ECLI:NL:RBLIM:2018:4491

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 mei 2018
Publicatiedatum
15 mei 2018
Zaaknummer
04/050604-02 (vordering verlenging TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 15 mei 2018 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte, die op 19 maart 2018 was ingediend door het openbaar ministerie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in een TBS-inrichting verblijft, een man is met beperkte intellectuele capaciteiten en een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist, gezien het recidiverisico op de middellange en lange termijn als hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de adviezen van deskundigen en de procesgang, waarbij de verdachte en zijn raadsman ook hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering tot schorsing van het onderzoek ter zitting afgewezen, en benadrukt dat de resocialisatie van de verdachte stapsgewijs dient te verlopen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/050604-02 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 15 mei 2018
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
De vordering houdt in dat de rechtbank beslist op de op 19 maart 2018 ter griffie van de rechtbank ingekomen vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[naam verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
thans verblijvende in [Naam tbs] , locatie [naam locatie 2] , [adres tbs] .
hierna te noemen [naam verdachte] .
Raadsman is mr H.M.W. Daamen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 19 maart 2018;
  • het advies van drs. [naam plv hoofd van de inrichting] , plv. Hoofd van de inrichting, Hoofd TBS [Naam tbs] ,
  • drs. [naam psycholoog 1] , Regiebehandelaar/GZ-psycholoog, drs. [naam behandelaar] , behandelaar en drs. [naam psychiater 1] , psychiater, allen verbonden aan de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d.21 februari 2018;
  • de omtrent [naam verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van week 7 jaar 2016 tot week 2 jaar 2017 en de evaluatieverslagen over de periode van 12 januari 2017 tot 20 oktober 2017;
  • een psychologisch onderzoek (4-jaarsverlengingsonderzoek) Pro Justitia d.d. 23 januari 2018 van [naam rapporteur] , klinisch psycholoog;
  • een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia d.d. 27 januari 2018 van dr. [naam rapporteur] , forensisch psychiater;
  • het vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 24 februari 2003 in de strafzaak tegen [naam verdachte] met bovenstaand parketnummer;
  • het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 24 september 2003 in de strafzaak tegen [naam verdachte] met (ressorts-)parketnummer 20.001018.03;
  • de beslissing van deze rechtbank d.d. 4 mei 2016 in de zaak met bovenstaand parketnummer;
  • het persoonsdossier van [naam verdachte] .
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van twee jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 24 februari 2003 is de terbeschikkingstelling van [naam verdachte] gelast met het bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. Bij arrest van 24 september 2003 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich verenigd met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde. Gelet hierop is de terbeschikkingstelling toegepast ter zake van:
de voortgezette handeling van:
‘opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’,
‘opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd’ en
‘opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft, meermalen gepleegd’,
terwijl de veiligheid van anderen dan [naam verdachte] en de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
Twee van de hiervoor genoemde delicten betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 28 april 2009.
De terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank d.d. 4 mei 2016, met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 1 mei 2018. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [naam verdachte] , zijn raadsman en, als deskundige, drs. [naam behandelaar] , neuropsycholoog.

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
‘2.1: Diagnostiek
(…)
Betrokkene is een 46-jarige man met beperkte intellectuele capaciteiten die vanuit het verleden gediagnosticeerd is met een persoonlijkheidsproblematiek. (…) Op basis van de onderzoeksgegevens kan gesteld worden dat er geen sprake is van een stoornis in het autistisme spectrum, ondanks het feit dat er enkele aanwijzingen voor zijn, zoals het feit dat betrokkene moeite lijkt te hebben met de vaardigheden om aan zichzelf en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen. Betrokkene verdraagt negatieve emoties slecht en is geneigd deze uit de weg te gaan. Dit doet hij o.a. door zich tot het uiterste in te spannen om alles goed te doen en geen fouten te maken, door frustraties zoveel mogelijk te onderdrukken en door conflicten te vermijden. Wanneer hij (toch) geconfronteerd wordt met eigen beperkingen, leidt dit tot krenking en onlustgevoelens, die hij niet of indirect (soms passief-agressief) uit.
In de behandeling heeft hij geleerd zich meer direct te uiten en op te komen voor zijn eigen belangen. Desondanks is zijn natuurlijke copingstijl vermijdend van aard.’
(pagina 12)
3.2: Behandelverloop huidige FPC
(…)
Betrokkene heeft sinds augustus 2015 de verlofmarge transmuraal verlof, onbegeleid terreinverlof en begeleid regioverlof en landelijk verlof. Op 16 februari 2016 is betrokkenen overgeplaatst vanuit de geslotenheid van [Naam tbs] , locatie de [naam locatie 1] naar [Naam tbs] afdeling [naam afdeling] , een besloten afdeling op heb terrein van [Naam tbs] , waar cliënten verblijven die bekend zijn met verslavingsproblematiek. Deze overplaatsing geeft betrokkene iets meer perspectief en hij kan daar oefenen met de verantwoordelijkheden van een besloten afdeling. (…)
Behandeling in engere zin (volgen van therapieën en modules) is afgerond. Tijdens de begeleidingscontacten zijn de bij betrokkene aanwezige risicofactoren (blijvend) regelmatig onderwerp van gesprek. Gezien zijn stabiele functioneren is betrokkene in januari 2017 naar [Naam tbs] , locatie [naam locatie 2] overgeplaatst.
Januari 2017 tot heden
Betrokkene is op 13 januari 2017 uitgeplaatst naar [Naam tbs] , locatie [naam locatie 2] . Betrokkene’s uitplaatsing is zonder problemen verlopen. (…) Doordat betrokkene over het algemeen niet uit zichzelf contact zoekt met groepsleiding, is het moeilijk om er achter te komen wat er in hem omgaat. (…) Het is belangrijk dat betrokkene blijvend wordt gestimuleerd open te zijn over problemen, door irritaties en frustraties in gesprek te brengen met begeleiding, Gezien zijn pathologie is een proactieve benaderingswijze blijvend noodzakelijk om onderliggende spanningen op tijd te signaleren. (…) Hij kan zich verder zelfstandig redden als het gaat om dagelijkse bezigheden (…) Betrokkene werkt negen dagdelen en werkt inmiddels volledig in de keuken. Hij is arbeidstrouw en kan de werkzaamheden aan.
Betrokkene heeft een vriendin in Geleen. (…) Afgelopen periode heeft de kliniek het verantwoord geacht een uitbreiding aan te vragen met overnachtingen bij zijn vriendin, met de mogelijkheid dit uit te breiden tot maximaal twee nachten per week. Vooralsnog verlopen deze bezoeken naar wens.
Betrokkene is niet altijd open over zijn doen en laten en daarom is begeleiding belangrijk. Dit geldt tevens voor de relatie met zijn vriendin. Hijzelf, maar ook zijn omgeving heeft de neiging hem te overschatten. Zijn vriendin is uitgebreid gescreend. De kliniek blijft alert met betrekking tot het verloop van de relatie. Reden hiertoe is dat de vriendin van betrokkene het niet altijd eens is met de gestelde voorwaarden en afspraken betreffende de tbs maatregel. (…) Betrokkene blijft begeleiding, controle en toezicht accepteren. Betrokkene heeft aangegeven graag ergens in Limburg te willen wonen.
(…)
Betrokken heeft via WhatsApp contact met zijn dochter; zij is opgenomen in een instelling. (…) Afgelopen periode heeft betrokkene zonder medeweten van begeleiding een afspraak met zijn dochter gemaakt buiten de instelling. (…) Afgelopen periode heeft zijn dochter bedreigende uitspraken richting betrokkene en diens vriendin gemaakt. Betrokkene heeft hier aangifte van gedaan.
(…)
Sinds november 2017 is de reclassering betrokken in het kader van FPT. Het contact met de reclassering is pril, maar positief te noemen.’
‘4.3: Recidiverisico (…)
De risico-inschatting op grond van de risicoanalysezonder begeleiding en controle (terugkeer in de maatschappij) is op korte termijn (6 maanden) laag.
Zijn
indexdelict kent een langdurige opbouw waarbij de omstandigheden waarin betrokkene verkeerde zeer ongunstig waren en waarbij hij zijn frustraties en gevoelens van krenking opkropte. Onder invloed van alcohol resulteerde dit uiteindelijk in het plegen van zijn indexdelict. Ingeschat wordt dat betrokkene op korte termijn wel beschikt over de draagkracht om weerstand te bieden aan krenking en zijn passief-agressieve gevoelens, mocht hij in een soortgelijke situatie terechtkomen als in het verleden. Op de middellange (6 maanden – 3 jaar) en lange termijn (> 3 jaar) wordt het risico als hoog ingeschat. Betrokkene heeft de neiging tot aangepast gedrag. Hij heeft weinig eigenheid ontwikkeld en heeft moeite met expressie van emoties. Betrokkene is voor een blijvende gedragsverandering nog sterk afhankelijk van externe sturing. De kans dat betrokkene terugvalt in oude gedragspatronen wordt aanzienlijk geacht. In de relatie met zijn vriendin, een kwetsbare vrouw, neemt hij de rol van beschermer aan, wat in feite zijn draagkracht te boven gaat. In een dergelijke context is de kans op overvraging groot en zou het delictscenario zich bij extra stress kunnen ontwikkelen, daar betrokkene op eigen kracht niet in staat is om bij te sturen. Het is dan ook van belang om deze relatie goed te monitoren en hier meer zicht op te verkrijgen, door zijn vriendin binnen [naam locatie 2] te laten verblijven en betrokkene de mogelijkheid te bieden om haar te bezoeken en bij haar te overnachten, waarbij hij kan laten zien hoe hij met eventuele spanningen in de relatie omgaat.
De noodzaak van verblijf en begeleiding van betrokkene ligt niet zo zeer in de hoge mate van beveiliging. Het risico hangt met name samen met de ernstige en langdurige overvraging, verlies van een structurerende omgeving, alcoholmisbruik en de daaruit voortvloeiende delictgerelateerde problematiek. In de huidige omstandigheden wordt het risico op een nieuw delict door onder andere overmatig alcoholgebruik, als laag ingeschat. In tegenstelling tot de visie van de kliniek verwacht betrokkene in de toekomst geen (of zeer weinig) begeleiding en ondersteuning nodig te hebben zowel voor zich zelf als in relationele zin. Dit verhoogt het recidiverisico. Betrokkene blijkt vooralsnog onvoldoende zicht te hebben op zijn risico’s op lange termijn en heeft daarvoor blijvende begeleiding voor zowel zichzelf als in relationele zin, nodig. Hoewel betrokkene begeleiding accepteert, koppelt betrokkene begeleiding aan de TBS maatregelen en niet aan zijn beperkingen en noodzaak voor blijvende ondersteuning. Voor betrokkene blijft een gestructureerde en toezichthoudende leefomgeving vereist, waarbij de begeleiding adequaat kan reageren op spanningen, alcoholgebruik en andere risicosignalen. Komende periode zal o.a. proefverlof worden getoetst. Daarnaast zal er gezocht worden naar een passende woonvoorziening in het zuiden van het land. Wanneer er overeenstemming tussen alle partijen bereikt is wat betreft de mate van begeleiding, betrokkene is overgeplaatst naar het zuiden van het land en de reclassering voldoende zicht heeft op betrokkene en zijn systeem, kan er gedacht worden aan voorwaardelijke beëindiging van de tbs maatregel. Voortzetting van de dwangverpleging is noodzakelijk om het tbs-traject verder vorm te geven. Het beoogde traject zal langer dan één jaar in beslag nemen.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
In aanvulling op het verlengingsadvies heeft de deskundige ter zitting verklaard dat:
  • de visie van de Pro Justitia-rapporteurs [naam rapporteur] en [naam rapporteur] met betrekking tot de prognose en de systeemgesprekken overeen komen met die van de kliniek. Het verschil zit hem in de duur van de verlenging, de kliniek denkt langer dan één jaar nodig te hebben;
  • de verwachting is dat [naam verdachte] over één jaar nog midden in het proces zit en hij alsdan in het zuiden van het land verblijft;
  • de kliniek goed zicht wil hebben op de ontwikkelingen alvorens de kliniek zich terugtrekt;
  • de aanvraag voor het proefverlof op 15 maart 2018 is ingediend;
  • de minister op 16 april 2018 positief op de aanvraag voor het proefverlof heeft beslist;
  • dat nog geen officiële machtiging is afgegeven;
  • het proefverlof zal worden gestart op de plaats waar [naam verdachte] thans verblijft;
  • bij [naam verdachte] het risico bestaat van chronische overvraging en dat teveel van hem verwacht wordt;
  • [naam verdachte] zonder begeleiding en ondersteuning niet goed functioneert;
  • er de komende periode overeenstemming moet komen over de begeleiding van [naam verdachte] ;
  • [naam verdachte] behoefte heeft aan begeleiding;
  • [naam verdachte] moet zich nog ontwikkelen en moet laten zien dat hij het geleerde in praktijk kan brengen;
  • er volledig overeenstemming bestaat met de reclassering;
  • de kliniek bij dwangverpleging een meer sturende- en bij voorwaardelijke beëindiging een meer adviserende rol vervult;
  • de behandelaar [naam verdachte] 4 keer per jaar spreekt en dat [naam verdachte] ook gesprekken heeft met de casemanager.

4.Het standpunt van de (externe) gedragsdeskundige(n)

De psychiater [naam rapporteur] heeft in zijn rapportage aangegeven dat bij [naam verdachte] sprake is van een combinatie van een verstandelijke beperking en een persoonlijkheidsstoornis met vooral cluster C trekken (ontwijkend, afhankelijk, dwangmatig).
Belangrijke risicofactoren zijn dat [naam verdachte] moeite heeft om negatief beladen gevoelens (onmacht, frustratie, boosheid, jaloezie, angst) te ervaren en daar vervolgens iets constructiefs mee te doen. Hij heeft de neiging deze negatieve gevoelens buiten zijn bewustzijn te houden dan wel te stapelen. Een andere belangrijke risicofactor die daarmee samenhangt is zijn neiging om te veel hooi op zijn vork te nemen om vervolgens het overzicht te verliezen. Zijn gebrekkige verstandelijke vermogens met de daarmee samenhangende beperking van flexibiliteit en probleemoplossingsvaardigheden is een andere risicofactor.
Ook het gebruik van alcohol is een risicofactor. Het interpersoonlijk functioneren binnen afhankelijkheidsrelaties met de daarbij horende ambivalenties is een potentiële bron van spanning en daarom ook een risicofactor.
Op basis van de risicotaxatie kan gesteld worden dat in een situatie met begeleiding en controle het risico op recidive als laag kan worden ingeschat, zowel op korte als ook op (middel) lange termijn. De kans op recidive zonder ondersteuning van de huidige mate van hulpverlening wordt op korte termijn als laag ingeschat, op de middellange en lange termijn als hoog ingeschat.
De psychiater adviseert om de TBS te verlengen met één jaar en de dwangverpleging te continueren.
De psycholoog [naam rapporteur] heeft in haar rapportage aangegeven dat bij [naam verdachte] sprake is van een verstandelijke beperking, middelengebruik en narcistische en vermijdende persoonlijkheidsproblematiek.
Delictgerelateerde factoren hangen samen met de verstandelijke beperking en persoonstrekken zoals het beperkte probleeminzicht, de zelfoverschatting, overschatting door de omgeving, oplopende spanningen en onrust (gevoelens van krenking (negatief) interpreteren van bedoelingen van anderen, afwijzing, gebrekkig (sociaal-, emotioneel- en probleemoplossende) vaardigheden, gebrekkige emotieregulatieproblemen, impulsiviteit en verslavingsgevoeligheid.
De psycholoog schat in dat [naam verdachte] , indien hij nu de begeleiding, ondersteuning en toezicht van de hulpverlening zou moeten ontberen, kan afglijden. Het lijkt de psycholoog niet geïndiceerd dat [naam verdachte] bij zijn vriendin gaat wonen, De relatie zou langdurig gevolgd moeten worden gezien de kwetsbaarheden van de beide partners. [naam verdachte] heeft op alle levensgebieden ondersteuning nodig en, mocht de maatregel nu wegvallen, dan heeft hij, in ieder geval in het zuiden geen dagstructuur/daginvulling meer. Daardoor zullen bij hem de spanningen snel oplopen waarbij hij gezien zijn beperkte vaardigheden en ontwijkende en vermijdende karakter snel over zou kunnen gaan tot inadequate coping zoals alcoholgebruik met acting out tot gevolg. Indien [naam verdachte] op geleidelijke basis vorm kan geven aan zijn verdere resocialisatie is de kans op recidive zoals brandstichting of eventueel ander acting out gedrag veel kleiner. Zowel de psycholoog als de psychiater adviseren met het oog op de relatie met zijn vriendin systeemgesprekken te gaan voeren.
De psycholoog adviseert om de TBS te verlengen met één jaar en de dwangverpleging te continueren.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Daartoe heeft zij aangevoerd dat er een langere periode dan één jaar nodig is om stappen te kunnen zetten. De relatie met zijn vriendin in het zuiden van het land moet goed gemonitord worden.

6.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman/vrouw

[naam verdachte] heeft aangevoerd dat hij nu transmuraal verlof heeft en in verband met zijn vriendin graag in het zuiden wil gaan wonen. De vriendin van [naam verdachte] woont in Geleen en lijdt aan een spierziekte. [naam verdachte] wil haar ondersteunen. Aanvankelijk stond hij sceptisch tegenover systeemgesprekken, maar vindt dat nu prima mits de systeemgesprekken geen twee jaar gaan duren. [naam verdachte] is van mening dat hij hulp en ondersteuning nodig heeft, maar dat hij, in overleg met de kliniek/reclassering, alles wel zelf kan doen als hij eenmaal (in het zuiden) gesetteld is. [naam verdachte] kan de kliniek wel volgen in haar verlengingsadvies, maar is van mening dat hij al voldoende straf heeft gehad voor zijn misstap in het verleden. Bovendien is hij van mening dat hij de afgelopen twee jaar niets fout heeft gedaan.
De raadsman heeft primair om aanhouding verzocht voor een periode van 3 maanden teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen te onderzoeken onder welke voorwaarden de tbs voorwaardelijk kan worden beëindigd. Aan dit verzoek ligt de gedachte ten grondslag dat nu niet langer aan het gevaarscriterium wordt voldaan. De reclassering is al vanaf 8 oktober 2017 in beeld en [naam verdachte] geniet al maximale vrijheden. [naam verdachte] is van mening dat de tbs voorwaardelijk beëindigd kan worden na 6 jaar gevangenisstraf en 9 jaar tbs.
Subsidiair is de raadsman van mening dat de tbs niet met twee jaar, maar met één jaar moet worden verlengd. Vóór de beslissing van 4 mei 2016 is de tbs telkens met één jaar verlengd. Na het incident in maart 2015 werd [naam verdachte] teruggeplaatst. [naam verdachte] bevindt zich nu in dezelfde fase als drie jaar geleden. Destijds stond hij op de nominatie om begeleid te gaan wonen
Als de tbs met twee jaar verlengd wordt heeft dat vaak ook tot gevolg dat deze termijn vol wordt gemaakt, ook als een terbeschikkinggestelde klaar is met zijn behandeling. Ook de beide externe deskundigen hebben geadviseerd de tbs met een jaar te verlengen.

7.De beoordeling

De rechtbank verenigt zich met het verlengingsadvies van de kliniek en met de daarop ter zitting gegeven toelichting door de deskundige, [naam deskundige] , optredend namens voormelde inrichting.
Uit het advies volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam verdachte] een man is met beperkte intellectuele capaciteiten die vanuit het verleden gediagnosticeerd is met persoonlijkheidsproblematiek. Hij lijkt moeite te hebben met de vaardigheden om aan zichzelf en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen. Daarnaast verdraagt hij negatieve emoties slecht en is geneigd deze uit de weg te gaan. Wanneer hij geconfronteerd wordt met eigen beperkingen, leidt dit tot krenking en onlustgevoelens, die hij niet of indirect (soms passief-agressief) uit.
Hoewel de risico-inschatting zonder begeleiding en controle op korte termijn als laag wordt ingeschat, omdat het indexdelict een langdurige opbouw kent, wordt de risico-inschatting op de middellange en lange termijn als hoog ingeschat, omdat de kans dat [naam verdachte] terugvalt in oude gedragspatronen aanzienlijk wordt geacht. [naam verdachte] is voor een blijvende gedragsverandering sterk afhankelijk van externe sturing.
Gelet op het vorenoverwogene stelt de rechtbank vast dat het recidiverisico op de middellange en lange termijn hoog is en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling van [naam verdachte] eist.
De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet is of de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met een termijn van één of twee jaar.
Het uitgangspunt bij verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling in principe verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
Uit de behandeling ter zitting is naar voren gekomen dat een verlenging met één jaar niet realistisch is. De rechtbank stelt op grond van het advies van de kliniek en de toelichting daarop door de deskundige vast dat [naam verdachte] vooralsnog onvoldoende zicht blijkt te hebben op zijn risico’s op lange termijn en daarvoor blijvende begeleiding, voor zichzelf als in relationele zin nodig heeft. De deskundige heeft ter zitting verklaard dat de verwachting is dat [naam verdachte] over één jaar nog midden in het proces zal zitten en dat de kliniek, mede gelet op het incident in het verleden en het gegeven dat [naam verdachte] niet altijd open is, goed zicht wil hebben op de ontwikkelingen. Ook wil de kliniek de ontwikkelingen in de relatie van [naam verdachte] met zijn vriendin goed volgen gezien de kwetsbaarheden van beide partners. Bij [naam verdachte] bestaat immers het risico van chronische overvraging en dat teveel van hem verwacht wordt. Bovendien heeft deze relatie bij de familieleden van de vriendin de nodige afwijzende reacties teweeggebracht waardoor deze relatie ook onder druk staat. [naam verdachte] moet bovendien nog starten met zijn proefverlof, een officiële machtiging daarvoor is immers nog niet afgegeven. Tot slot is van belang dat er nog geen woonvoorziening in het zuiden is gevonden en er nog geen volledige overeenstemming met [naam verdachte] is bereikt over het te volgen traject. Dit brengt met zich mee dat er nog langere tijd te gaan is alvorens het kader gewijzigd kan worden.
De rechtbank is, gelet op het bovenstaande, dan ook van oordeel dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar geïndiceerd is.
Gelet op het voorgaande, waaruit blijkt dat de resocialisatie stapsgewijs dient te verlopen en vrijheden langzaam maar zeker dienen te worden uitgebreid, alsmede gelet op de constatering dat de kliniek en de toelichting daarop ter zitting van de deskundige dat het in dit stadium, waarin het proefverlof nog moet worden toegekend, te vroeg is om over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege, zal de rechtbank het primaire verzoek van de raadsman van [naam verdachte] tot schorsing van het onderzoek ter zitting om de reclassering een maatregelenrapport te laten opmaken afwijzen.
Wel acht de rechtbank het van belang dat wanneer de behandeling voorspoedig blijft verlopen en bij een volgende verlenging een voorwaardelijke beëindiging in de rede ligt, het verlengingsadvies tevens is voorzien van een rapportage van de reclassering waarin de voorwaarden, waaronder een voorwaardelijke beëindiging kan worden verleend, zijn beschreven.

8.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot schorsing van het onderzoek ter zitting;
- verlengt de termijn gedurende welke [naam verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter,
mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. G.L.A.M,. van Doveren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.C.M. Müller, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 mei 2018.
Buiten staat
Mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. G.L.A.M. van Doveren zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/050604-02 (vordering verlenging TBS)
Proces-verbaal van de openbare zitting van 15 mei 2018 in de zaak tegen:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
thans verblijvende in [Naam tbs] , locatie [naam locatie 2] , [adres tbs] .
hierna te noemen [naam verdachte] .
Raadsman is mr H.M.W. Daamen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
[naam verdachte] is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt de beslissing uit en deelt [naam verdachte] mede dat hij binnen veertien dagen na betekening van deze beslissing beroep kan instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.