ECLI:NL:GHSHE:2008:BG9214
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verzet
- J.W.J. Huige
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling griffierecht voor belanghebbende met financiële problemen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 oktober 2008 uitspraak gedaan in het verzet van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. Belanghebbende was niet in staat het griffierecht te betalen, omdat hij moest rondkomen van slechts 25 euro per week door een loonbeslag. Het Hof oordeelde dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen regeling biedt voor vermindering van het griffierecht wegens min- of onvermogen, maar dat het belang van toegang tot de rechter zwaarder weegt. Het Hof verleende belanghebbende vrijstelling van het griffierecht, waardoor het verzet gegrond werd verklaard en het onderzoek werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
De zaak begon met een uitspraak van de Rechtbank op 21 maart 2007, waarin het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar ongegrond werd verklaard. Belanghebbende had hoger beroep ingesteld, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was voldaan. Tijdens de zitting over het verzet op 18 september 2008, waar beide partijen niet verschenen, heeft het Hof de financiële situatie van belanghebbende in overweging genomen. Het Hof concludeerde dat belanghebbende voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij het griffierecht niet kon betalen.
Uiteindelijk oordeelde het Hof dat de rechtbank een juiste uitspraak had gedaan en verklaarde het beroep van belanghebbende kennelijk ongegrond. De beslissing van het Hof werd op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken, en afschriften zijn aan de partijen verzonden. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij belanghebbende de mogelijkheid heeft om de heffingsambtenaar in de proceskosten te veroordelen.