ECLI:NL:GHSHE:2003:AO5388
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Meulenbroek
- A. van Sandick
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Berghorst B.V. en [appellant 2] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot tussenvonnis en eindvonnis
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten Berghorst B.V. en [appellant 2] hoger beroep ingesteld tegen een tussenvonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 23 maart 2001 en een eindvonnis van 24 april 2002. De zaak betreft een civielrechtelijk geschil waarin Berghorst B.V. en [appellant 2] als gedaagden zijn aangemerkt, terwijl [geïntimeerde] als eiseres optreedt. De appellanten hebben bij memorie van grieven zes grieven ingediend, die door [geïntimeerde] zijn bestreden in een memorie van antwoord. Daarnaast heeft [geïntimeerde] één grief ingediend tegen het tussenvonnis, die eveneens door de appellanten is bestreden.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft het hof vastgesteld dat voor een goede beoordeling van de grieven III tot en met V in het principaal beroep en van grief I in het incidenteel beroep nadere inlichtingen van Berghorst B.V. en [appellant 2] noodzakelijk zijn. Het hof heeft specifieke vragen geformuleerd over de samenwerking tussen vennootschappen, de waarde van goodwill en het klantenbestand van NVM Hypotheekshop [naam] B.V. na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. De appellanten zijn in de gelegenheid gesteld om bij akte deze inlichtingen te verstrekken, met de mogelijkheid voor [geïntimeerde] om hierop te reageren.
Het hof heeft de zaak aangehouden en verwezen naar de rolzitting van 10 juni 2003 voor het nemen van een akte door de appellanten. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, wat betekent dat het hof nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan over de grieven van de partijen. Het arrest is gewezen op 13 mei 2003 door de rechters M. Meulenbroek, A. van Sandick en J. de Boer, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.