ECLI:NL:GHSHE:2003:AL1510

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.001018.03
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. De Poorter
  • Mrs. Begheyn
  • Mrs. Nieuwenhuijsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vader voor brandstichting met dodelijke afloop van zijn kinderen

Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 24 september 2003 uitspraak gedaan in de zaak van een vader die zijn woning in Roermond in brand stak, waarbij zes van zijn zeven kinderen om het leven kwamen. De vader werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar en TBS met dwangverpleging. Dit arrest volgde op een hoger beroep tegen een eerder vonnis van de rechtbank te Roermond, dat op 24 februari 2003 was uitgesproken. De rechtbank had de vader ook al veroordeeld voor opzettelijk brand stichten, met als gevolg levensgevaar en de dood van zijn kinderen.

Tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte in overweging genomen. Het hof heeft de kwalificatie van het bewezenverklaarde aangepast, maar bevestigde de strafmaat zoals door de rechtbank was opgelegd. Het hof oordeelde dat er sprake was van een voortgezette handeling, wat leidde tot de toepassing van artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht. De ernst van de feiten, waarbij meerdere levens verloren gingen, rechtvaardigde de opgelegde straf en maatregel.

In de beslissing van het hof werd de kwalificatie van de feiten als volgt geformuleerd: opzettelijk brand stichten met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen, meermalen gepleegd, en met dodelijke afloop. Het hof vernietigde het eerdere vonnis enkel voor wat betreft de kwalificatie, maar bevestigde de overige onderdelen van de uitspraak. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, Dhr. De Bruijn, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 24 september 2003.

Uitspraak

Parketnummer: 20.001018.03
tegenspraak;
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond van 24 februari 2003 in de strafzaak onder parketnummer 04/050604/02 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1968,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Oosterhoek" te Grave.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging
Het hof neemt hier uit het beroepen vonnis de weergave van de tenlastelegging over.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde.
De kwalificatie behoort te luiden als hieronder vermeld.
Ofschoon het hof -anders dan de rechtbank- komt tot toepassing van artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht, van oordeel zijnde dat in het onderhavige geval sprake is van een voortgezette handeling als bedoeld in dat artikel, acht het hof toch een straf en maatregel, gelijk aan die door de eerste rechter opgelegd en welke door de advocaat-generaal gevorderd, geboden, gelet op de ernst van het feitencomplex zoals door de eerste rechter reeds is overwogen.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging en opgelegde maatregel zijn gegrond op de artikelen: 10, 27, 37a, 37b, 56 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
B E S L I S S I N G :
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis, doch alleen voor zover dit betreft de kwalificatie van het bewezen verklaarde en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart dat het bewezenverklaarde oplevert:
De voortgezette handeling van:
"Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is",
"Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd" en
"Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft, meermalen gepleegd".
Bevestigt het beroepen vonnis voor al het overige.
Dit arrest is gewezen door Mr. De Poorter, als voorzitter
Mrs. Begheyn en Nieuwenhuijsen, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Dhr. De Bruijn, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 september 2003.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 01
tijd : 09.30
verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1968,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Oosterhoek" te Grave.
Is bij vonnis van de rechtbank te Roermond van 24 februari 2003 ter zake van:
"Opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft en terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd";
veroordeeld tot:
15 jrn. gev.str. OV. MAV., TBS met overheidswege zal worden verpleegd;