ECLI:NL:GHSHE:2007:BB3355

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-004205-06
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de inleidende dagvaarding wegens onvoldoende feitelijke omschrijving van geweldpleging

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 augustus 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 10 november 2006, waarin hem openlijk in vereniging geweldplegen werd ten laste gelegd. Het hof heeft vastgesteld dat de inleidende dagvaarding nietig verklaard dient te worden. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de enkele vermelding van openlijk geweld zonder verdere feitelijke omschrijving niet voldoet aan de eisen van artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die had gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zou vernietigen en de inleidende dagvaarding nietig zou verklaren.

Het hof heeft de zaak onderzocht op de terechtzitting in hoger beroep en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte. De tenlastelegging vermeldde dat de verdachte op of omstreeks 11 februari 2006 te 's-Hertogenbosch openlijk in vereniging geweld had gepleegd tegen twee slachtoffers. Echter, het hof oordeelde dat de dagvaarding niet voldeed aan de vereisten, omdat er geen concrete feiten waren omschreven die het geweld onderbouwden. Hierdoor kon de inleidende dagvaarding nietig worden verklaard.

De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw recht te doen door de inleidende dagvaarding nietig te verklaren. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. T. Tanghe, en is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, waarbij mr. G.P.M.F. Mols buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-004205-06
Uitspraak : 28 augustus 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 november 2006 in de strafzaak met parketnummer 01/840403-06 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de inleidende dagvaarding nietig zal verklaren.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 februari 2006 te 's-Hertogenbosch met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2].
Geldigheid van de dagvaarding
Met betrekking tot de geldigheid van de inleidende dagvaarding overweegt het hof het navolgende.
Naar het oordeel van het hof kan als opgave van het feit als bedoeld in artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gelden de enkele vermelding dat de verdachte openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd, zonder dat enige feitelijkheid waaruit dat geweld heeft bestaan nader wordt omschreven. Het hof is derhalve van oordeel dat de inleidende dagvaarding nietig behoort te worden verklaard.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart de inleidende dagvaarding nietig.
Aldus gewezen door mr. H. Eijsenga, voorzitter, mr. J.H.J.M. Mertens - Steeghs en
mr. G.P.M.F. Mols,
in tegenwoordigheid van mr. T. Tanghe, griffier,
en op 28 augustus 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. G.P.M.F. Mols is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.