ECLI:NL:HR:2005:AS5103
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake onrechtmatige daad en schadevergoeding in de zaak tussen eiseres en verweerster
In deze zaak, die op 17 juni 2005 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een cassatieberoep van eiseres en eiser in een geschil met verweerster. De zaak is ontstaan uit een vordering die verweerster in 2000 heeft ingesteld tegen eiseres en eiser voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Verweerster vorderde een bedrag van ƒ 55.000,--, vermeerderd met wettelijke rente, alsook een bedrag van ƒ 2.985,73 voor beslagkosten. De rechtbank heeft in een tussenvonnis eiseres en eiser in de gelegenheid gesteld om stukken in het geding te brengen en heeft in een eindvonnis van 24 april 2002 de vorderingen van verweerster grotendeels toegewezen. Eiseres en eiser hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de bestreden vonnissen bij eindarrest van 2 december 2003 heeft bekrachtigd. Eiseres en eiser hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen dit eindarrest.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten van eiseres en eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat eiseres en eiser onrechtmatig hebben gehandeld jegens verweerster door een betalingsverplichting aan de Hypotheekshop aan te gaan, terwijl zij wisten dat deze niet zou kunnen nakomen. De Hoge Raad heeft eiseres en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van verweerster zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels.