruimte had om te bellen. [bijnaam medeverdachte 1] zei: luister even, als je een pakje shag wil verdienen moet je een telefoontje plegen. Ik heb een zakagenda, net als iedereen in de gevangenis. Die laat je nooit liggen op de cel, die heb je altijd bij je. Hierin zitten telefoonkaarten, telefoonnummers en gegevens. Ik heb het nummer dat [bijnaam medeverdachte 1] doorgaf in mijn agenda geschreven. Zo ben ik aan de nummers van [betrokkene] en [medeverdachte 2] gekomen. Ik moest [medeverdachte 2] bellen en zeggen, dat ik namens die kleine belde en doorgeven dat er twee vrouwen zouden komen. Er moest ook onderdak voor ze geregeld worden.
V: Wat gebeurde daarna?
A: [bijnaam medeverdachte 1] vroeg een week later of ik nog een keer wilde bellen. Ik had vlak daarvoor slecht nieuws gehad over mijn vader die last had van zijn rikketik. En wat ga je dan doen, roken. Toen [bijnaam medeverdachte 1] dus vroeg of ik nog een telefoontje wilde plegen deed ik dat voor de shag.
V: Je zegt: ik wilde er verder niets van weten. Waarom zeg je dat?
A: Omdat het niet mijn zaken zijn. Bij het derde of vierde gesprek wist ik wel waar het over ging, maar ik wilde mijn shag. En ik weet niet of je [bijnaam medeverdachte 1] kent, maar hij kan vrij overtuigend overkomen. Hij is vrij opdringend en kan goed praten. (…)
V: Je zegt; 'bij het derde of vierde gesprek wist ik wel waar het over ging'. Wat bedoel je daarmee?
A: Dat er een vrouw zou komen om hier in de prostitutie te werken, maar verder niets. (…)Ik heb in het totaal 3 of 4 keer voor [bijnaam medeverdachte 1] gebeld. Een gesprek is afgebroken dus die tel ik als één keer. (…)V:
Waarom heb jij gezegd dat het om werk in een massagesalon of kapsalon ging terwijl je wist dat het om prostitutie ging?
A: [medeverdachte 2] en [bijnaam medeverdachte 1] spraken hierover omdat [bijnaam medeverdachte 1] wist dat hij werd afgeluisterd. Dan konden ze beter daar over praten.
V: Dus als ik het goed begrijp, was dit versluierd taalgebruik voor prostitutie?
A: Ja, zo kan je het noemen, ik moest het alleen zo doorgeven. (…)A: Hij kan goed overtuigend overkomen en daar ben ik dus ingestonken. ik voel me echt genaaid.
Getuige [betrokkene] heeft op 7 januari 2014 onder meer het volgende verklaard [30] :
Op enig moment belde [medeverdachte 1] mij op dat hij mevrouw [slachtoffer] naar Nederland zou gaan halen en hij vroeg mij of ik haar een tijdje zou kunnen onderbrengen. Zij zou gaan werken in een restaurant. (…)
De man die ik toen aan de telefoon had, was op dat moment aan het werk in zijn taxi en hij heette [medeverdachte 2]. Hem ontglipte toen dat hij met de club waar zij zou gaan werken, zou moeten overleggen. Ik was verbaasd en vroeg hem toen: ‘Een club? Het ging toch om een restaurant?’ Toen begreep ik wat hij bedoelde. (…)
Vervolgens heb ik contact gehad met [medeverdachte 1], want ik was niet blij met deze situatie. Hij zei dat er sprake was van een contract tussen hen en dat [slachtoffer] daar zelf wilde gaan werken. (…)
Toen ik met [medeverdachte 2] sprak, zei ik tegen hem dat het handiger was als hij zich over [slachtoffer] zou ontfermen, want anders zou ik nog een keer weer terug moeten komen. Hij zei toen dat hij nog met de eigenaresse van die club moest praten. Wat voor club vroeg ik nog. Hij zei toen dat ze in dat bordeel ging werken. Ik zei tegen hem dat ik niets meer wist dan dat ze naar een restaurant moest.
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met zijn medeverdachten [slachtoffer] door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie en door misleiding heeft geworven, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (artikel 273f lid 1 sub 1 jo lid 3 onder 1° Sr).
De rechtbank overweegt hiertoe dat het misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en het misbruik van een kwetsbare positie erin gelegen zijn dat verdachte en zijn medeverdachten misbruik hebben gemaakt van het feit dat [slachtoffer] zich in Roemenië in een kritieke financiële situatie bevond, werkloos en dakloos was en kinderen had, waardoor zij naar Nederland wilde komen om te werken.
De rechtbank overweegt voorts dat de misleiding onder meer gelegen was in het feit dat [slachtoffer] in strijd met de waarheid werd verteld dat zij mee naar Nederland kon rijden met een advocaat die beroep zou instellen tegen de verklaring tot ongewenst vreemdeling van [slachtoffer], waardoor zij zich in Nederland kon gaan vestigen. [slachtoffer] werd tevens in de veronderstelling gebracht dat verdachte weekendverlof zou krijgen op het moment dat [slachtoffer] in Nederland zou komen, hetgeen evenmin op waarheid berustte. De rechtbank is van oordeel dat het oogmerk van seksuele uitbuiting met name blijkt uit het tapgesprek tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] op 13 mei 2013 te 16:29 uur. Over [slachtoffer] wordt gesproken als “die temijer”, “een hoertje” en “type [naam]” (ook een Roemeense prostituée) en dat ze aan het werk moet in een club of als escort. Medeverdachte [medeverdachte 2] moest het geld van [slachtoffer] in ontvangst nemen. [slachtoffer] mocht 50 euro per dag krijgen en verder niets. Medeverdachte [medeverdachte 3] zou verdachte na zijn, [medeverdachte 3]’s, vrijlating komen helpen bij het in ontvangst nemen van geld van [slachtoffer].
De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] [slachtoffer] heeft aangeworven met het oogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor derden tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 3 Sr). Verdachte heeft tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte die [slachtoffer] overgehaald naar Nederland te komen om hier werkzaamheden te verrichten, hij heeft voor haar vervoer vanaf Roemenië naar Nederland geregeld en heeft zich samen met zijn medeverdachte ingespannen om onderdak en een werkplek te regelen waar die [slachtoffer] prostitutiewerkzaamheden kon gaan verrichten.
De verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer] niet naar Nederland heeft gehaald om haar in de prostitutie te brengen, is naar het oordeel van de rechtbank ongeloofwaardig. De rechtbank verwijst hiertoe onder meer naar de verklaringen afgelegd door [slachtoffer] en de telefoongesprekken gevoerd tussen verdachte en [slachtoffer]. Uit die telefoongesprekken blijkt dat betrokkenen - die behoudens medeverdachte [medeverdachte 2] ten tijde van het opnemen en afluisteren van die gesprekken nota bene gedetineerd waren in een Penitentiaire Inrichting - in mistige en van weinig respect voor mevrouw [slachtoffer] getuigende taal met elkaar spreken over de achtergrond van haar komst van Roemenië naar Nederland waarbij verdachte blijkens het telefoongesprek van hem met mevrouw [slachtoffer] op 19 mei 2013 te 12:37 uur kennelijk geen andere intenties had dan om die [slachtoffer] in Nederland in de prostitutie te brengen. De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van de plannen om de toekomstige verdiensten van [slachtoffer] van haar af te nemen, acht de rechtbank evenmin geloofwaardig. De rechtbank acht hiertoe van belang dat verdachte nauwe contacten had met medeverdachte [medeverdachte 1], en dat medeverdachte [medeverdachte 3] namens deze [medeverdachte 1] aan medeverdachte [medeverdachte 2] moest doorgeven dat [medeverdachte 2] het geld van [slachtoffer] in ontvangst moest nemen en in beheer moest houden en dat [slachtoffer] slechts 50 euro per dag zou krijgen. Voorts blijkt uit de verklaring van [slachtoffer] dat verdachte haar heeft verteld dat hij haar naar Nederland had gehaald om in een bordeel te werken en dat het de bedoeling was dat het door haar uit deze werkzaamheden verdiende geld bij verdachte in de penitentiaire inrichting terecht zou moeten komen.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 mei 2013 tot en met 23 mei 2013 te Hoogeveen en Leeuwarden en Wieringermeer en elders in Nederland en Roemenië, tezamen en in vereniging met anderen,
een ander, te weten [slachtoffer] door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie en door misleiding, heeft geworven en vervoerd en overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] en
die [slachtoffer] heeft aangeworven met het oogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor derden tegen betaling,
immers hebben verdachte en verdachtes mededader(s)
- voor die [slachtoffer] een busticket geregeld om van Roemenië naar Nederland te komen en
- die [slachtoffer] vanuit Roemenië naar Nederland laten komen met een bus, en haar (vervolgens) laten onderbrengen en
- die [slachtoffer] misleid door haar te vertellen dat ze normaal werk, niet zijnde werk in de prostitutie, zou gaan doen in Nederland en
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer] verkeerde, en die [slachtoffer] van hem, verdachte en verdachtes mededader(s), afhankelijk gemaakt aangezien die [slachtoffer] de Nederlandse taal niet machtig was en over onvoldoende financiële middelen beschikte.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Het bewezene levert op:
Mensenhandel gepleegd door twee of meer verenigde personen,strafbaar gesteld bij artikel 273f lid 1 onder 1° en 3°, juncto lid 3 onder 1°, van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezen verklaarde feit is volgens de wet strafbaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
STRAFBAARHEID van de VERDACHTE
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dan ook strafbaar.
MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging verzocht een gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden op te leggen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden
waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte,
zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de
na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel, gepleegd jegens een Roemeense vrouw. Mensenhandel, een vorm van moderne slavernij, is een ernstig strafbaar feit. Verdachte heeft de vrouw vanuit Roemenië naar Nederland laten komen en misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en van de kwetsbare positie waarin zij verkeerde en hij heeft haar misleid. Een feit als het onderhavige brengt doorgaans psychisch leed bij de slachtoffers teweeg. Verdachte heeft zich daar geen rekenschap van gegeven en uitsluitend eigen financieel gewin voor ogen gehad. Dat het slachtoffer niet daadwerkelijk seksueel is uitgebuit, is slechts te danken aan de sterke wil van het slachtoffer. Niettemin weegt de rechtbank voor de beoordeling van de strafmaat in het voordeel van verdachte mee dat [slachtoffer] uiteindelijk niet in de prostitutie heeft gewerkt.
De rechtbank houdt voorts rekening met het feit dat verdachte het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd vanuit detentie en de hulp heeft ingeschakeld van medegedetineerden en ex-gedetineerden die inmiddels weer op vrije voeten waren. Gelet op deze berekenende wijze van handelen is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf recht doet aan de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 16 januari 2014 en een in de Nederlandse taal vertaald Roemeens uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 16 januari 2014.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
Het tenlastegelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feit op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is strafbaar.
Het meer of anders tenlastegelegde is niet bewezen en de rechtbank spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 maanden.
De tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering gebracht.
Aldus gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mrs. C.C.S. Koppes en E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 februari 2014.
Mr. Koppes voornoemd was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.A01; Pagina 312-411
2.A01; Pagina 313
3.A01; Pagina 315-317
4.A01; Pagina 319
5.A01; Pagina 322
6.A01; Pagina 327
7.A01; Pagina 328
8.A01; Pagina 422-423
9.A01; Pagina 349
10.A01; Pagina 427
11.A01; Pagina 351
12.A01; Pagina 364/450
13.A01; Pagina 367/454
14.A01; Pagina 368/455
15.A01; Pagina 394
16.A01; Pagina 400
17.A01; Pagina 405
18.A01; Pagina 461
19.A01; Pagina 463-464
20.A01; Pagina 523 e.v.
21.Proces-verbaal van het videoverhoor d.d. 13 januari 2014 te 14:05 uur door mr. G.M.J. Vijftigschild, rechter-commissaris, in bijzijn van B. Oostindiën-Klein, griffier.
22.A01; Pagina 309-311
23.A01; Pagina 526
24.B02; Pagina 26
25.B02; Pagina 34 e.v.
26.Proces-verbaal van het verhoor van getuige [verdachte] op 12 december 2013 te 12:37 uur door mr. G.M.J. Vijftigschild, rechter-commissaris, in bijzijn van B. Oostindiën-Klein, griffier.
27.B03; Pagina 33-39
28.B03; Pagina 57-61
29.B04; Pagina 52-61
30.Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de rechtbank op 7 januari 2014