ECLI:NL:GHSHE:2006:AY8231
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H.D. Bergkotte
- J.W. de Ruijter
- G. de Jonge
- Rechtspraak.nl
Onderzoek aan kleding van verdachte in drugszaken en de rechtsgeldigheid daarvan
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 september 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in Moerdijk, werd beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van verdovende middelen, te weten cocaïne en heroïne. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van één maand en verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen auto en drugs. De tenlastelegging werd verbeterd door een omissie in de tekst te corrigeren, zonder dat de verdachte in haar verdediging werd geschaad. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er een onderzoek in het lichaam had plaatsgevonden zonder de juiste procedure te volgen. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een onderzoek in het lichaam, maar van een onderzoek aan de kleding, wat onder de wetgeving valt. De getuigenverklaring van de vrouwelijke agent die de fouillering uitvoerde, werd als geloofwaardig beschouwd. Het hof verwierp de verweren van de verdachte en oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, waarbij de tijd in verzekering werd verrekend met de opgelegde straf.